„Christelijk-Letterkundige Studiën.” Verzameld door M. J. Leendertse en Dr C. Tazelaar. Uitgevers-Mij. „Holland”. 1925.

BOEKBESPREKING

Het hier geboden boek is verschenen in de serie „Christendom en Litteratuur", die reeds de weirken van dr Tazelaar en dr 'Wielenga gaf: „Moderne Romankunst" «n „Moderne Letterkunde en Christelijfee 'Opvoeding". Ook nu is de bandteekening van dhr \V'. Hesfces. In deizen bundel zgn bqeengebracht enkele opstellen, .die vroeger reeds verschenen waren, maar waarvan de waarde door de verzamelaars een herdruk'wenschelijk te maken geacht werd; een oordeel, dat de Itezer gaarne als juist erkennen zal. Na een inl'eiding worden deze artikelen opgenomen:

J. Jac. Thomson, Over "Guido > Geze.lle.

Er J. C. de Moor, Van Ëeden's Ellen.

Dr Ph. A. Lansberg, De dierenwereld in onze mo-•derne lyriek.

J. Jac. Thomson, Timmerman's Pallieter.

J. Haantjes, Gossaert-Studiën.

A. Wapenaar, Rondom Da Costa's Poëzie.

J. Petri, Selma Lagerlöf. C. Tazelaar, 'Alice Nahon.

P. C. L. Bosman, M. A. Volk, Taal en Lertterkundie ^an Suid-Afrika.

Wil men de opstellen van dezen bundel al te consequent beoordeelen naar den maatstaf, dien de voor het geneel gekozen titel in abstracto toch wel zou vecroorjo^en, dan moet erkend worden, dat piet altijld „chrispelifk-letterkundige studiën" gegeven worden; er zijn 6r ook onder, waarvan de qualificatie „letterkundige; studiën van christenen" aan de waardeering van hun christelijk karakter en bedoeling recht zou doen. Maar , f> «t is niet billijfc, dezen al te strengen maatstaf aan '™ leggen. Immers, „meer dan een stap in de gewenschte/ richting is deze bundel niet", schrijft de redactie, llier Is, naaf ik meen te weten, een begin gemaakt ^) als de ontvangst bevredigit, een vervolg] kan-heb-"«1; een vervolg, dat dan ook aJmeer aan de rel'igi-^e en ethische critiek het woord geven kan. En als '*> redactie erin slaagt, op den ingeslagen weg' voort te gaan, dan zullen óók „letterkundige studiën van christenen" hun waarde altijfl behouden, oofc al, omdat ze in algemeenen zin oriënteeren, en dat op een plaats, die welgekozen is en die haar meer opzettelijk-critisclie studiën het óór neigen "doet. Wanneer "trouwens menschen van christelijke gedachte hun oordeel laten gaan over dichters en schrijvers, die het christendom doen spreken ook in hun werk, dan is het op zichzelf reeds een zegen; ook door een nog niet eens opzetteli^principieele b^chouwing wordt dan aan het onrechtvaardjjg, wijl jniet-begrijpend, loordeèl van niet-christenen de vertolking van een cliristelijk geheim onttrokken; ook dat is helaas dikwijls noodig.

Wij zien de beteekenis van dit boek dan ook bizondei-in zijln bedoeling, om een begin te maken aan het noodzakelijke werk van letterkundige studiën uit christelijk standpunt. De waarde van den nu gegeven Tiundel lijkt mij meer oriënteerend dan critisch; van opzettelijfc-critische beschouwing geeft slechts een gedeelte der saamgebirachte opstellen blijfc. Maar elk der artikelen 'is oriënteerend en - wijbt den weg" tot verder onderzoek.

Daarom aanvaai-den wijf met alle blijdschap dit deel der serie en spreken de hoop uit, dat de redkctid zal kunnen verder gaan op den ingeslagjen weg': oriënteering in algemeenen zin, maar vooral ook'critiek naar christeligke nonnen. Reeds nu verdient het werk der redactie warmen dank; onze menschen leeren hiei* uit eigen oogen zien.

uit eigen oogen zien.

En voorzoover reeds aan da normen van het christendom tot critischea arbeid het woord verleend werd, is over het algemeen die critiek van groote waarde.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen