GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Wereld van Willem Clissold.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Wereld van Willem Clissold.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

H. G'. Wells is een. van de beste EngelSche schrijvers van fictie, die thans nog leven. Thans nog leven, zeg ik. Want de grootsten onder de vele talentvolle Engelsche auteurs zijn reeds gekomen aan de avond van him leven. En de evenlaiieën van Hardy, Shaw, 'Galsworthy en Wells, zie ik onder de jongeren nog niet. Maar wie weet? Een genie wordt niet dikwijls direct bij zijn verschijning als zoodanig erkend. 'Vaak hebben de beste schrijvers lang en veel te worstelen, voordat ze de plaats innemen, die hun toekomt.

H. G. Wells is nu een en zestig, dus ook al zoo jong niet meer. Hoewel jong 'zijn een heel betrekkelijk begrip is. Is men niet zoo jong als men zich voelt? En. uit dat oogpunt gezien, is niet alleen hij, maar zijn ook Hardy, Shaw en Galsworthy nog frisch en groen, als de Mei, of tenminste als de Octobermaand van het jaar onzes Heeren negentienhonderd zeven en twintig.

Wells is, al heeft hij ook een historisch-philosophisch werk van geen geringe beteekenis het licht doen zien, toch in de eerste en voornaamste plaats een schrijver van fictie. Van fictie pur sang, zooals in zijn alleraardigste roman The Wheels of Chance, waarin .hij vol humor vertelt van een Londensch winkelbediende, die in zijn vacantie op z'n eentje een fietstocht gaat maken, en dan haar ontmoet, die het voorwerp van zijn droomen zal worden, — óf, en dat meestal, fictie, waarin hij geeft zijn kijk op de wereld en opi het leven, waarin hij is de wereldhervormer — artist — joairnalist, die sterk voelt de gebreken van de tegenwoordige maatschappij en daarom zijn verbeelding een Utopia laat scheppen, zooals in zijn Men like Gods, of voorziet de' vernietigende doeleinden waarvoor de wonderen der techniek door de nog altijd niet volmaakte menschheid kunnen worden aangewend, gelijk in The War in the Air, in welk boek de verschriKkelijkheden van de „krijg in de lucht" werden voorspeld, die wij werkelijkheid hel)ben zien worden in de groote wereldoorlog.

Want Wells is ook profeet, een modem profeet, — en, moet ik er, helaas, aan toevoegen: een valsch profeet, die staat op de bodem der evolutieleer. Hij heeft natuuiwetenschappten gestudeerd te Londen, onder Huxley, , , Darwin's bulldog". Dit heeft hem gedrenkt in de beginselen der evolutie, maar heeft hem ook een wetenschappelijke training gegeven, die, gevoegd bij zijn ongemeene verbeeldingskracht, aan zijn wildste droo^men en fantasiën een wondere realiteit verleent, zoodat ze lezen als romans, zij het dan ook van een zeer bijzondere soort.

'Gretig, met intense belangstelling, bestudeert Wells het vlottende, veranderende leven der menschheid, en zijn eigen inzichten groeien en verandei'en in de loop der tijden mee. Veel „oude plunje" heeft hij, en erg lastig is men hem daar al over gevallen. Maar de wortel en de stam zijn toch wel dezelfde gebleven, al heeft hij nieuwe loten geschoten, en al zijn oude takken deels ontbladerd, deels geheel verdord.

Het laatste belangrijke boek van Wells, De Wereld van Willem Clissold verscheen in 1926. De held van het verhaal, die ons zelf vertelt van zijn „Wereld", zegt er van: Dit boek is niet een huis der rust voor vermoeide lezers. En dat is zeer juist. Het is geen ontspanningslectuur, dit uit drie dikke deelen bestaande werk, al dient Wells het zeer fopslist aan als een roman.

Waar Wells ook zéér sterk op^ staat is, dat men hem niet vereenzelvigen zal met Willem Clissold, wiens wereld hij beschrijft, wiens levensbeschouwing hij ontwikkelt, wiens idealen hij teekent. Wel zegt hij, dat hij natuurlijk sympathiek staat tegenover de opvattingen van de door hem gecreëerde held, omdat het niet wel mogelijk zou zijn om een karakter werkelijk van binnen uit te schep!pen, zonder zichzelf daarin te .„grojeciteereji, ; en spreekt ook Clissold, in het boek, over zijn „neef" Wells, - -maar de schrijver bezweert lezers en critici de twee niet te vereenzelvigen, óók, omdat dit opnieuw zou leiden tot beschuldigingen van veranderlijkheid aan het adres van de auteur.

