GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het boek van Yahuda.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het boek van Yahuda.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

H.

Zoo is dan W e 11 h a u s e n s getij aan 't kenteren. En Gunkels school van invloed. Zoo krijgt ook een andere richting dan de zuiver-Wellhauseniaansche het recht van meespreken op den wetenschappelijken Areopagus. Er is heden eigenlijk geen 'bepaalde richting, die op het gebied van den Pentalteuch den boventoon voort. Het gist en elk nieuw geluid wordt dankbaar begroet. Ook wat vroeger als conservatief zou zijn gebrandmerkt. De spade! Het historisch karakter der Oud-Testamentische verhalen in Genesis en Exodus is er door aan 't licht, gebracht. Oudere onderzoekers (ook Gereformeerde: Prof. M. N o o r d t z ij !) worden erdoor in 't gelijk gesteld. De waarheid winti Ook op dit terrein.

'Nulmoeten we natuurlijk nooit denken, dat de Bijbel zonder deze kentering der gevoelens iets zou inboeten. Legitimatie van de zijde der wetenschap heeft 'hij niet noodig. Hij is daarboven verheven. Ook is Gunkels richting niet minder ondermijnend voor ons geloovig staan tegenover het gezag der Schrift dan die van Wellhausen. Als Gressmann, om een voorbeeld te noemen, zich bezighoudt met de „sage" van het bevel om Israëlietische jongetjes te verdrinken in den Nijl, haalt hij als verwante „sage" Mattheus 2 aan: Eharao en Herodes zijn beiden koningen, die een gevreesden toekomstigen mededinger (Mozes en Jezus) willen onschadelijk maken. Historisch karakter draagt dus een dergelijk algemeen voorkomende trek niet. Trouwens de naam „sagen" zegt hier al wat. En men wil door onderzoek doordringen tot de kern, tot de waarheid, die In de „sagen" is ingCTvikkeld.

Maar al de genoemde factoren maken, dat men weer oog krijgt voor de mogelijkheid, dat de Pentateuch toch betrouwbaarder mededeelingen aangaande Israels voorbestaan en oudste geschiedenis, ook aangaande zijn eigen wording, biedt dan vroeger het geval was. Hoe hebben in Duitschland en Nederland stemmen geklonken als van een roepende in de woestijn. En toch, nu, in 1929, verschijnt er een boek, dat veel van wat die oude apologeten beweerden, ook _^van Egyptologische zijde sclyjnt te bevestigen. Dat bovendien, in de aïgemeene onzekerheid, kans maakt van een nieuwe richting aan te geven. Doordat het het Pentateuchprobleem aanvat van den taalkundigen kant en wil nagaan, of er in de Hebreeuwsche taal • sporen zijn aan te wijzen van het Egyptisch. Door de Gereformeerden moet een dergelijk werk nauwkeurig worden getoetst. Omdat Oiok zij zitten met moeilijkheden in betrekking tot den Pentateuch. Mozes als schrijver van den Pentateuch, in den vorm, waarin hij vóór ons ligt, te beschouwen, is onmogelijk. Daartegen strijden behalve het feit, dat daarin zijn eigen dood beschreven woidt, opmerkingen over zijn karakter (hij was zeer zachtmoedig) en andere gegevens. Trouwens, daartoe wordt m^en ook niet genoopt door de Schrift, ook niet door het Nieuwe Testament. Men lette b'.v. op het verschijnsel, waarop Prof. Dr G. Ch. A alders in het art. Pentateuch in Chr. Enc. (IV) gewezen heeft, dat de uitdrukking „Mo'Zes en de Profeten" verklaard kan worden uit het Joodsche spraakgebruik en dat, wanneer Mozes in het Nieuwe Testament als zegsman wordt genoemd, dit altijd ziet op een uitspraak in zijn wetten of uit de historie, door hemzelf beleefd (zie b.v. Mare. 12:19, Joh. 1:46, 5:46, Rom. 10:5). Persoonlijk gelooven we, dat de Pentateuch als boek al bekend was in de jeugd van David. Maar dan zoeken we een oplossing voor het Pentateuch-probleem, die S c h r i f-t u u r 1 ij k is, dus geen der Bijbelsehe gegevens geweld aandoet. Dat is, ongetwijfeld, bevooroordeeld wetenschap beoefenen. Maar... Wj e 11 h a u-sen was dat ook niet met zijn school: nbevooroordeeld: ijn geloof was het geloof in de evolutie-hypothese !

Elk werk, dat ons na staat, doordat de schrijver bet zelfgetuigenis van den Pentateuch tracht te handhaven, is voor den Gerefo^mieerde vooral belangwekkend,

Een andere moeilijkheid, waarvoor we ook op Schriftgeloovig standpunt staan, is de volgende. Welke zijn de 'bronnen van den T? entateuch? En dan Jjronnen genomen in de gangbare beteekenis van het woord. Wellhausen en Kuenen gebruikten het, zooals we zagen, van de verschillende gedeelten, waarin de Pentateuch kon worden verdeeld: Jahwistisch stuk, Elohistisch stuk, noemden ze Jahwistische en Elohistische bron. Wij bedoelen het woord „bronnen" in den zin van: geschriften of mededeelingen, waaruit de schrijver heeft .geput. Wielnu: hier rijzen vragen als: waren dit uitsluitend schriftelijke bronnen of moet ook aan de mondelinge overlevering een plaats, en zoo ja, een plaats van beteekenis worden ingeruimd? Wat te denken van de verhouding tot de overlevering der Babyloniërs en der Egyptenaren? Met de belijdenis, dat de openbaring van Israël de oorspronkelijke en bijzondere is, is men in beginsel klaar. Maar nu moeten we dat beginsel uitwerken tot in onderdeelen. En het eigene van Israels openbaring, voorzoover ze ons schriftelijk is bewaard', krachtig handhaven met argumenten. Ook al mocht iets formeel gelijkluidend zijn met wat gevonden wordt in Egypte, het is toch materieel, naar den inhoud, in Israël wat anders. Daarom is wat woorden en taal betreft het Hebreeuwsch van den Pientateuch een dankbaar voorwerp van vergelijking met het Egyptisch b.v. Maar ook; hier blijft: „als twee hetzelfde doen (in dit geval: hetzelfde spre^ ken), is het nog niet hetzelfde. Als er b.v. in het Paradijsverhaal voorkomt het woord „leven" en ook in een Babylonisch verhaal, dan mag men niet zonder meer aan dat woord in beide verhalen denzelfden zin toekennen, i) En datzelfde zal ook het geval zijn bij vergelijking met het Egyptisch, ï'ormeele overeenkomsten zullen dus voor een Ge'reformeerd : beoefenaar van het OudO' Testament den meesten indruk maken. Historische bevestiging van de Bijbelsehe gegevens dankbaarder worden ontvangen dan gegevens aangaande den tijd, waarvan niemand wat weet dan God en... zij, aan wie het door God is geopenbaard: de aartsvaders, Israël, Gods volk. 'Wie zullen bij de beoordeeling ader met deze stelling werken.

zoo ob­ Maar eerst het boek van Yahuda j jectief mogelijk trachten weer te geven.


^) Zie Prof. Dr H. V i s s c h e r, Het Paradijsprobleem, l. 33, noot 1.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Het boek van Yahuda.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1930

De Reformatie | 8 Pagina's