GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

lets over het beeld van Jezus in de moderne litteratuur.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

lets over het beeld van Jezus in de moderne litteratuur.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

door W. M. LE COINTRE.

I

Inleiding.

Het is niet dan aarzelend, dat ik, voor vriendelijken drang zwichtend, er toe over ga te publiceeren het referaat, dat door mij over bovenstaand onderwerp werd gehouden op het jongste congres der Geref. Stud. Beweging. Met nadruk stel ik daarom voorop, dat, wat hier geboden wordt, van vrijwel louter-informatorischen aard is, naar persoonlijke smaak en voorkeur georiënteerd, fragmentarisch, allerminst , , einheitlich" en bovenal zeer onvolledig. Het critisch element moge niet geheel ontbreken, in verband met mijn bedoeling kon het niet op den voorgrond treden. Het kan zijn , nut hebben bij de lezing met een en ander te rekenen.

Het zal ook met de behandeling van dit onderwerp wel zóó zijn, dat ik sommigen te weinig en anderen te veel geef. Maar dat is nu eenmaal, bij den ontzaglijken rijkdom van het , materiaal, wel onvermijdelijk.

Ik wil met U gaan door de verschillende gebieden der moderne litteratuur (dit begrip dan in ruimer zin genomen) waarbij het ons blijken zal, dat op al die gebieden men, hoe dan ook, worstelt met het beeld van Jezus.

Het is. naar het mij voorkomt, van groot belang na te gaan, de reflex van het beeld van Jezus op den spiegel van het bewustzijn van den modernen mensch. Nog éénmaal, ge moet daarbij van mij niet verwachten (telkens en telkens) een „eingehende" kritiek. Wij willen thans (en zullen onzen tijd daarvoor al meer dan noodig 'hebben; allereerst luisteren, luisteren naar de (op zeer verscheiden wijze geuite) stem van den modernen mensch, zoo vaak die zegt: , , ik wilde Jezus wel zien". Ik onderschrijf ten volle dit woord van K. Schilder i): „Laat dan ook de Grieksche, d.i. de n.aar scho.onheid dorstende geesten van dezen tijd bij de discipelen van Jezus gehoor vinden en opmerkzame aandacht, zoo vaak zij zeggen: wij wilden Jezus wel zien. De schriftgeleerden zullen op die vraag van aankomende Grieken veel en meer dan veel kunnen aanmerken: niettemin als God hun de gelegenheid geeft om Jezus te toonen als de groote verbintenis van Grieken en Joden, van dichters en schriftgeleerden, dan mo eten zij hooren en spreken en antwoorden. De nood .is hun opgelegd".

Het komt mij voor, dat die nood ai in 't bijzonder is opgelegd aan. allen onder ons, die gezegend zijn met het voorrecht te kunnen en te mogen „studeeren''. Die allen hebben of krijgen een prachtkajis den modernen mensch Jezus te loonen.

Maar, allereerste voorwaarde is en blijft, het luisteren. Eerst dan kunnen wij antwoorden, met de gegronde verwachting ook aangehoord te zullen worden.

Bij dat klisteren zullen wij ons, wat ons onderwerp aangaat, om te beginnen, de zoo noodige beperking moeten opleggen. Wij schakelen allereerst nit, al die litteratuur, die op de moderne Leben-Jesu-Forschung betrekking heeft. Waarom zonden wij die in dit verband releveeren".' Wie zich daarvoor interesseert, zij verwezen naar het bekende boek van Dr Schweitzer: „Geschichte der Leben-Jesu-Forschung" (zweite. neu-bearbeitete uhd vermehrte Auflage, 1913).

