GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de psycho-analyse en haar „messiaansche" kracht....

Nu ik elders in dit blad enkele oipmerkingen gaf en geef met betrekking tot de psyoho-analyse, lieeft het eenig nut, ook eens te laten zien, ho> e anderen als een — zonder overdrijving geöl ik het gevoelen dier anderen weer — messiaansche heilsopenbaring de psycho-analyse begroeten.

In „De Groene Amsterdammer" laat Mr H. Giltay zicli tot deze hymne verleiden:

, de PsycüiO-aiiaJyse. Zij is een van de merkwaardigste en lieuchelijkste voorbeelden van. het aan het Leven eigene steeven naar zelf-genezing, die de historie biedt. Zij is in waarheid een van die verlossiogsstroomingen, die bet Leven, wanneer het lot zijner schepselen al te troosteloos is geworden, doet ontspringen tot veler bebondenis. Dit is geen theologische phrase. Ik bedoel precies wat ik zeg. Het wordt tijd, dat wij de leerstukken, waarin vroegere geslachten hun diepste inzichten en ziolser^'aringen hebben gekristalhseerd, met andere oogen keren beschouwen dan die der nuchtere Aufldarnng. Want er liggen in die oude dogma's waarheden, die wij niet zonder groot© schade kunnen negeeren. Zulk een waarheid ligt in de mythe van den Godszoon, die tot verlossing der menschen op aarde gezonden wordt. Want in mythisch gewaad is hier gekleed de troostrijke waarheid, dat God — waarom zouden wij het woord niet gebruiken? — de zijnen niet vergeet. Wanneer de nood t© hoog is gestegen, zendt God uilkomst. Weer moet ik aan Rücfcert denken, die, ditmaal in anderen toonaard dan zooeven, zegt:

Ju diesem Sündenpfulil, in diesen .lammerfrösten, Kann fiir die Welt roich nur ein neuer Glaube tröstein; Der Glaube, dass der Geist, der mit der S.cnne blickt, Von Zeit zu Zeit, wo Hilfe not ist, Hilfe schickt..,

De Psycho-analyse heeft zich tot dusverre voornamelijk op individueel gebied bewogen. Maar de tijd is niet ver meer, dat zij zicli ook tot de collectiviteit zal gaan wenden. Dan zal blijken, welk een machtige kracht ten goede zij is óók voor de gemeenschap. Hoe zij', door bet blootleggen der sociaal-p sycholo.gische ziekte-ioorzaken en liet vervangen der onhawustfi verdringing door de bewuste veroordeeling, voor de zelf^regeneratie van hot maalscbappelijfc leven de baan vrij maakt.

De ode is frisch. genoeg. Maar haar waarheid zal nog moeten-blijken. Voorloopig zingen we niet mee, noch in dezen koo-rzang^ noch in het-vloeklied, dat de psycho-analyse in den ban doet zonder ook maar iets goeds er uit te willen leeren, al zmi het dan ook maar iets zijn.

En om maar dadelijk met het tegengif aati te komen dragen, herinner ik er aian, dat de bekende Dr E. V. Dieren, arts, die laatst in een dik boek de psycho-analyse te lijf ging, ten overvloede ook iKjg in „Virtus, Concordia, Fides" het orgaan van het Leidsch iStudentenciOrps (2 Juni 1927) wijst op-deze voor de messiaansche verlossingsvervvaohting niet al te zeer bemoedigende uitspiraak van Freud, den vader der psycho-analyse:

„Alien, die edeler willen zijn, dan hun gestel Inm veroorlooft, worden zenuwziek; zij zouden zich beter bevonden hebben, als het hun mogelijk gebleven ware, slechter te zijn" (blz. 185, Sammlung). Dr V. Dieren zegt, dat deze spreuk ongeveer hierop neerkomt:

„Als gij u beheorscht, d.an wordt gij wis en zeker zenuwziek; gij zult u beter bevinden als gij u niet Jjeheerscht; en hel zou dus te betreuren zijn als het u niet mogelijk was, om aan uw-lusten'to-ë te geven."

