GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

DS S. Wouters schrijft in „Soester KerM> ." over de Buchman-beweging.

Merkwaardige steialtjes, die het bovengenoemde bevestigen, vonden we in een correspondentie uit Londen, over de Buchmanbeweging, opgenomen in de „N. Rott. Crt" van 10 Febr. j.l. Daar wordt, heel typeerend weer, van Buchman gezegd, dat hij om het dogma zich niet bekommert, maar het geloof beleven wil. Hij wil terug naar de eerste eeuw van het Christendom en daartoe groepen vormen van geloovigen om het even uit welk Kerkgenootschap, mits: zij de onmiddeliijke leiding van God willen aanvaarden. Lees nu eens goed het volgende zinnetje: De groeper staat des ochtends op met een tot alles bereiden geest; waar God Hem leiden wil, gaat hij: in alle moeilijkheden wacht hij rustig en geloovig op die ingeving van boven: zoo wordt alles eenvoudig, er bestaan geen problemen meer. Hier zitten we reeds heelemaal in de lijdelijke hoek. Afwachten. Ingevingen krijgen. Zie echter hier tegenover weer het „bid en werk".

In dat artikel leest ge zelfs: „Ik hoorde in de Central Hall een professor in de oeeonomie uit Zuid-Afrika verzekeren, dat het probleem van den gouden standaard voor het menschelijk verstand teveel is, maar in den groepsgeest zonder moeite is op te lossen. Laat de gouverneur vein de Bank van Engeland, zoo sprak hij, samenkomen met zijn collega's uit andere landen, laat hen eerlijk (maar eerlijk, weet gij!) de leiding van God aanvaarden en er is geen probleem mee r". Zeer geachte lezers — wordt zoo alles niet beel eenvoudig! Stel ü maar onder leiding, zooals de Buchmambeweging wil, en alle kwesties worden opge. lost. We vragen echter: Waarom toont ons de Schrift dan toch zoo de worsteling der geloovigen! Hoe ze smeekten en baden, maar tegelijk vaak de allermoeilijkste beslissingen moesten nemen! Hoe werd er ge. beden juist om wijsheid en inzicht om te handelen, Het bedoelde artikel schrijft echter: Om wijsheid zuchl de groeper niet eens! De beweging is een verschijnsel temeer van den afkeer van het verstand, die onzen tijd kenmerkt. „Ze is irrationeel", schreef iemand in „Oxford and the groups".

Juist; het irrationalisme eener voorafgaande periode kan ook in deze late vrucht zich nog doen gelden. En ~ velen voor een tijd vereenigen, die toch geen ware eenheid zullen vormen.

De Christelijke Gereformeerden en de vrouw,

Dr E. D. Kraan schrijft in „Geref. Kerïbl. Hoek vaï Holland" etc:

In het Mei-nummer van „Belijden en Beleven", bel orgaan van den Bond van Chr. Geref. Meisjesvereenigingen, geeft de veldprediker Ds H. Janssen, op d« vraag: „Waarom mogen de vrouwelijke lidmaten geei stem uitbrengen bij het beroepen van een predikaat? ' het volgende antwoord:

„Reeds jaren lang ben ik van oordeel, dat de vromi in de gemeente het stemrecht toekomt, om de eenvoudige reden, dat zij belijdenis des geloofs heeft afge legd en tot lidmate der gemeente is aangenomen.

Nu is mij' nooit duidelijk geworden, waarom dal men aan de vrouwelijke lidmaten het stemrecht ont houdt.

Zijnerzijds voegt Dr Kraan dan hieraan de opmerking toe:

Het is in de laatste jaren meer dan eens voorgekomen, dat, wanneer bij ons nog maar de vraag werd opgeworpen, of er niet eenige verandering moest komen in de inrichting van den eeredienst, in het gezang der gemeente, en ook in de kerkelijke positie dei vrouw, er aan den Chr. Geref. kant dadelijk gereed stonden om ons te verketteren en te veroordeelen en om uit te roepen, hoe ernstig wij toch wel achteruitgaan en verwereldlijken.

En tegen dien geest kan het nu toch een heilzaam tegengif zijn, wanneer er uit den Chr. Geref. kring zelf stemmen opgaan, die zeggen: wij denken over verandering in den eeredienst en gezang en de positie der vrouw precies als zij.

Geduld, geduld; de leiding van „De Wekker" blijlil hoe langer hoe meer een tegen-beweging wakker t« roepen.

