GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Synode in Amerika wederom in zitting.

Wat vliegt de tijd tocla vlug vooi-bij. Tenminste dat schijnt zoo te wezen wanneer wij oudei- worden, en nog eenigszins staan in liet volle, drukke leven, ook op kerkelijk gebied. Het schijnt nog maar kort geleden dat wij ons nederzetten om „De Reformalie" het een en ander te vertellen van de Synode der Christian Reformed Church in Noord- Amerika, de Synode van 1937. Nu schrijven wij Juni 1938, en wederom zijn de synodale deputaten van bovengenoemde kerkengroep vergaderd', pn wel, evenals het vorige jaar, in de Hekman Bibliotheek, te Grand Rapids, Michigan. Ditmaal zijn er 18 verschillende Classes vertegenwoordigd: elke Classis door vier deputaten: twee predikanten en twee ouderlingen.

Vroeger, toen wij minder Classes hadden, waren er van e!k zes, dus te zamen 90, ©en getal, dat nu lejuggebracht is op 64: genoeg, naar wij gelooven, om allen synodaLen arbeid te verrichten, vooral indien onze Synode elk jaar samenkomt, iets dat echter nog niet zeker is op het oogen^lik dat wij dit artikel schrijven. Er is heel wat oppositie tegen dat jaarlijks vergaderen, noodzakelijk om twee redenen. Allereerst omdat het veel meer kost, en in onzen tijd is dat weer een groote vraag in voormalig „dollarland". Want wij zitten weer in liet midden van wat wij nu met een anderen naam noemen, maar wat dezelfde oiide malaise is. Of wij dat epn „recession" noemen, of een „depreasion", het komt alles op betzelfde neer. Zeer vele van onze fabrieken zijn gesloten. Ook in de goede stad Grand Rapids. Of zijn slc, chts open halve dagen, of enkele d.igen. En als het niet was voor bet Gouvernement, dat allerlei publieke werken laat verrichten door menschen, die anders werliloos zouden zijn, dan zou het hier nog veel meer spannen dan het nu reeds doet.

De tweede reden waarom men pleit voor het houden van Synode elke twee jaar, even als te voren, en niet elk jaar, is, dat men vreest, d'at onze classicale vergaderingen te veel geneigd zullen wezen, om allerlei zaken naar de Synode tei verwijzen, waar die toch e 1 k jaar zit, in plaats van ZQ zelf afdoende te behandelen, of tenminste zooveel mogelijk af te doen.

Wij zullen allereerst, aan de hand' van de synodale commissie, het een en ander mededeelen aan bet „Reformatie"-publiek. De naam pas genoemd toont, dat wij nog steeds een commissie, of dtepulaatschap hebben, met bovengenoemden naam. Dat is al over vijftig jaren een erfstuk uit de Chr. Geref. Kerk in Nederland, de Kerk „|die ons tot Moeder was", zooals wij het soms uitdrukken.

Die Commissie bestaat uit drie leden, uit verschillende d'eelen des lands, en dan' de ondergeteekende als scriba der Synode, of zooals wij den term hier gebruiken: de „Stated Clerk", die ©x officio lid ervan is.

Namens de Commissie kwam ditmaal voor dfe Synode de gedachte om een vraag te richten aan de Chr. Geref. Kerk in Ne der 1 an dl In het jaar 1936 werd die op de Synode vertegenwoordigd door den bekenden en populairen kapelaan in algemeenen dienst. Ds Hector Janssen. Er werd een voorstel gedaan om in nadere correspondentie te treden met bovengenoemde Kerk, zonder zich uit te spreken over de verschillen van d'ezelve met de Nederlandsche Gereformeerde Kerken, met welke wij sedert zoo vele jaren in geregelde correspondentie staan. Wij hadden natuurlijk een officieel antwoord verwacht op het bovengenoemde, nadat Ds Janssen een verslag had geleverd aan de Synode zijner kerkengroep. Hij heeft dat gedaan zoo ver blijkt uit de couranten, maar wij hebben hier in Amerika nog geen officieel bescheid ontvangen, en een vraag zal worden gericht aan de bovengenoemde Kerk, wat het officiëele antwoord is op ons voorstel. Wij zullen natuurlijk met belangstelling het een en ander volgen. De Acta der Generale Synode meldt op p. 30 slechts, dat Deputaten voor de correspondentie met de hooge Overheid deze zaak nader onder dfe oogen zien.

