GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Aporie van het Theologiseerend sectarisme.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aporie van het Theologiseerend sectarisme.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

een beslissende stap op den weg van de katholiciteit der belijdende kerk naar de dufheid van het theologiseeTend secretarisme".

Het was met die woorden, dat, in een ^antwoordschrijven d.d. 8 Juni 1944 op een schrijven van den scriba der Synode d.d. 6 Juni, waarin mij gemeld werd het besluit van de Synode d.d. 2 Juni, ik heb getracht te kwalificeeren de strekking van dit bewust besluit, inhoudend de afwijzing van ondergeteekende als tot-hetpiedikambt-beroepen candidaat.

In die qualificatie werd nl. naar mijn overtuiging dit kerkverband-en-kerkhistorie-verscheurend besluit, in het hart getroffen.

„Theologiseerend sectarisme" — dat is het afgrijselijk, altijd der kerk bedreigend gevaar, dat toen metterdaad de Gereformeerde Kerken, tot aan haar vrijmaking althans, met lamheid geslagen had.

„Theologiseerend" —' dat woord wil ditmaal meer .afgeleid zijn van theologisme, dan van theologie: I het is de kwaal van alle sectarisme, dat theologische' enkbeelden verabsoluteert, theologische schemata ado-, eert, en alzoo de kerk in den ban van zijn theologismen annexeert. •

In zulk een „kerk" ademt men niet meer diep iti de eldere zuivere lucht en ontwaart men niet meer 'de ijde eindelooze perspectieven, waarvan genieten mag de trouwe belijder van Gods Woord in de gemeenschap der heilige katholieke christelijke kerk; in zulk een verziekte atmosfeer heeft men zichzelf den adem afgesneden, zichzelf het uitzicht ook benomen, — daar riekt het duf, daar wandelt men in den nevel, in de donkerheid.

En zie nu wat in zulk een situatie gebeuren gaat. Wie geen adem krijgt, zoekt naar een luchtgat. Wie in de duisternis verkeert, speurt naar een lichtspoor. Want: men verkeert in „verlegenheid", of, zooals de Grieken het met hun woordenschat scherper typeerden, zij verkeeren in „aporie", in een toestand waarin men den uitweg en het rechte spoor bijster is, een toestand waarin men er eigenlijk , , geen gat in ziet".

In dien toestand geraakt, moet men naar adem al maar hijgen, en naar het. licht tasten als een wanhopige, wie in aporie verkeert wringt zich in allerlei bochten, en maakt, gelijk de „kat in het nauw" de vreemdste sprongen, „om er toch maar uit te komen", om zijn leven, zijn positie, zijn figuur, of wat ook maar, te „redden".

In zulk een aporie nu ziet men sinds langen tijd reeds, .gn nog dagelijks, verkeeren die Generale Synode en haar woordvoerders en volgelingen, die de kerk hebben overgeleverd aan de moordende handen van het theologiseerend sectarisme. In hoeveel bochten zij zich reeds gewrongen hebben, is niet meer volledig na te gaan. De eene voorstelling of argumentatie of interpretatie na de andere werd te baat genomen, om toch maar te bewijzen wat men nu eemnaal bewijzen wilde, bv. dat die en die een scheurmaker was. Men verstrikte zich daarbij in wanhopige inconsequenties. Men schreef toelichtingen, gaf voorlichtingen, hield samensprekingen, nam steeds meer besluiten, — en men deed daarbij erg verward, en vooral ook erg geprikkeld en nerveus, -...maar tegelijk plechtig en in den vorm officieel en gewichtig. Want: men verkeerde nu eenmaal in groote aporie, — en het pijnlijkste .van dit soort verlegenheid is wel dat men angstvallig poogt haar verborgen te

houden en haar met een schijn van waardigheid te omhullen. _ ^

Van die aporie' nu zijn de symptomen voor het grijpen, juist ook in dal geval, waardoor — naar steeds breeder zich vormende opinie — de „synode" zichzelf méér en vooral ook duidelijker dan door andere beslissingen den zuiveren kerkelijken adem heeft afgesneden en het katholiek-kerkelijke uitzicht benomen heeft: het zoogenaamde , , geval-cand. Schilder".

Dat met name door dit geval gezegde synode zich in verlegenheid weet geraakt, is bij haar woordvoerders vandaag nog telkens te zien, men zie bijvoorbeeld de twee korte nerveuze briefjes van Prof. Grosheide aan Ds Vonk, besproken in Reformatie-Stemmen. Maar datzelfde is ook al lang te zien geweest. Die verlegenheid en nerveusiteit om! het synodaal prestige op te houden, heeft ook deze zaak gekenmerkt „van den beginne". En de brief dien Prof. Grosheide den 30 Sept. 1944 schreef aan Ds Waagmeester over dit geval (afgedrukt in ons nummer van 10 Augustus), levert van zulke aporie ook enkele pijnlijke bewijzen.