Ongetwijfeld is Clissold , niet alleen een volle neef van - Wells, maar zelfs een die de familieverwantschap zóó sterk vertoont, dat ze wel dubbelgangers gelijken. De overeenkomst gaat zoo ver, dat ze van 'ongeveer dezelfde leeftijd zijn, dat Clissold evenals Wells aan de Kensington School voor Natuurwetenschappen heeft gestudeerd, dat Huxley ook Clissold's held is, — om nu maar eenige meer uiterlijke punten van overeenkomst op te noemen.

De wereldbeschouwing, waaraan Wells Clissold uiting laat geven, is die van wat hij noemt het „oorspronkelijk" Socialisme, het Socialisme dat constixictief wilde werken en niet zijn heil zocht in verbittering der geesten, in hol geschetter, in het opzetten van stand tegen stand. De verwording van het opbouwende Socialisme, dat ernstig wilde werken aan een nieuwe organisatie der maatschappij, schi'ijft hij toe aan de funeste invloied van Karl j\[arx, die zwartgallig was doordat hij aan de lever leed en een te zittend leven had. Das Kap, ita 1 poneerde de absoluut valsche stelling dat er zou zijn een kapitalistische maatschappij, een kapita.listisch „stelsel". Onzin, zegt Wells, — ik bedoel Clissold. De kwaal der maatschappiij is juist dat er geen stelsel, geen systeem.in is; en het is er nog nooit geweest ook. Het is even dwaas om te spreken van. het kapitalistisch stelsel, als het is om de toestand van wilde wanorde in de vroege Middeleeuwen aan te duiden met de naam van het leenstelsel, — er zat, en er zit, nogal systeem in!

Neen, de evolutie der maatschapipij moet juist eindelijk, eindelijk, na eeuwen en eeuwen van stelselloosheid, een systeem brengen, — en het is het constructieve Socialisme, dat hierbij leiding zal moeten geven.

De énkelen zullen dat moeten doen. Wie gelooft nu nog, dat de massa iets zou kunnen opbouwen? Ze kan alleen ter neerslaan, niet oprichten. Van de helft - |-1 is geen heil te wachten!

Wells z'n Clissold gelooft nog steeds in de revolutie, doch niet in een, democratische, maar in een aristocratische revolutie: de aristo'i, de besten, die van de intellectueele élite, zullen het moeten doen. En de revolutie, de ommekeer, zal toch eigenlijk meer een evolutie zijn, want de denkende zakenmenschen, rer-en diep'ziende industrieelen als Clissold, zullen de maatschappij organiseeren. Waarbij een van de belangrijkste zaken, waarop gelet moet worden, zal wezen: te zorgen, dat de nieuw geordende maatschappij een op een wetenschappelijke basis gevestigd stelsel van ruilmiddelen krijgt, een doeltreffende, practische verrekening van verplichtingen en aanspraken met een ook in het dagelijksch leven makkelijk ruilmiddel, dat geen aanleiding geeft tot wantoestanden, als thans door de manipulaties met het geld worden veroorzaakt.

Aan God gelooft Clissold niet. Hij is soms zelfs godslasterlijk. Persoonlijke onsterfelijkheid ontkent hij evenzeer'. Wel meent hij, dat alle menschen bij de voortgang der evolutie van het menschelijk geslacht bijdragen aan de vorming van een soort van collectieve menschelijke persoionlijkheid, een Titanisch wezen, dat bewust wordt, en bezit neemt van deze planeet, en onsterfelijk is.

Hoe wordt ook hier de mensch weer op de troon gezet, en vergoddelijkt! Maar 't wordt een karikatuur. Clissold spreekt dit, ongewild, zelf uit, door op te merken: „Dit wezen is, naar mijn meening, geen God, tenzij wij een totale ommekeer brengen in onze opvatting van God". Inderdaad!

Volgens Dr Jimg, de psycho-analyst van Zurich, die Clissold te Londen ontmoette, moet Confucius al de idee van zoo'n allesomvattende, bswuste, onsterfelijke, collectieve menschelijke persoionlijkheid ontwikkeld hebben. En bij Nietzsche's Uebermensch moet men ook aan iets dergelijks denken en niet aan een individueel persoon.

L ' H u m a n i t é van Comte met een kroon op!

Een geanthropomorphoseerd Pantheïsme.

Dat is de uitkomst, wanneer de zondige menschheid zichzelf, in eigen kracht, volmaken wil. Zijn eigen heiland w41 zijn. En zijn eigen god.

The World of William Clissold is merkwaardig als een teeken des tijds.

VELDKAMP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

De Wereld van Willem Clissold.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1927

De Reformatie | 8 Pagina's