Men kan niet zeggen, .dat Dr v. Dieren uit alle mogelijkheden van verklaring van Freuds spreuk de allervriendelijkste kiest.

Maar, als wij voor ons zelf mogen spreken, dan zeggen we toch: indien men hier een messiaansche verlossing wil begroeten, dan wijzen wij op Hem, die gesproken heeft:

„Wees dan volmaakt, gelijk uw Vader in de hemelen volmaakt is, " — 01:

„Indien uw oog, uw hand, uw voet, u ergert, steek uit kap af, neem weigi dat oog, die hand, dien voet." — Of:

„Daar zijn er, die zich gesneden hebben om het koninkrijk der hemelen; die dit vatten (daarvoor plaats maken) kan, die moet het ook doen." Of op Paul us: „ik bedndng ulijn lichaam ©n breng het tot dienstbaarheid." (

„Teksten krijgen".

Over het „krijgen" van „teksten" heeft Ds Fernhout in ons blad kort geleden nog geschreven. Nadien citeerde ik nog een verslag van een preek van Ds Overduin, oud-geref. voorganger te Giessendam, die in dezelfde lijn voerde, als dooT Ds Fernhout terecht afgewezen werd. Thans publiceert Dr G. Keizer in de „Geld. Kerkb." een voorbeeld uit - een autobiografie van „Vader Beugel", een bekend voortrekker uit de geschiedenis van de refoa-matie van de kerk va.n Apeldoorn. Beugel stierf in 1833, waarschijnlijk. Hij „oefende" in Apeldoorn. We lezen: , ' ^^pi".

Beugel nu vertelt, dat hij door allerlei moeilijke omstandigheden gedrongen werd Amsterdam te verlaten; zijn eerste vrouw was voor een paar jaar tengevoljje van een beroerte gestorven; door haar nagedachtenis voelde hij zich wel sterk aan Amsterdam gebonden, doch hij kreeg een paar teksten, waardoor hem later steeds klaarder bleek dat de Heere hem wegriep van Amsterdam „de stad zijner wedergeboorte"; zoo trok hij op naar „de vallei waarin hij geboren was".

Niet aUeen kreeg hij de teksten, maar ook de uitlegging daarvan, mede door anderen, met wie hij daarover sprak, 't Werd hem duidelijk, dat hij tot werk geroepen werd in Apeldoorn. Het eerste woord dat bij ontving luidde: lle mijne fonteinon zullen binnen u zijn (Psalm 87:7b) en bet andere luidde: elijk een beest, dat afgaat in de valleien, beeft de üeest des Hoeren nen rust gegeven. Alzoo hebt gij uw • volk geleid opdat Gij u oenen heerlijken Ka: m zondt maken (Jes. 63:14). Reugel later zijn weg overdenkende was overtuigd, dat deze woorden der Schrift ook ten zijnen opzichte in vervulling waren gegaan; dat het de Heere was, die hem met ontferming naar Apeldoorn had geleid. In den laatsten .tijd van zijn verblijf te Amsterdam was hij daar in eene „woestijn van verdrietelijkheid geweest", maar in Apeldoorn zou nij wat ruste genieten. En dat is aan hem „bevestigd"; bij beeft de vervuling dezer woorden „op 's Heeren tijd en wijze ontvangen". Hij trok dan eenzaam op, m.aar kon in den oersten tijd niet aarden in Apeldoorn; de Godvruchtigen, die bij voorheen hier had gekend, waren ingezameld; op alles zag hij een doodsch wezen hggen; ook op de weinige g(jdvruchtigen, die er nog waren, Gaarne had bij weder , qpgepakt en was naar Amstordani teruggekeerd. Maar hij moelit niet. Na een half jaar in .zijn nieuwe woonplaats ge^voond te liebben, reisde hij in het najaar eens naar Amsterdam. In 't vooruitzicht daarvan was hij al blij. Maar klaarblijkelijk mishaagde het den Heere. Do Heere kwam liem op de reis derwaarts overal tegen. Hij reisde over Harderwijk. Daar gekomen, was er een schrikkelijk onweer; de zee stond als tegen hem gewapend; inet groot bezwaar kwam hij in Amsterdam en daar viel hem alles tiegen. Het was er met !iem afgodaan; hij was er niet meer in Gods weg; bij verlangde weer te keeren naar zijn geboorteplaats en hoe opmerkelijk! Toon werd bij in vier uur tijd als gegooid naar Harderwijk. Toen . was bet hem, alsof de Heere sprak tot hem: ier in de vallei zult gij wonen, en niet meer hunkeren naar Amsterdam. En bij beeft ook niet meer naar Amsterdam gebunkerd, in het n inste niet!

