GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Maatschappij tot bevordering der toonkunst en haar  gedenkboek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Maatschappij tot bevordering der toonkunst en haar gedenkboek.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is in de laatste jaren gewoonte geworden, dat bolangrijko maatschappijen bij haar eeuwfeest een ge^ (lenkboefc het licht doen zien, dat in min of meer uitgebreiden vorm de geschiedenis geeft van de honderdjarige. Reeds verscheidens behmgrijke bijdragen tol de cultuurgescliiedenis van den cijd na de Fransche revolutie zijn we zoo' rijker geworden. Ik d'enk o.a. aan liet driedeelige prachtwerk van Dr C. Mansvelt over lie Neüerland.sche Handelmaatschappij, dat een heel andere» tijk gegeven heeft op' onze handelsgeischiedenis en t> P' de ontAvikkeling van de Twentsche industrie Ook de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst lieeift dit jaar, bij haar 100-jarig bestaan, gemeend liaar géschiiedenis te moeten geven in ©ea lijvig boteilsiilael van de hand van den heer J. D. C. van Dofckünii, die al eerder in hst tijdschrift „Caecilia" een aantal bijdragen geleverd had, waarin hij de ontwikkelingsjaran ider Maatschappij had geschetst. Het ligt in mijn bedoeling een en ander mee te deelen omtrent bat werk van de Maatschappij, naar aanleiding van, , .haar gedenkboek. ']j^^^êi

De' schrijver van het gedenkboek geeft earst'''ini-'S]n inleidmg aan beknopt beeld van den toestand van - verval op muzikaal gebied, ook in Nederland. Na den Pranschen tijd ontbreekt ook op kunstgebied alle durf, alle initiatief, alles blijft nog onder invloed van Franbijk, al is mea in politiek opzicht ook vrij van Franki-ijk. Het is dan. ook jvcl ©enigszins in strijd met de feiten en aanhalingen van kunstcritici uit de vorige eeuw, als de schrijver meent t© moeten oonstateeren: „Toen het Nederlandscbe volk ontwaakt was uit „den Franschen nacht" bleek overigens opnieuw zijn veerkracht. De nationale geestdrift, waarmee den 30en November 1813 d© terugkeersnde Oranje-vorst, die weldra als WjUem I clen troon van het Koninkrijk der Nederlanden bestijgen zou, te Scheveningen was ontvangen geen . ijdele - belofte. Er vertoonden zich weldra leekenen van - herleving op elk gebied, die van lioogerhand op verblijdande wijze w_erden aangemoedigd, en daarin deielde ook de toonkunst." Juist na de vrijwording-is er op eik gebied zoo weinig energie getoiond en zoo weinig kracht, dat de tijd van verval vóór 1795 nog gunstig afsteekt bij den tijd na 1813.

