GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nog een paar grieven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog een paar grieven.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer spraken we met, elkaar over he wel wat vreemde verschijnsel, dat in onze Wet o het L. O. een vak als Bijbelsche Geschiedenis nie meetelt. We hebben nog een paar grieven tege onze wetgeving.

Eén van de voorwaarden, waarop de Bijzondere scholen subsidie kunnen krijgen, is, dat het Onderwijs wordt gegeven volgens een Rooster van lesuren, volgens een Leerplan. Beide moeten aan het Rijksschooltoezicht worden meegedeeld en behooren in overeenstemming te zijn met de wettelijk© voorschriften. Daar is niet het minste bezviraar tegen. Wel hebben we ons onzerzijds altijd met hand en tand verzet tegen het streven, dat ook Leerplan en Lesrooster zouden worden onderworpen aan d© goedkeuring van het Rijksschooltoezicht. Daarbij toch komen kwesties aan de orde over de waardeering van de vakken onderling en daarin moet de Christelijke school vrij blijven. Zij zal altijd meer nadruk leggen op de vaïken, waarin de Historie aan de orde komt, dan dit het geval kan zijn op de Openbare School. Als men hier graag zegt, dat de kinderen moeten worden kinderen van het heden, dan durven wij altijd nog te zeggen, dat ze ook moeten zijn kinderen der historie. Daarom is de wettelijk© term dan ook geworden, , dat we mededeeling doen aan den Inspecteur van Leerplan en Lesrooster. Nu doet het een beetje vreemd aan, dat artikel 90, lid 4, bepaalt, dat voor afwijking van den Rooster toestemming noodig is van het Bestuur en den Inspecteur. Dat het Bestuur de afwijking moet goedkeuren, spreekt vanzelf. Het Bestuur heeft hem ook ingezonden en ontvangt op voorwaarde van zoo'n Rooster, die aan de wettelijke voorwaarden voldoet, subsidie. Moet bovendien zorge]), dat het onderwijs gedurende 40 normale weken wordt gegeven. Maai-, waarvoor de toestemming van den Inspecteur hier noodig is, kan niet zoo gemakkelijk worden ingezien. Vreest de Wetgever nu in eens weer, dat van zulk afwijken maar een al te ruim gebruik zou worden gemaakt? Daar is dan de zorg van de schoolbesturen, die hun geld en hun tijd al jaren lang hebben besteed, om voor goed onderwijs te zorgen, weer tot nul gereduceerd'. Dit bewijs van wantrouwen hebben ze geenszins verdiend. Beter is d© bepaling, die in deze zaak voor Kweekscholen geldt, dat namelijk tien dagen tevoren kennis moet worden gegeven aan het Rijksschooltoezicht van een noodige afwijking van den Rooster. De Inspecteurs kunnen er dan tijdig bij hun voorgenomen bezoeken rekening mee houden.

Menigeen vindt zoo'n toestemming misschien een kleinigheid, maar het hoort niet thuis in het systeem van de regeling voor de Vrije school. Zoo iets geeft aanleiding tot onaangenaamheden, heeft dat al gegeven en kan daarom beter worden weggenomen. Met kennisgeving tevoren, of, in gevallen van nood, nadien, moet kunnen worden volstaan.

Een ander puntje van ergernis op vele plaatsen is de bepaling, dat kinderen, die de zeven jaarklassen hebben doorloopen, maar nog geen 13 jaar zijn, bij het einde van den cursus de school niet mogen verlaten; ze moeten nog een vol jaar naar school. Dat geldt dus al de kinderen, di© voor hun zesde jaar naar school mochten en regelmatig zijn overgegaan. Voor zulke kinderen geldt dus een achtjarige leerplicht. Het kost al moeite, de Leerplichtwet, die zeven jaar eischt, populair te maken, maar deze verkapte acht-jarige leerplicht ontmoet in heel wat streken vrij wat tegenstand. Het wil mij minder go©d voorkomen, dat met deze bepaling de hand v/ordt gelicht. Men moet de menseben de wet niet leeren overtreden, maar het is beter, dat de wet in dit opzicht wordt veranderd.

Deze bepaling gaat tegen de bedoeling van een zevenjarigen leerplicht in. We behoeven er nu niet niet over te twisten, of het voor de kinderen nog niet beter is, dat ze acht jaar school gaan. Daar zijn vele ouders wel van overtuigd zonder Leerplicht. Maar het gaat er over, dat de maatschappelijke positie van de ouders en ook de werkzaamheden in huis en bedrijf heel vaalc tot een groot offer maken, wanneer een kind nog ©en jaar naar

school moet. Heel vaak heeft ook de onderwijzer er weinig pleizier van. Moet hij er een aparte klas van maken? Ook als het hoofd b.v. reeds het vijfde, zesde en zevende leerjaar voor zijn rekening heeft. En dan, hoe zaJ het inwerken op de gewilligheid en de volgzaamlieid van zoo'n kiad, wanneer er thuis gedurig over gekankerd wordt, dat zoo'n groote jongen, zoo'n groote meid nog naar school moet? De eenige oplossing lijkt mij hier, dat de kinderen na het doorloopen van het Tde leerjaar worden vrijgelaten. Te meer, omdat de opvatting raa alle kantonrechters ook niet dezelfde is, krijgt men zoo gemakkelijk een verschillende rechtsbedeeling, met natuurlijk een deel verongelijkten.

De ordelijke burger houdt zich graag aan de wet, komt niet graag ia aanraking met boete en straf en het zou jammer wezen als door een minder gelukkige bepaling sommige ouders over den schroom in dezen heenraakten.

G. MEIMA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Nog een paar grieven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's