Het is janmaer, dat zoo veel prachtige typen van overgegeven liefde zich zooi her-en derwaarts laten werpen door een a, bsolnut misbruik van den bijbel. Het is ook verwonderlijk, dat bij zooveel vergissingen nog zoo'veel goeds uit een leven geliaald kan worden. Had de liefde beter met de kennis samengewerkt, hoeveel méér zou er uit gegroeid zijn, hoeveel te eerder zon de „reformatie" Josgebrckeu, of wat nog mooier was: onnoodig gemaakt zijn ....

Even vastleggen.

Sprekende over den'"jonglten*"-Bó-ndsdag van Jongelingsvereenigingen op Geref. groaidslag (wa; ar uitgesproken is, 'dat men dè drie formulieren aanvaardde zooals die door de officieel erkende Geref. Kerken in Nederland worden erkend) zegt Marnix in de „Gron. K.bo'de":

De bond moest tot ©en' verklaring komen. Dat voelde men reeds meer dan een jaar geleden. ïwee jongelingsvereenigingen toch in Amsterdam-Zuid, stelden zich onder ke'rfcelijk toezicht van de gemeente van dr Geelfceirken, met de uitgesproken bedoeling, daarmee aan te geven, dat zij zich plaatsten tegenover de uitspraalc der Synode van Assen. Een van deze vereienigingen ging zelf zoover, dat bij genotuleerd besluit werd uitgesproken, dat die leden, die zich hiermee niet accoord verklaarden, de vereeniging zouden moete-n verlaten.

Dit moet even woerden vastgelegd.

Men klaagt nu in de pers van Da-Geelkerken, dat in 1927 wordt lii tg e worpen, en aan de vereenigingen wordt genade toegebeden. Maar hier is de uitwerping, hier, in die thans beklaagde vereeniging. En is men al vergeten, dat niet in .Leeuwarden wordt beschuldigd, doch alweer in den boezem van di'6 vereenigingen zelf? Want ZIJ wezen de deur aa.n ieder die niet geloofde (op gezag ya, n Dr Geelkerken), dat de Geref. Kerken de drie formulieren niet meer ongerept hadden bewaard.

Wanneer durft men daar zijn wooiden eens aan? Indien nimmer, laat men ze dan niet spreken.

De Herv. Kerk en de drie formulieren.

In de Herv. K.bode, orgaan van de „Evangelisatievereeniging te Almelc'" schrijft ds. J. P. A. Ie Roy:

Worden in de Geref. Kerken aan de predikanten de drie formulieren van eenigheid voorgelegd ter onderteekening, in de Hervormde Kerk geschiedt dit niet. Hitr wordt als het laatste examen met goed gevolg is afgelegd, de belofte gevraagd om overeenk'Omstig de beginselen en bet karakter der Hervormde Kerk hier te lande bet Evangelie van .Jezus Christus te ver-kondigen. - Men staat bier dus in werkelijkheid vrijer tegenover de formulieren. Men is losser van de letter, losser van ieder afzonderlijk artikel; in de .plaats van de afzonderlijke doelen is meer het groote geheel in het oog gevat. Nu mag men daarover denken zooals men w i 1, doch feit is en b 1 ij f t, dat dit g e b e e 1 is in overeenstemming met de o o r spr o.nkel ijke bedoeling.