De Cock en Schortinghuit

DT E. D. Kraan schrijft in „Geref. Keriibl. Hoek vai Holland" etc. interessante artikelen ter bestrijding vai wat in „Onder Eigen Vaandel" over de Afscheiding ii „ten beste gegeven". De stukken vliegen eraf. Tegen B Verschoor (tot wie ook Prof. Dr A. G. Honig in „Di Bazuin" enkele corrigeerende artikelen richtte) merl Dr Kraan op:

Tot nog toe werd algemeen aangenomen, dat Di Cock, die als een „Uchte" dominee begon, tot verandering is gekomen, vooral door het lezen van de Institutie van Calvijn en de Drie Formulieren van Eenigheid. Maar Ds Verschoor schijnt van een ander gevoe len te zijn. Hij schijnt te meenen, dat mannen ak Schortinghuis, Dte Cock's geestelijke vaders waren. Ni is het natuurlijk geheel Ds Verschoor's recht, dit t( meenen. Maar als hij deze meening publiceert, moe hij haar ook bewijzen. Met algemeene beschouwingei zijn wij niet klaar. Hier moeten feiten geconstateerd En dan geloof ik, dat deze moeilijk te vinden zuUel zijn. Dir G. Keizer publiceerde in zijn pas verschenen standaardwerk ook uit de catalogus van boeken, dit De Cock te Ulrum op zijn studeerkamer had staai Maar daarin is niet één naam van de door D's Verschoor genoemde schrijvers te vinden. En ook in geschriften, die De Cock zelf publiceerde, schijnt bi nooit een van die schrijvers aangehaald te hebben, die naar Ds Verschoor's opvatting, zijn geestelijke leermeesters zouden zijn geweest. Wel moet één der ouderlingen van Ulrum, broed& r J. J. Beukema, die grooten invloed op De Cock's verandering' heeft gehad: min of meer een man geweest zijn van het type Ds Verschoor bedoelt; maar De Cock liet zich tod niet door dezen voeren tot separatisme en wist dei zachten drang in die richting op hem geoefend te wederstaan.

Ook dit vraagt de aandacbt:

Het spreekt boekdeelen, dat de eerste geschriften die De Cock de wereld inzond, een nieuwe uitgaaf w« van de Drie Formulieren van Eenigheid en van h Kort Begrip —• welk gezelschapsmensch zou dit ooi doen?

Valsch vemuH

Ds A. B. W. M. Kok citeert in „Zeeuwsche Kerkb.' enkele passages uit Bavincks „Welsprekendheid". O.m dit over valsch vernuft:

Van valsch vernuft geeft hij enkele typeerendi staaltjes: Als men op de vraag: Waarom vatte Moze" ide slang bij den staart en niet bij den kop, diepziü' nig antwoorden durft: omdat de kop in 't paradijs vet' morzeld was. Als men met mystischen blik in de maS' nen der Samaritaansche vrouw de vijf boeken van Mi> zes aanschouwt. Als men in het huwelijk van Izi - en Rehekka de wijze af geschaduwd ziet, waarop Chris tus zijn bruid, de gemeente, zich verwerft. Als mfl dit alles en nog veel meer als het Woord Gods verkondigen durft, zal het aan succes niet ontbreken.

Monica, en het onderwijs.

In „De Nieuwe Eeuw" (roomsch) wordt meegedeeld:

Den 4en Mei 1856, op den feestdag van Sint Monica, liield John Henry Newman in de kerk der katholieke Universiteit te Dublin, waar hij toen rector was, een predikatie, waarin hij de hooge taak van het specifiekkathollek onderwijs op uitnemende wijze belichtte. Nu er in bepaalde landen zulke sterke stroomingen op-.staan, welke aan de Kerk het recht op vorming van den jongen mensch betwisten, wordt deze predikatie weer actueel. Dom J. B. de Glas O.S.B, vertaalde ze voor ons.

Tekst der preek was Luc. 7 : 12:

Cum au tem appropinquaret portae civitatis, ecce defuncius efferebatur fitius unicus matris suae: et haec vidua e ra t.

En toen Hij de stadspoort naderde, zie, daar werd oen doode uitgedragen, de eenige zoon van zijn moeder: en deze was weduwe.

De inleiding:

Op dezen dag vieren wij een der merkwaardigste leesten van den kerkelij ken kalender. Wij herdenken oen Heilige, die de Hemelkroon voorzeker met gel)eden en tranen, met slapelooze nachten en moeizaam zwerven verdiend heeft, maar niet in 't vervullen van "n belangrijk kerkelijk ambt, niet in hét'féh'uitvoer brengen van een of ander gewichtig plan of van een (Ier evangelische raden; niet als prediker, leeraar, evangelieverkondiger, hervormer of geloofsheld; niet als bisschop van een kudde, of als burgerlijk bestuurder; niet door welsprekendheid, wijsheid of succesvolle geloofsverdediging; niet op de zelfde manier als óén andere Heilige, die wij in den loop van den jaai-kring aanroepen: maar als een moeder, die met haar hoeten de bekeering van haar zoon gezocht heeft en verkregen. Het was geen gewone zoon, voor wien zij bad, en het was geen gewoon smeekgebed, waardoor zij hem gewonnen heeft. Toen een heilig man er de vurigheid van zag, eer het uitwerking had, sprak iiij tot haar: „Ga in vrede, de zoon van zulke gebeden kan niet verloren gaan". De voorspelling ging in vervulling, en werd nog overtroffen door de werkelijkheid. Niet alleen bekeerde die jongeman, maar na zijn bekeering werd hij een Heilige, en niet alleen een Heilige, maar een leeraar bovendien, en „hij onderrichtte er velen ter gerechtigheid" (Dan. XII, 3) St. Augustinus was de zoon voor wien zij bad, en als hij sinds een licht geweest is voor alle eeuwen der Kerk, dan zijn wij grooten dank verschuldigd aan zijn moeder, de H. Monica, die hem eerst gebaard heeft naar het vleesch, en later voor hem nieuwe barensweeën geieden heeft naar den geest!