Gelegenl'ieid tot degelijke muzikale oipleiding bestond er in ons laad niet, beroepsmusici moesten door slecht belaalde lessen (een muzieloneester bood in da Hofcourant lessen aan a 16 cent per uur) of het dirigeeren van kleine koren, waar men ze maar al te ; «''goad hun ondorgeschiktheid aan het bestuur liet voelen, zich een armelijk .bestaan zien te verwerven. Muziek werd beschouwd als een soort volksvermaak. Men kwam op óoncert-en om elkaar te zien en gezellig samen te zijn, wat te praten en als men lust had ook nog wel jeens naar d© muziek te luisteren. De Maatschappij tot Bevord-ering der Toonkunst heeft zeker wel belangrijk werk verricht door haai: pogingen om het muziekleven in cns - land op hooger peil te brengen on het moet gezegd, dat haar werk niet zonder succes is geweest. Waar in het begin der vorig© eeuw geen werk van Kederlandsche c-omponisten kon worden uit­ gevoerd, omdat men geen Nederlandsche componisten, die iets beteekendon, had, en de ond-Nederlandsclia muziek van Jan Pieter Sweelinck en Jacob Obrecht in het vergeetboek was geraakt, kan nu' gewezen worden op zeer belangrijke Nederlandsche composities, terwijl het werk van de oud-Nederlandsche componisten weer opnieuw 'is uitgegeven en 'door model-uitvoeringen is bekend gemaakt. Nu worden onze Nederlandsche toonkunstenaars in den vreemde uitgenoodigd om daar concerten te geven en te dirigeeren, honderd jaar geleden worden hier in Nederland steeds buitenlanders benoemd als orkest-en koorleiders, omdat ar geen bekwame Nederlanders - waren; men noodigde buitenlandsche solisten uit, omdat Nederland er geen bezat. Evenals op ander ten-ein, trachtte ook hier Koning Willem I's regeering veibeterimg te brengen. In 1826 warden vier muziekscholen opgericht door de regeering, twee in Noorden twee in Zuid-Nederland, terwijl in 1827 het eerste Nederlanidsclie beroepsorkest werd gevormd, door de oprichting van da hofkapel. De poging door de „Maatscliappij tot Nut van het Algenieen" in 1820 gedaan, om aen vereeniging te stichten tot verbetering van het muzikaal leven, ging den weg, dien zoo veel fraaie Nederlandsche plannen bewandeld hebben: „een voorstol, — een coanmissie, — een rapport, — een comité tot onderzoek, — een nieuw rapport, — beraadslagingen, — het maken van een uitvoerig plan, — het beramen van een - proeve, — vele onoverkomelijke bezwaren, — in de doos!" Dat de - Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst gesticht werd, is te danken geweesl; aan dan geweldigen ijver en het zeer groote doorzettingsvermogen van den heer A. C. G. Vermeulen, - die alleen alles heeft voorbereid, en dan ook zeer terecht geëerd is als de stichter van de Maatschappij. Als hoofddoel stelde men zich het bevorderen van de 'oompositie, verder wenschte men de Nederlandsche muziek te verspreiden in het buitenland, goldelijken steun te bieden aan veelbelovende jongelui, het muziekonderwijs te verbeteren en groote muziekuitvoeringen te geven. Herhaalde malen, beeft liien ook pogingen gedaan om te zorgen voor een betere opleiding van organisten, om daardoor het kerkgezang te verbeteren, en ook • zijn heel wat pogingen gewaagd om den volkszang te verfraaien. Zoo-werd in 1864 door de Maatschappij gesticht de „Nederlandsche Koraalvereeniging", die zich ten doel stelde koraal-melodieën en stichtelijke liedereu uit te geven tegan lagen prijs, het verspreiden van toelichtingen daarbij, en het opwekken tot de stichting van „Kóraalgezelschappen" in verschdiende plaatsen. Dit is vooral het werk geweest van den Amsterdamschen medicus en volksdichter Dr Jan Pieter Heye, die ruim 30 jaear de - stuwende kracht is geweest van de Maatschappij toit Bevordering der Toonkunst. Door de Kóraalvereeniging werd reeds in 1866 een poging ~ gedaan om enkele psalmen weer ryi, hiuisch te ''isüea zingen, ea bij een anderen inhoud voor een vers ook een andere melodie te gebruiken. Zoo gaf men Psalm 42 uit met voor het eerste vers de gewone melodie^, maar dan rythmisch bewerkt, en voor het derde vers een nieuwe berijming met daarbij passende nieuwe melodie. Van den eersten bundel koralen werden ruim 11.000 exemplaren verspreid. In 1877 werd de naam der Kóraalvereeniging veraiiderd in „Nederlandsche Koorvereeniging", die zeer veel gedaan heeft voor de ontwikken ling van den volkszang en door haax „Volkszangbibliotheek" heel wat zorgvuldig gekozen muziek met Hoilandsche teksten onder de menschen heeft gebracht.

Naar buiten , is de Maatschappij tegenwoordig wel het meest bekend door haax muziekscholen, die onder leiding van uitstekende musici, het muziekoaiderwijs zeer hebben bevorderd en nog steeds bevorderen en door do examens, die zij heeft ingesteld om te zoi'gen, dat het peil. van het muziekonderwijs werd verhoogd. Minder bekend, maar toch van zeer groiote beteekenis, is de door de Maatschappij gestichte bibliotheek, die zeer belangrijke werken bevat, maar helaas niet altijd cv^en trouw 'Is verzorgd. Ook. voor het zangonderwijs op de lagere school is de Maatschappij herhaakte malen in de bres gesprongen, echter met zeer weinig succes. Nog steeds is het helaas mogelijk, dat •onderwijzers, die zelf verklaren, absoluut niet te kunnen zingen, en ook eerlijk willen' erkennen, dat ze geen zangonderwijs kunnen geven, door de slechte regeling dezor materie in de lager-onderwijswet bevoegdheid verkrijgen o-m - zangonderwijs te geven. De Maatschappij heeft 'getracht, hierin verbetering te brengen door zelf een diploma van bekwaamheid in te stellen voor het zangonderwijs in de lagere school. Voor het eerst werd in 1889 examen afgèno-nien voor dit diploma.

Nog veel meer belangrijks valt te vermelden van deze aiunderdjarige; ik hoop echter, dat dit artikel, waarin ik slechts ©ven een en ander heb-aangestipt, zal leiden tot het ter hand nemen van het gedenkboek, 'dat, bij enkele hoofdstukken gewijd aan da veranderiiigen in de reglementen der Maatschappij, wat voor buitenstaan-diers niet zoo heel interessant is, ook een aardig beeld geeft van het muziekleven in ons land , gedureaide de vorige eenw.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 september 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

De Maatschappij tot bevordering der toonkunst en haar  gedenkboek.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 september 1929

De Reformatie | 8 Pagina's