Ook de Dordtscbe Synode heeft heel goed begrepen, dat de belijdenis niet volmaakt was, niet een afgerond geheel voor alle eeuwen. Daarom werd aanstonds vastgelegd toeir, dat zij nietterlijd zou herzien worden en werd ook uitdrukkelijk uilgesproken, dat boven de Belijdenis Gods Woord stond.

Over de Herv. kerk zullen we nu niet strijden. Miia, r dat hier een herv. pred. bewijzen wil, dat de praktijk van zijn kerk van heden „geheel in overeenstemming is met de o o r s p r o n-kelijke bedoeling", dat is toeh wel al te bizar. Als dat waar was, dan zou men juist NIET opi herziening der confessie zoo .sterk hebben aangedrongen; want op de manier van de Herv. kerk kan men het altijd wel klaarspelen, ook al blijft alles bij het oude, te zeggen: ik vat het groote geheel, geest en hoofdzaak.

Boven de belijdenis Gods Woord, ja; maar dan óók 'daarom altijd zorgen, dat de belijdenis zou uitdrukfce'n, wat de kerk va, n Gods Wo'Ord had gegrepen, en die uitdrukking telkens herzien en c-verzien, juist, om zich aan haar te binden, wijl men aan het Woord zich bond.

Wat al niet beredeneerd wordt....

Een debat over emerltaatsverleening.

De classis Den Haag had een interessante bespreking over de tegenwoo-i'dige regeling van de tmerit'at^ve.letn'ng : an predikant-: n, c'ie een ai-dtr werk aanvaarden. Aan een uurtje college in de theologische faouliteit hangt heel de vreugde van een emeritaat. Hetgeen, wat de praktische resultaten betreft, aan betrokkenen niet misgund zal worden door velen, die overigens wat ruimer wilden zijn, of ook een andere terminologie zouden willen, een beetje meer naar de werkelijkheid.

Om 'de gemakkelijkheid en concreetheid der vooistelling geven we hier van het debat (dat straks toch naa.r zijn inhoud verder moet komen) een klein verslagje. D'S v. 't Sant zegt in de „Watergr. Kerkii." o.m.:

Nu stond op de classis tweeërlei gevoelen tegenover elkander. Eenerzijds zei men: waar in de praktijk aan Art. 13 reeds zooveel ruimte gegeven is, wat is er O'P tegen om daarin voort te gaan en de mogelijkheid voor de Dienaars, die aan Hoogeschool oï Middelbaar onderwijs geestelijken arbeid, die der kerk ten bate is, verrichten en daar een levenstaak in krijgen, te openen om ook emeritus verklaard to Wiorden, aldus de eer eens dienaars beboudeiul? .Men wees er o.a. op, dat men nu onzuiverbeden schept; ©en hoogleeraar in de paedagogiek, die één uur üi de week een theologisch college geeft, kan deswege de eer en het ambt liouden, maar een hpogleeraar in de wijsbegeerte, die wel aan theologen in het eerste jaar les geeft, doch geen uurtje strikt theologisch onderwijs, moet de eer on den naam verliezen. Waar is hier bet principieel onderscheid?

