GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Generale Synode der Gereformeerde Kerken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Generale Synode der Gereformeerde Kerken.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De twaalfde zitting.

De Generale Synode der Gereformeerde Kerken, 'die Dinsdag in de Keizersgrachtkerk te Amsterdam de eerste zitting hield van haar vierde week van vergadering, heeft zich beziggehouden, nadat de vergadering op ge^ bruikelijke wijze geopend was, met een voorstel van de Classis Amersfoort der Geref. Kerken, haar verzoekend de geestelijke verzorging van de leden der kerk, die op de koopvaardij vaart varen, te willen ter hand nemen. Daarbij kwam tevens aan de orde een schrijven van de Ned. Chr. Zeeliedenvereeniging, waarin op de werkwijze dezer vereeniging werd geattendeerd alsmede een verzoek van het Geref. Comité Handelsmarine (Ge-Co- Ha-Ma) eveneens aandringend op het ter hand nemen van de geestelijke verzorging op de Koopvaardij door deputaten te benoemen en het uitzenden van predikanten als geestelijke verzorgers met schepen, die voor lang op reis gaan, c.q. de vereeniging als zij zelve tot uitzending overgaat een aanbeveling daartoe te geven. Gehoord het rapport, dat Ouderling M. A. D. H. S c h a 1 e- k a m p van Wassenaar hier over uitbracht, besloot de Synode de aandacht der Geref. Kerken op de Ned. Chr. Zeeliedenvereeniging te vestigen met verzoek aan deze vereeniging op aanvrage adressen van belijdende en doopleden te verschaffen. Ook zal de Synode het werk van het Geref. Comité Handelsmarine bij de Kerken aanbevelen, maar in afwachting van de ontwikkeling daarvan nog geen deputaten daarvoor benoemen. Aan bedoeld Comité zal worden verzocht ter volgende Generale Synode van zijn arbeid een verslag te willen uitbrengen.

Ds E. de Jong van Pematang Siantar bracht verolgens rapport uit over de rapporten van Ds J. A. azelaar te Rotterdam en Ds R. C. Harder te Bandoeng, resp. over de uitzending van Radio-Kerkdiensten hier te lande en in Ned.-Indië. Daarbij kwam tevens aan de orde het verzoek van de Geref. Kerk van Bloemendaal om voor haar uitzendingen een verhoogde bijdrage te mogen ontvangen, alsmede het finantiëel verslag van de radio-commissie van deze kerk. Na eenige discussie besloot de Synode om het aantal radio-deputaten terug te brengen van 7 op 5, den steun aan de Kerk van Bloemendaal te verhoogen tot f500, — per jaar, aan deputaten zoowel hier te lande als in Ned.-Indië op te dragen in voorkomende gevallen samen te werken en de classis Batavia te machtigen voor Indië elk jaar deputaten aan te wijzen.

Over een schrijven van den kerkeraad van Wierum (Fr.), die op grond van art. 30 der Kerkenorde zich tot de Synode had gewend om een steunbijdrage van f 900, — te mogen ontvangen teneinde, nu de combinatie met Nes (W.D.) is verbroken, zelfstandig tot het beroepen van een predikant over te gaan, rapporteerde Ouderling J. V. d. Waals van Nijkerk. Gehoord het rapport wees de Synode het beroep op art. 30 K.O. af en sprak uit, dat de kerkeraad van Wierum zich moet wenden tot de Classis Dokkum, w.o. deze kerk ressorteert.

Breedvoerig werd van gedachten gewisseld over de zaak van één Kerkboek op het Zendingsterrein, waarvoor de Classis Gorinchem zich had uitgesproken, daarbij adviseerend rekening te houden met het Psalmboek, dat Ds K. van Dijk, miss.-predikant te Keboemen, heeft samengesteld. Rapporteur was Oud. Ds J. v. d. Berg van Renswoude. Tevens kwam hierbij aan de orde een brief van Ds K. v. Dijk en een verzoek van de Synode van de Kerken van Midden-Java ten Zuiden om een subsidie te willen verleenen voor de uitgave van de berijming van de 150 Psalmen en 8 Gezangen van de hand van Ds van Dijk, die reeds bij de gemeenten van Midden-Java in gebruik zijn, alsook voor de 22 Gezangen, die Ds van Dijk bovendien nog gedicht heelt. De commissie stelde voor, dat de Synode, met blijdschap kennis genomen hebbend van de beslissing van de Synode der Javaansche Kerken inzake de voorgenomen uitgave van het Kerkboek van Ds van Dijk, waardoor ontstaan geschil tusschen dezen predikant en de overige miss.-predikanten was weggenomen, besluiten zou om aan de afzonderlijke vergadering van de miss. predikanten bericht te doen, zich te verbinden tot aan de uitvoering van het besluit der Javaansche Kerken het gebruik van de door Ds van Dijk berijmde Psalmen in dienst der Zending op het gansche zendingsterrein krachtig te bevorderen, maar dat zij, zoodra aan de beslissing der Javaansche Kerken uitvoering is gegeven, het Kerkboek, bevattend de 150 Psalmen, Gezangen en goedgekeurde liederen, zullen hebben te gebruiken. Voorts stelde zij voor aan de te benoemen deputaten machtiging te verleenen voor de uitgave van dit Kerkboek finantiëelen steun te verleenen tot een maximum van f300, —.