A oorts willen wij ditmaal ook buiten, bespreking laten de modern-theologische litteratuur, zooals die zich in 't algemeen bezig houdt met den persoon van, Jezus Christus. Daarin is de voortgang geweest (of, zoo ge wilt de neergang) tot steeds radicaler opvattingen (de bekende mythische-, astraal-theorie etc.) Verwezen zij o.m. naar P. Zondei'van: „Hadicale Christusbescbouvvingen" ^), Dr H. W. Ph. E. V. d. Bergh van EA'singa: „Het Christusmysterie" 3) en Prof. Dr H. Windisch: „De tegenwoordige stand van het Christusprobleem" *: . Ik zwijg ook over zoowel Brunner's: „Der Mittler", als over Bultmann's „Jesus" (de eerste in de rij der „Unsterblichen'', der „geistigen Heroën der Menschheit"). De taak van kritiek en verweer komt hier in 't bijzonder voor de verantwoording der theologen. Onzerzijds gescliiedde dat tot op heden meer fragmentarisch, dan systematisch. Van R.-Katholieke zijde verscheen o.m., (tegen de radicale opvatting van v. d. Bergh van Eysinga b.v. zich in het laatste hoofdstuk riehtend): „De Pseudo-Christus", door Dr Jos Keulers •'). 'Buiten beschouwing blijve thans ook alle litteratuur, die zich in 't bijzonder bezig houdt met Jez'us' jeugd, waarover, alhoewel de gegevens hier zoo uiterst schaarsch zijn (of, zouden wij moeten zeggen, juist omdat het er met dè gegevens zoo bijstaat? ), veel gedacht en geschreven is. Uit den aard der zaak rust dat alles meest op buiten-Schriftuurlijke gegevens. Hierin vooral is sterk alle apocriefe litteratuur, waaraan wij stilzwijgend voorbijgaan. Een proeve van degelijk-oriënteerend werk op een bepaald punt te dezer zake mag heeten het artikel van K. Schilder „Apokriefe Kerstgedachten""). Die, litteratuur-zelf maakte voor velen weer toegankelijk H. Bakels in zijn. „Nieuwtestamentische Apocrieven, of het riadere over Jezus, Zijne Ouders en Apostelen en andere (voornamelijk nieuwtestamentische) personen, volgens schrijvers vooral uit de eerste twee eeuwen onzer jaartelling" •). Verwezen kan voorts nog naar „Jezus als Jongeling", door Wilhelm Scharlmann^), speciaal het eerste boek daai'van : , , Aan de grenzen der Kinderjaren'', ; '.! zult ge daaruit ook niet veel wijzer worden.

Onzerzijds werd iets zeer lezenswaardigs ter zake gegeven door Ds J. van Andel in een lezing over , , Jezus als Jongeling", waarin o.a. rijke gedachten voorkomen over Jezus' zich ontwikkelend zelfbewustzijn en het lijden daarin^).

Het merkwaardige is, dat de moderne mensch al die, min of meer diepzinnige, met wat dan ook in verband gezette, uit wat voor ondergrond dan ook opgevoerde, Christus-beschouwingen, over 't algemeen voor kennisgeving heeft aangenomen en, voorzoover hij relatie met Hem zoekt, zich wendt, op wat voor wijze dan ook, tot den Jezus der Evangeliën, nu heel in 't algemeen gesproken. Dat kan o.m. blijken, als ge acht slaat op de beeldende kunst, de opvattingen ter zake van beeldhouwers en schilders. Evenwel, ook heel het, 'laat ons gemakshalve zeggen, „uitwendige" Jezusbeeld willen wij nu buiten beschouwing laten, hoe interessant het ook zijn zou hierop eens wat nader in te gaan. In het algemeen is aan 'te raden het bekende boek van den Erlanger Prof. Hans Preiisz: „Das Bild Christi im Wandel der Zeiten", waarin echter alleen maar een 113 beelden van Jezus Liit den loop der eeuwen verzameld zijn, met korte aanteekeningen, maar niet nader op de zaak zelf, die daarbij aan de orde is, wordt ingegaan*"). Iets in die richting geeft Mevr. van Hoogstraten— Schoch in een werkje, getiteld: „Het ongeschonden beeld, zooals verschillenden van onze tijdgenooten Hem zien, Jezus Christus". Het eerste gedeelte daarvan is ook juist gewijd aan een bespreking van het lichamelijke beeld van Jezus, waar de schrijfster tenslotte laat zien, dat het N. T. toch wel iets zegt over Jezus' verschijning, b.v. over Zijn oogen en hun macht over de menschen").

Interessante beshouwingen. in deze materie geeft Dr R. Miedema in een referaat (gehouden voor de Studieclub van Moderne Theologen; , getiteld: „Christus in de Beeldende Kunst", waarin er op gewezen wordt, dat ook voor de kennis en de geschiedenis der Christologie, de kunst een belangrijke bron vormt, waaruit nog al te weinig geput is > -).