A'nderzijds werd de co-nsequentie naar de tegenovergestelde zijde getrokken en gezegd: wie het .ambt van Dienaar des Woords loslaat voor een ander ambt of betrekking, en dus niet meer in den dienst van een kerk staat, zijn levenstaak niet meer vindt in het kerkelijk ambt, behoort niet emeritus verklaard te worden (want de grond van „onbekwaandieidi" O'irtbreekt, ', maar ^m-cet geacht worden de eer en 'd©n naam van een Dienaar verloren te hebben. Men zag h'et als eisch van zuivere positie en eisch van onze Kerkenordening, dat dus theologische profes-Sioren, geestelijke verzorgers, enz. niet meer emeritus verklaard , werden, maar wanneer zij hun ambt, dat ben aan den kerkedienst verbonden bad, ver-ivisseklen met een ander, welk ook, deze loslating van bet ambt te erkennen en de gevolgen te aanvaarden.

Aan beide kanten wilde men derhalve consequentie, geen blijven hinken op twee gedachten. Of verdere uitbreiding, óf beperking lot de eigenlijke bedoeling van Art. 13.

De laatste gedachte vond in de classis een meerderheid, zoodat aan de Generale Synode zal gevraagd Wiorden te bezorgen, dat men met bet emeriteeren soberder worde.

Om gegadigden niet te doen schrikken deel ik nog mee, dat de bedoeling vaïi de 2e groep niet was, hun zeer gewaardeerde diensten te verhinderen, maar O'p andere wijze er een rechtsgrond' voor te doen zoeken.

Ds Hagen schrijft in de j, Delftsche Kerlib." ook over de zaak:

Met name werd aan Prof. van Schelven, toen hij de gemeente van Vlissingen vs'nvisselde voor een le-erstoel aan de V.U., geweigerd den naam en de eere van een Dienaar te blijven houden. Dr Kuyper nam, toen bij minister werd, zelf ontslag als predikant (bij was toen al emeritus), of — zooals dit genoemd wordt — hij vroeg aan om te mogen overgaan tot een anderen staat des levens. Hetgeen lien» toegestaan is. Prof. van Schelven vroeg het niet aan, verzocht zelfs om predikant te mogen blijven, maar werd gedwongen om tot oen anderen staat des levens over te gaan.

Nu is de groote moeilijkheid: waar is de grens?

Dit bleek weer duidelijk bij de laatste benoeming van professoren aan de \'.U. Dr Waterink en dr Vollenboven werden beiden hoogleeraar in de faculteit der letteren; gingen dus duidelijk over tot-een anderen staat des levens; ze lieten de beilige^bediening varen; toch werd aan den een wel emeritaat verleend, aan den ander nog niet. Dat komt hierdoor, dat aan Prof. Watorink óók één college in da Theol. Faculteit werd opgedragen. Maar anderen zeggen nu weer: Prof. Vollonboveu geeft toch ook les aan aanstaande preddcanten en hoeft dus ook recht op emeritaat.

Zoo ziet men de moeilijkheid duidelijk in bet licht • gesteld. Want iedereen zal w-el gevoelen, dat W-Ue. riidv en Vollenboven op één lijn liggen, al is dan ook voor den eerste een achterdeurtje geopend.

Maar er is meer. Sommigen zouden willen, dat bet recht van emeritaat nog meer uitgebreid werd. Dat iedereen, die, al was het maar een paar jaar, predikant geweest was, en dan een zekere geestelijke leiding kreeg over ons volk als leeraar aan een gymnasium of H.B.S. of als jonrualist of als directeurvan-een stichting, of wat dan ook, bet r.^cht op emeritaat behield.

Zoo zouden allerlei menschen den naam en de

eere eens Dienaars hoadeii, ook al lag liuii arbeid geheel buiten het kerkelijk terrein.

Daarom zat hel noodig worden dat de Synoda eens daidelijk bepaalt wie nu eigenlijk recht |op emeritaat heeft, recht om te blijven preeken en doopon.

Wie een anderen werkkring aanvaardt, al is die ook geestelijk, kan niet volgens a, rt. 13 emeritaat krijgen, zegt ds Hagen. Men moet a, rt. 13 lezen en toepassen, zooals het er staat, en voorts voor voorkomende gevallen een anderen weg zoeken. Maar eerst de werkelijkheid laten wat ze is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's