Ds J. L. Schouten van Amsterdam diende het volgend voorstel in: „De Synode, betreurende, dat deze overeenstemming (n.l. die tusschen Ds van Dijk en de andere miss. predikanten), niet eerder werd bereikt, waardoor veel onaangenaams zou zijn voorkomen, spreekt haar blijdschap uit over het thans bereikte resultaat, besluit in te gaan op 't voorstel van de Synode van de Javaansche Kerken en draagt aan de te benoemen deputaten voor de zending op, de Javaansche Kerken voor de uitgave van het vast te stellen Kerkboek te steunen tot een bedrag als hun billijk zal voorkomen, na vooraf de Afzonderlijke vergadering van missionaire predikanten te hebben gehoord".

De commissie nam dit voorstel over, waarna de Synode met algemeene stemmen er haar goedkeuring aan hechtte.

Over een schrijven van den heer J. v. d. Meulen te Oosterwolde (Fr.) in betrekking tot de versterking van de linantiën der Theol. School te Kampen, , rapporteerde Ds H. Meijering van Katwijk a. d. Rijn.

Dezelfde bracht ook rapport uit namens deputaten ad. art. 11 der Kerkenorde (Hulpbehoevende Kerken en Personen). Het aantal hulpbehoevende kerken is de laatste 3 jaar gestegen van 8 op 34 en voor het huidige boekjaar is een totaal bedrag noodig van 113.575, —. Wijl de inkomsten daarmede geen gelijken tred hielden sloot de rekening de laatste jaren met een tekort. Deze tekorten zijn gedekt uit de kas van de Afscheidings-jubileumcollecte. Deputaten verzoeken de Synode de Kerken met nadruk een heele collecte per jaar voor deze kas te vragen. De Afscheidingscollecte bracht totaal op f 111.697, 78, welke gelden hoofdzakelijk voor hulpbehoevende en zwakke kerken werden besteed. Laatstgenoemde werden daardoor in staat gesteld het beroepingswerk ter hand te nemen.

Over dit rapport rapporteerde Ds L. v. Loon van Scherpenzeel. Na discussie vereenigde de Synode zich met de voorgestelde conclusies, waarin de te benoemen deputaten worden gemachtigd per circulaire voor de e.v. 3-jarige periode telken jare in de maand Maart een volle collecte aan de kerken te vragen voor de Generale Kas voor hulpbehoevende kerken, onder dezelfde bepaling als door de Synode van Middelburg is vastgesteld. Voorts aan het moderamen der Synode op te dragen deze circulaire van een krachtige aanbeveling te voorzien en deputaten voor de Afscheidingscollecte van hun beheer te dechargeeren. Voorts machtigde zij de te benoemen deputaten tot het verder beheer der gelden vEin de Afscheidingscollecte en tot het nemen van die maatregelen, die hen daarbij noodig en dienstig voorkomen, onder verantwoordelijkheid aan de volgende Synode.

In verband met het feit, dat Ds H. Meijering 25 jaar deputaat is geweest voor art. 11 alsook penningmeester, richtte de voorzitter een woord van hartelijken gelukwensch tot hem voor zijn omvattend werk.

Naar aanleiding van een verzoek van- de Part. Synode van Gelderland besloot de Synode de circulaire van deputaten voor den arbeid onder de Nederlanders in Rijn-Pruisen en Westfalen van een krachtige aanbeveling te voorzien.

Over een voorstel van de Part. Synode van Brabant en Limburg inzake de methode van steunverleening rapporteerde Prof. Dr G. Ch. Aalders.

De Synode besloot naar aanleiding van een ingekomen schrijven tot de Kerken de opwekking te doen uitgaan om in 1937 het 300-jarig bestaan van den Statenbijbel

op hun passend voorkomende wijze te willen herdenken.

