GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet gekend. Joh. 1: 10

De wereld toont, dat zij „wereld” is.

Waar in dit zeer belangrijke woord van den apostel Johannes de nadruk op vallen moet?

Op de kracht misschien, waarmede Johannes de gnostiek© dwalingen in zijn dagen bestrijdt? Op de vrijmoedigheid misschien, waarmede hij de waarheid stelt tegenover de leugen?

We zullen deae dingen niet uit het oog verliezen bij ons nadenken over dezen tekst, want Johannes spreekt hier inderdaad zeer krachtig en zeer vrijfnoedig.

Hij richt 2ich in zijn evangelie tegen de gnostieke dwalingen, die ook m Klein-Azië, waar hij aan het einde van zijn leven gewerkt heeft, velen verstrikt hebben. Die gnostieken hebben eenerzijds de neiging om Jezus van Nazareth niet mee te tellen. Hij is er slechts één onder de velen en Hij behoort maar bij de wereld van den demiurg, bij die lage, stoffelijke wereld, die vreemd is aan den echten god, hij is maar vlcosch en heeft niets Le doen met „geest". En anderzijds hebben zij de neiging Hem heel hoog te waarideeren, maar, zoo zeggen zij in dat geval, dan moet Hij losgemaakt worden van de wereld, van het „vleesch", van de stof, van dat minderwaardige product, dat een of andere goddelijke, maar anti-echt-goddclijke Itracht heeft gemaakt.

Maar Johannes durft vol te houden, dat do man, van Welken hij spreekt (vs 30), maar niet één is onder de velen, Hlij heeft zelfs de wereld gemaakt. Hij is één met het Woord, dat bij God was en dat God was, en door Hetwelk alle dingen gemaakt zijn en zonder Hetzelve is geen düig gemaakt, dat gemaakt is (vs 3). En tegelijk durft hij vol te houden, dat die hooge man heel voel met de aarde, met het stof, met de wereld te maken heeft, die wereld is zelfs doior Hem geschapen.

Onze Heere Jezus, de man, die tevens waarachtig God is! Laten ook wij het volhouden tegenover die allen, die Hem maken tot één onder velen, tegenover die allen, die slechts „Jezus" waardeeren en vereeren en laten wij niet minder blijven belijden, dat Hij ook alles te maken heeft .met de dingen, die op deze aarde zijni, ; Hij is er niet vreemd aan, Hij eischt alles voor Zich op.

Valt misschien de nadruk op die wonderlijke 'tegenstelling: Hij was in de wereld en de wereld is door Hem gemaakt?

Wc willen ook daar op letten. Hij waS in de wereld. Toen Johannes de Dooper optrad en gedurende Zijn geheele leven op aarde was Hij in de wereld. Hij, Die als het Woord, dat God was en is, gearbeid heeft aan de schepping der wereld, Hij, Die het heelal met al zijn schoonheid en harmonie (wereld beteekent vaak bij Johannes heelal, schoongeordend heelal) tot stand heeft gebracht, Hij was m de wereld.

Wat is dat wonderlijk? God op aarde! Een mensch, die tevens waarachtig God is! God, jarenlang gaande over Zijn schepping, temidden van Zijn schepselen! Wie kan dat vatten? Wie dit aannemen? Moet het verwondering wekken, dat reeds 'de gnostieken deze waarheid aannemelijk wilden maken door hun theorieën van verbinding van den Logos met een mensch Jezus, in Nazarelli geboren en getogen?

Maai- het geloof zegt: het Woord Gods spreekt aldus. In een bepaald tijdsmoment kwam Hij, die alle dingen geschapen lieeft, op aarde en Hij was jarenlang op de aarde. En door dat wonder kwam mijn behoud tot stand!

Maar, zou dit niet den nadruk moeten hebben, dat Hij, die alle dingen geschapen heeft, door do wereld niet aangenomen werd, toen Hij op de wereld was?

Is dal niet verbijsterend? Is het niet vreeselijk? Hij komt naar Zijn eigen huis. De Schepper der wereld in Zijn schepping. En men neemt Hem niet aan. Ja, er zijn er wel enkelen), die in Hem gelooven. Hij mag er ©enigen vergaderen, die Hem erkennen als den Logos Gods, maar de wereld als geheel heeft Hem niet gekend. De wereld bewijst, dat zij „wereld" is geworden. De schepping, gansch goed en volmaakt voortgekomen uit de handen van den Vader aller dingen, heeft zich van Hem afgewend, staat vjjandig tegenover Hem^ is zoo zeer tegen Hem opgestaan^ dat zlJ den Logos, Die op aai-de komt, niet eens erkent. ïn één zinnetje staan beide woorden naast elkaar! Wereld, 'tharmonisch-samengestelde heelal, door Gods almacht gewrocht, wereld, de Gode-vijandige menschheid, die Zijn Zoon niet kent en Hem tenslotte kruisigt.

Het is wel erg. Wie spreekt er nu nog van de larme wereld, die den Zoon niet kent? Ja, we spreken er van, zooals we ooli den man beklagen, die door eigen schuld m armoede loeft, maar we vergeten niet, dat „zij door eigen wil zoo Mind geworden is" (Calvijn), dat zij eenmaal wereld was en moedwillig „wereld" werd en bleef, zelfs toen de Zoon op aarde was.

Het is wel erg. Wie zou zich niet verootmoedigen? En wie zou niet ten hoogste God loven, als door Zijn souvereine gunst zijn hart bewogen is om Hem wel te kennen? D© vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog...

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's