Naar Monica zoekt dus de prediking op dien dag, de {erk heeft er een tekst bij gezocht, en dat is Lucas 7 : 12:

De Kerk heeft voor dit feest dit bepaalde evangelie uitgekozen, en zoo de H. Monica vergeleken met de treurende weduwe, die Onzen Heer ontmoette bij de stadspoort, toen zij uitging om het lijk van haar eenigen zoon te begraven. Hij zag haar en zeide: „Ween niet"; (Luc. VII, 13) en Hij raakte de baar aan, en < ie doode verrees. St. Monica vroeg en verkreeg een verhevener wonder. Menige moeder, die bezorgd is voor het lichamelijk welzijn van haar zoon, verwaarloost zijn ziel. De Heilige van dezen dag deed dit niet. Haar zoon mocht al talentvol zijn, welsprekend, bekwaam en in aanzien: dat alles was haar niets, zoolang hij slaaf was van de zonde, zoolang hij de prooi was van ketterij. Zij begeerde zijn waarachtig leven. Zij deed den Hemel geweld aan met gebeden, en putte zich uit met haar bidden.

Toepassing:

En zoo wordt Monica, evenals de weduwe van het evangelie, een beeld van de Heilige Kerk, die voortdurend weeklaagt over haar verloren kinderen, en zoo door haar dringende gebeden voortdurend terug ontvangt vanuit het graf van de zonde. En tot Monica als figuur der Kerk kunnen wij de woorden richten van den Profeet: Leg af, Jerusalem, de kleeren van uw rouw en droefheid: sta op en zie' uit naar het Oosten en aanschouw uw kinderen. Want zij gingen van U heen te voet en weggeleid door vijanden; maar de Heer zal ze tot u voeren gekroond met eere, als kinderen van het koninkrijk". (Har., V, 1, 5—6).

Ik merk hier op, dat dit niet slechts een gebeurtenis is uit het verleden, maar van alle tijden.

Nadere toepassing:

Mijne Broeders, het treft gelukkig, dat de eerste Zondag van onze Universiteits-Mis op het feest valt van de H. Monica. Is niet een van de voornaamste zorgen, waar een Universiteit mee belast is, vooral als wij hier in deze gewijde plaats bijeen komen, datgene te verschaffen, waar die merkwaardige Heilige het gemis zoozeer van gevoelde, en dat zij poogde goed te maken door haar gebeden? Is het niet een deel van onze bijzondere taak uit de handen van vader en moeder hen aan te nemen, die vader en moeder niet langer bij zich kunnen houden? Terwijl de Universiteit dan ook alle wetenschappen onderwijst, en spreekt door den mond van philosophen en wijzen, mag zij zich tevens verheugen in de bekende benaming van „Alma Mater". Zij is een moeder, die naar het voorbeeld van de hoogste en heiligste der moeders eenerzijds is „Mater amabilis", „Beminnelijke moeder" en „Causa nostrae laetitiae", „Oorzaak onzer blijdschap", en anderzijds eveneens „Sedes sapientiae", „Zetel dèr wijsheid". Zij is een moeder, die niet besloten leeft in een familiekring en in de schaduwen van een tuin, maar in de wijde wereld, in de volkrijke, drukke stad, en die evenals onze hemelsche Moeder, de lieve en teedere Maria, het bestaan durft „zich zelf te prijzen en te roemen en haar mond te openen", (Eli., XXIV, 1—2), „omdat zij alleen het hemelrood doorloopen heeft, en is doorgedrongen tot den bodem van de Zee, en heeft gewandeld dvèr de golven van den oceaan", (ibid., 8), en omdat zij alleen op elk gebied van menschelijke wetenschap in staat is te weerleggen en terecht te wijzen wie kennis zouden willen stellen tegen kennis, en waarheid in tegenspraak met waarheid, en de wereld zouden willen wijsmaken, dat men om godsdienstig te zijn onwetend wezen moet, en om intellectueel te zijn, ongeloovig.

De preek is vol van de roomsche misverstanden, en een sterk sprekend staal van bijbelverkrachting. En toch wil ik het woord doorgeven; ik geloof, dat het om den toon, om de verbintenis tusschen belijdenis en onderwijs, om de erkenning van de plaats van de geïnstitueerde kerk in de vrijmaking van alle ondei-wijs, ook van onze lezers de aandacht verdient. De uitwerking der gedachten, die is natuurlijk bij ons volstrekt anders; maar dat behoef ik niet opzettelijk in herinnering te brengen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's