Ook zal er een vraag gericht worden aan die Geref. Kerk in Zuid-Afrika. Wij hadden aan haar voorgesteld om ons voorbeeld te volgen om een dienaar des Woords te salariëeren om werkzaam te wezen onder ons volk in Zuid-Amerika. Wij hadden vooral het oog op Chubut, waar de kerkleden hoofdzakelijk, bijna uitsluitend, zouden '*iJ zeggen, van Zuid-Afrikaanschen oorsprong zijn. En nu was de vraag gericht aan de broeders in Zuid-Afrika: „och, wees zoo goed om ©en predikant te benoemen, en t© salariëeren om Chubut te bedienen, om uw eigen volk te bearbeiden, en zoodoende Ds Sonneveldt, die predikant is te Buenos Aires, den arbeid te verhchten."

Daarenboven wordt door onze Synodale Comnnssie aan de Synode in handen gesteld de correstpondenüe met Prof. Dr Aalders. De deputaten voor correspondentie met buitenlandsche kerken waren zoo goed om zijn Hooggeleerde te benoer men om de Geref. Kerken in Nederland tel verftegenwoordigen op onze Synode. Ons werd echter medegedeeld, dat dat onmogelijk kon^ geschieden dit jaar. En wij zullen daar dus in moeten berusten, hoewel Dr Aalders ons zeer welkom zou, zijn geweest, vooral ook omdat hij de taal onzes lands vloeiend spreekt. Het spijt ons natuurlijk, dat de Nederlandsche Correspondenliekerken wéér niet zullen worden vertegenwoordigd', want wij hebben hun raad en daad terdege noodig.

Dat zal vooral iets zijn betreffende een zaak waarover Prof. Aalders schreef aan onze Kerk in Amerika. Als volgt:

Hilversum, 16 Juni 1937. Hooggeachte Heer en Broeder,

Namens deputaten voor correspondentie met buitenlandsche kerken richt ik mij tot U met het vriendelijk verzoek het oordeel van uwe Kerk te mogen weten over de volgende punten waarover de laatstgehouden Synode onzer kerken ons advies vroeg, en waarover zij ons uitdrukkelijk opdroeg het gevoelen van uwe Kerk te vragen:

1. Wie een© eventueel© ecumenische synode zal moeten saamroepen en op welke wijze dit zal dienen te geschieden;

2. Welke kerken tot die synode moeten worden uitgenoodigd';

3. Hoe de afvaardiging tot die synode behoort plaats te hebben. Wij veroorloven ons daaraan onzerzijds nog deze vraag toe te voegen:

4. Welke punten naar het oordeel , uwer Kerk op eene ©ventueele ecumenische synode zouden moeten behandeld wordten.

Gaarne uw antwoord op deze vragen tegemoet ziende.

Daar de brief was gericht aan schrijver dezes, als Stated Clerk, hebben wij voorloopig antwoord gegeven, ©n aan Dr Aalders gezonden. Maar wij verwachten, natuurlijk, dat de Synode zich' meer bepaald z£^l uitspreken, vooral daar zij rieeds in 1932 een commissie benoemde om inzake de ecumenische Synode de kerken met voorlichting te dienen.

Van deze Commissie was één der leden Ds I. van Dellen, die wederpm tot praeses der Synode (van 1938) werd gekozen. De broeder gradueerde in hetzelfde jaar als schrijver dezes, ii.l. in 1895. Sedert vele jaren dient hij met zegen onze Eerste Kerld te Denver, de hoofdstad van den staat Coloradoi. Vele jaren is hij ook ©en onzer deputaten voor onze Hei den zen ding, waarvan ondergeteekende sedert langen tijd secretaris was. Sedert 1920 werd heel zijn tijd daaraan gewij'd onder den titel „director of missions", wat bij ons in Amerika iets anders beteekent dan in. hel land der Vaderen. Daar hij a.s. Januari 1939 den zeventigjarigen leeftijd hoopt te bereiken, vroeg hij met ingang van dien datum eervol emeritaat ; aan — of liever eene aanbeveling vanwege den Zendingsboard aan de Synode, om te ©meriteeren. Ongeitwijfeld zal dat geschonken worden.

Middelerwij 1 is hij bezig ©ene historie te schrijven van den arbeid verricht gedurende vijftig jaren onder de leiding van bovengenoemden Zendingsboard, die op 15 Juni 1888 in het leven werd geroepen. Meer dan eens was er oppositie tegen het bestaan van zoo'n permanent deputaatschap , — nog wel geïncorporeerd ook — maar de praktijk pleitte voor zobiets, vooral met het oog op de stoffelijke bezittingen, die rechtspersoonlijkheid eischten. Ook in Nederland moest men blijkbaar tot iets dergelijks komen. In anderen vorm. Zelfs lazen we een pleidooi om een „stated clerk" te krijgen — zooals ondergeteekende, die reeds van 1902 als zoodanig functioneerde. Doch dat zal zeker niet zoo vlug gaan. Tot Jater,

Grand Rapids, Michigan, 8 Juni 1938,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's