Ouderling C. Zwaan rapporteerde tenslotte over grensregelingsbezwaarschriften van de Kerken van Halle en van Varsseveld, waarna de Synode in comité-generaal ging.

De dertiende zitting.

In de Woensdag gehouden dertiende zitting heeft de voorzitter, Ds J. L. Schouten, mededeeling gedaan van ingekomen dankbetuigingen van H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana voor aangeboden gelukwenschen ter gelegenheid van de koninklijke verloving.

De Synode heeft voorts enkele uren besteed aan het beraadslagen over het voorstel van de leden Dr A. D. R. Polman en Ds W. H. v. d. Vegt in betrekking tot de leergeschillen in da Geref. Kerken. Commissie I, aan welke deze zaak was toebetrouwd, was er niet in geslaagd om te komen tot een gemeenschappelijk voorstel. Daarom was ter tafel een meerderheidsvoorstel, terwijl Prof. Greijdanus in een der vorige zittingen een voorstel indiende namens de minderheid, overgenomen door Ds N. Duursema van Nieuw-Amsterdam, strekkende tot een niet in behandeling nemen van het voorstel Polman— V. d. Vegt.

Wijl reeds algemeene beschouwingen gehouden waren, verzocht de voorzitter den leden zich strikt te willen beperken tot beide voorstellen. De drie Kamper hoogleeraren ontwikkelden allen bezwaren tegen het meerderheidsvoorstel. Prof. Greijdanus hield een pleidooi voor het minderheidsvoorstel. Prof. Ridder bos kon er niet voor stemmen, omdat het z.i. een oordeel velde over enkele vraagstukken zonder genoegzamen grond voor zulk een oordeel. Ook wilde spr. deputaten een ruimere opdracht zien gegeven dan in het meerderheidsvoorstel. Prof. Schilder was van oordeel, dat de Synode in geen enkel opzicht is gebonden aan eenige gangbare opvatting. De suggestiviteit van de considerans van het meerderheidsvoorstel bindt. Men moet de bezwaren niet zoeken aan één bepaalden kant. Spr. blijft het oorspronkelijk voorstel der 8 Synode-leden prefereeren, wijl het tegen niemand polemiek voert en ook tegen niemand eenige beschuldiging richt.

De rapporteur was van oordeel, dat geen nieuwe argumenten waren te berde gebracht. Over de belijdenis, het accoord van kerkelijke gemeenschap moet de Synode het laatste woord hebben. Dat de weg van het afwachten van kerkelijke aanklachten de beste zou zijn, betwistte Prof. Hepp met nadruk. De considerans van het nu ingediende voorstel is veel minder concreet dan het voorstel Polman—v. d. Vegt. De aan de orde gestelde vraagstukken hebben onrust gebracht in de Geref. Kerken. Niemand kan zeggen daarvan niet te weten. Het gaat heelemaal niet om personen maar om de vraag of er afwijking is in de leer. Als deputaten een omschreven opdracht hebben, kunnen ze rustig in de komende drie jaar de zaken bezien. Niemand moet dit voorstel met achterdocht of wantrouwen bezien.

Ds den Houting diende een amendement in, strekkende om zoowel de nieuwe opvattingen als de tot nu toe gangbare leeringen waarvan zij afwijken, te toetsen aan Schrift en belijdenis en Dr T h ij s wilde het begin van het meerderheidsvoorstel anders redlgeeren. Zijn voorstel werd door de commissie overgenomen. Na dupliek van Prof. Hepp werd tot stemming overgegaan. Het voorstel-Greijdanus werd verworpen met 48 tegen 8 stemmen; het amendement-den Houting eveneens, zulks met 41 tegen 11 stemmen. Daarna nam de Synode het door Dr Thijs geamendeerde voorstel der meerderheid in de commissie aan met 35 tegen 21 stemmen. Het luidt aldus:

„De Synode, gelet op het feit, dat er in onze Kerken opvattingen worden voorgedragen, welke van de tot nog toe gangbare leeringen afwijken en dat eenerzijds de voorstanders dier opvattingen gelooven en verzekeren, dat zij geheel conform Schrift en belijdenis zijn, terwijl anderzijds door menigeen in onze Kerken de vraag is gesteld, of deze voorgedragen opvattingen wel in overeenstem.ming zijn met Schrift en belijdenis, van oordeel, dat zulk een onzekerheid niet mag worden bestendigd, besluit: Ie. tenminste 7 deputaten ad hoc te benoemen; 2e deze deputaten op te dragen a. de bedoelde opvattingen weike betrekking hebben op de onderwerpen (in alph. nrde): Algemeene genade. Genadeverbond, Onsterfe»lijkheid der ziel, Pluriformiteit der kerk, Vereeniging der beide naturen van Christus, Zelfonderzoek, naar haar zakelijke beteekenis te onderzoeken en te toetsen aan Schrift en belijdenis; b. daarover op de volgende Synode rappcrt uit te brengen en haar daarin met advies te dienen".