Hier liggen veel vragen: zou het b.v. waar zijn, dat de beeldende kunst, waar zij zich werpt op het beeld van Jezus, ons wil uitvoeren boven de theologische geschillen? En mede daarvandaan verklaard zouden kunnen worden de soms evensterke sympathieën voor bepaalde weergaven van den Christus in overigens 'toch zooveel verschillende levenskringen'.' Onderschatten wij toch niet den invloed, die er van een voorstelling van • den Christus uit kan gaan. „Der Wert schoner ChristusbiJder ist grosz.-Sie können unsere Phantasievorstellungen lautern und uns zu einer reinen, fes ten Anschauung Jesu verhelfen, wie Lavater sagt: Je bessere Christusbilder, desto mehr Glaub'e an Christum: ein schönes Christusgesicht weckt Glauben an Christum. Der Vater kann durch alles zum Sohne ziehen""). Het is, zonder meer, duidelijk, dat wij deze woorden, in dezen vorm, niet kunnen onderschrijven. Maar daarbij ook, dat het tijd wordt, dat wij ons ook hier meer rekenschap gaan geven van. de dingen en eigen standpunt nader bejialen. Iets in die richting geeft wederom K. Schilder, en wel in zijn. opstel over , , De Boeddhistische' Christus", als hij m.n. over Toorop heeft, wiens invloed ook onder ons niet te ontkennen valt»*). Maar, ook, daarvan kunnen wij nu niet handelen.

En tenslotte: specifiek R.-K. litteratuur laat ik in 't algemeen buiten beschouwing. Daar zou anders een rijke oogst te garen zijn, m.n. ook onder de jongeren in het Roomsche kamp, waar in menig opzicht met een opwaking een merkwaardige activiteit gepaard gaat. 'Wat niet wegneemt, dat we natuurlijk we] eens naar een R.-K. auteur zullen luisteren: er zijn hier natuurlijk ook grensgevallen en er zijn er ook, die, om zoo te zeggen, ons aller gemeengoed geworden zijn.

Nog een vooropmerking, vóór ik tot mijn eigenlijk onderwerp kom: wat de muzieklitteratuur aangaat, verklaar ik mij incompetent tot oordeelen. Wij kennen allen in onzen tijd de telken jare weer oplevende belangstelling voor de Passionsmuziek, ongeacht dan nu de wezenlijke waarde en beteekenis dier belangstelling in religieusen zin. Maar mij is onbekend, of er daarvan op de moderne componisten van naam, ook inspiratie uitgaat (ik bedoel weer speciaal in niet-R.-K. kring), om zich te werpen op een muzikale illustratie van het leven van Jezus, afgedacht dan nog natuurlijk van de vraag hoe, in 't algemeen, daarover zij te oordeelen. j


I) Zie in „Bij Dichters en Schriftgeleerden" het opstel , ', Wü wilden Jezus wel zien", pg. 261, uitgeg. door de Uitgeversmaatschappij Holland te Amsterdam, 1927.

^) Uitg. Meijer en Scliaafsma, Leeuwarden 19Lö. Hier worden behandeld D. F. Strauss, B. Bauer, A. D. Loman, A. Kalthoö, J. M. Robertson, P. .lensen, W. B. Smith, G. J. 1? . J. Bolland, A. Drews en A. Niemojewski.

^) Uitg. J. Ploegsma, Zwolle 1917. Volgens dezen schriiver is het Evang. niet veel anders dan historiseering van een vooral astrologische mj'the.

*) Uitg. Van Gorcum en .Comp., Assen, 2e, omgewerkte en sterk vermeerderde druk, 1925, waarin juist de zuiver mythische waarde van de Christusfiguur bestreden wordt.

^) Uitg. J. J. Romen en Zonen, Roermond, 1925.

«) A. w. pg. 357—391.

') Uitg. Wereldbibliotheek, Deel I, .1922, Deel 11, 1923. Voor ons doel m.n. 't Ie dl.

8) Uitg. Hollandia-Drukkerij te Baarn, 1925, Geautoris, vert. van IMevr. H. M. Eigenhuis—van Gendt, een fantasierijk geschrift.

^) Te vinden in „Bloemlezing uit de Avondster", Kampen. J. H. Kok, 1908.

1°) Uitg. R. Voigtlanders Verlag, Leipzig, 1915.

II) Uitgeg. door de Hollandia-Orukkery te Baarn in 1926.

12) Uitgeg. door van Gorcum en Comp., te Assen, 1927.

") Zoo zegt D. E. Pfennigsdorf in ztjn „Christus im modernen Geistesleben, Christliche Einführung in die Geisteswelt der Gegenwart". Verlag Friedrich Balm in Schwerin i. Mecklb. 1928, pg. lóG.

Mecklb. 1928, pg. lóG. - 1*) A. w. pg. 148. 189.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

lets over het beeld van Jezus in de moderne litteratuur.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1928

De Reformatie | 8 Pagina's