Prof. 1) r H. H. K u y p e r van Bloemendaal rapporteerde over het voorstel van de Part. Synode van Zuid- Holland ten Noorden, die art. 12 der Kerkenorde wilde aanvullen, waardoor bij overgang tot een anderen geestelijken arbeid het behoud van den naam en de eer van een dienaar des Woords als voorrecht en bij wijze van uitzondering alleen geschonken worden aan zulke dienaren, die geroepen worden tot den dienst ten bate van de Kerken in het algemeen of tot zoodanigen arbeid, die een geestelijk karakter draagt en met de roeping tot verkondiging van het Evangelie in verband staat. Voorts wenschte dezelfde Part. Synode een aanvulling van de regeling voor de theol. hoogleeraren in betrekking tot noodzakelijk gebleken tuchtoefening over hen. Op voorstel van de commissie verwierp de Synode het eerste voorstel en besloot zij voor de tweede zaak een drietal deputaten te benoemen.

De predikanten Ds J. de Vries van Tilburg en Ds A. Schweitzer, em.-predikant te Buiksloot, rapporteerden over artikel 13 der Kerkenorde (emeritaatsgelden enz.). De Synode besloot op voorstel van de commissie deputaten van hun beheer te dechargeeren, de kerken te ontraden zich bij een levensverzekeringmaatschappij aan te sluiten of een onderling pensioenfonds te vormen, de huidige regeling waarin het element van hulpverleening beter tot zijn recht komt, te bestendigen; de voorgestelde wijziging der percentagecijfers goed te keuren met dien verstande, dat het percentage voor de Kerken in Ned.-Indië op 1 % en vooi die in de graafschappen Bentheim en Oostfriesland op een 1/2 % gesteld wordt. Voorts stelde de comto'i^sie voor op het voorstel van deputaten tot landelijke samenwerking niet in te gaan en dus te blijven bij de uitspraak van de Synode van Arnhem 1930) en van die van Middelburg (1933) aldus aan te vullen, dat bij het in overeenstemming brengen van een vroeger toegekend pensioen met het tegenwoordig tractement de vermindering maximaal op 20 % is vast te stellen. Tenslotte stelde de commissie voor t.a.v. de Classis Batavia aan de te benoemen deputaten voor art. 13 op te dragen ten dezen in overleg met de Classis Batavia een regeling te treffen, zoodat die niet tot de volgende Synode op bekrachtiging behoeft te wachten.

Na gedachtenwisseling vereenigde de Synode zich met de voorgestelde conclusies. De voorzitter richtte een woord van gelukwensch tot Ds A. Schweitzer, die de Generale Synode nu 25 jaar als deputaat voor art. 13 gediend heeft.

Tenslotte rapporteerde D r W. A. v. E s over een vraag van den kerkeraad van de Geref. Kerk van Wageningen, luidende: „Is het ambt van predikant in onze Kerken principieel vereenigbaar met de functie van reserveofficier in het Ned. leger? "

De commissie adviseerde aan het einde van een breed historisch rapport de Synode uit te spreken: Ie. dat het ambt van dienaar des Woords principieel niet vereenigbaar is met den dienst van reserve-officier bij het Ned. leger, omdat: a. het ambt van dienaar des Woords den geheelen mensch vereischt; b. de militaire dienst den officier in allerlei omstandigheden kan brengen en in verrichtingen verwikkelen, die het geheel eigen karakter van zijn ambt zou kunnen schaden; 2e. dat wanneer het ontslag uit den dienst ook finantiëele gevolgen medebrengt en de kerkeraad reeds te voren wist, dat de dienaar des Woords reserve-officier was, zonder daartegen bezwaar te hebben gemaakt, de uit het ontslag voortvloeiende finantiëele schade met betrekking tot den resp. dienaar op billijke wijze behoort geregeld te worden.

Op voorstel van Dr K. D ij k besloot de Synode zich op deze conclusie nog even te bezinnen tot de zitting van Donderdag, waarom de Praeses de zitting sloot.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1936

De Reformatie | 12 Pagina's

Generale Synode der Gereformeerde Kerken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1936

De Reformatie | 12 Pagina's