Het is niet voor ons genoegen, wanneer we in een vervolg op onze bespreking van dien brief, op die be^ wijzen thans de aandacht gaan vestigen. We - herhalen ook hier, wat in ons vorig artikel werd gezegd: we zouden bij voorkeur over deze dingen het zwijgen toedoen. Maar de voorstellingen en suggesties die Prof. Grosheide zelf blijkt te geven, tot in kerkeraadsvergaderingen toe, maken het noodzakelijk aan deze dingen breeder aandacht te schenken dan we anders in een blad noodig geoordeeld zouden hebben.

We vervolgen dus onze bespreking van bedoelden, voor „gebruik" door den schrijver zelf vrij gegeven brief, en letten ditmaal op wat Prof. Grosheide schrijft over het doel en het verloop van de samenspreking, door deputaten den 15en Maart te Amsterdam met cand. Hey en ondergeteekende gehouden.

Prof. Grosheide schrijft nl. (punt 4 uit onze nummering van den brief):

„Doel was cand. Schilder, en ook cand. (nu Ds) Hey, die ook aanwezig was, te overreden om instemming te betuigen met de leerbeslissingen van 1905 en 1942".

We gaan hier nu maar voorbij aan de manier waarop hier beide jaartallen naast elkander worden geplaatst (het gaat immers, strikt genomen, niet om 1905 E N 1942, maar om 1942 in zijn citeeren, interpreteeren en bindend verklaren van een zin uit 1905). Maar we gaan niet voorbij aan deze formuleering der doelstelling in haar geheel, daar deze maar al te zeer typeert den (natuurlijk onbewust-) nerveuzen geest-van-aporië, waarin deze besprekingen van de zijde der „synode" werden opgezet.

, .Aporie", vraagt hier misschien iemand, „verlegenheid", — waar is die te bespeuren . in deze rustige woorden? Maar dan antwoorden we terstond met de wedervraag; zeg ons, wat valt er op het kerkelijk erf, op den weg die leidt naar het a m b t, WAT VALT DAAR TE "OVERREDEN" om „INSTEMMING TE BE­ TUIGEN" met zekere „LEERBESLISSINGEN"? —Gij zegt mogelijk: maar daar kan zich toch afwijking voordoen van de goede leer. — Nu goed, wij nemen eens dat geval aan. Veronderstel, daar is nu werkelijk een candidaat, die bij zijn examen bevonden wordt in eenig opzicht een „ketter" te zijn: bijvoorbeeld; hij huldigt den remonstrantschen „vrijen wil", of hij loochent met de remonstranten de „volharding der heiligen", en hij komt derhalve in conflict met de canones van Dordrecht, met name hoofdstukken! III-IV en V. Zal daar dan een vergadering worden belegd tusschen enkele personen, om hem te „overreden" „instemming te betuigen" met de „leerbeslissingen van 1618-1619? ", m.n. hoofdstukken III-IV en V? Dat ware wel een vertooning, aan allen ambtelijken ernst gespeend. Neen, men zal in zulk geval dien broeder op zijn dwaling w ij zen, hem aanzeggen dat hij zich daarvan heeft te bekeeren, hem vermanen tot gehoorzame aanvaarding van het Woord Gods, en hem aantoonen dat het dit Woord Gods is dat daar en toen door de kerk is beleden geworden.

En zeker, het is in zulk geval alleszins denkbaar, dat kerkelijke vergaderingen bij de volvoering van haar taak in dezen mede de hulp inroepen van theologen-, van-professie, maar de nadruk zal in heel de behandeling blijven vallen op het VERMAAN vanwege de SOU- VEREINITEIT van het WOORD GODS. Dat Woord vraagt immers niet maar „instemming" (gruwelijk hoogmoedig woord in het verband van de laatste jaren), maar het VEREISCHT onderwerping, het VER- EISCHT geloof. En waar met dat Woord wordt vermaand, daar zal de nadruk voorts vallen op de katholiciteit van de b e 1 ij d e n i s van dat Woord, in plaats van op de hoogheid van een incidenteele leerbeslissing uit een jaar van een bepaalde synode.

En zoo speuren we metterdaad in deze woorden de , nerveusiteit van der deputaten aporie. Zij moeten het gezag der synodeuitspraken met klem van redenen kracht bijzetten. Daartoe gaan zij , , overreden", om instemming te verkrijgen met de theologismen die hun synode over de kerk heerschend heeft gemaakt.

Niemand zegge nu, dat wij hier óp een woord zouden vitten, want heel de behandeling van deze zaak door deputaten en synode heeft het bewezen dat de woordkeus van Prof. Grosheide in dezen brief op dit punt maar al te zeer overeenkomt met de werkelijke handelingen waarvan deze woorden de d o e 1-stelIing formuleeren. Dit is helaas steeds nleer de indruk geworden, dien ik krijgen moest van heel deze behandeling

— en het is daartegen mijn grootste grief —; dat ik meer te doen had met enkele theologen die mij hun „waar" wilden aanprijzen, opdat ik ze toch maar koopen mocht, dan dat hier nu werkelijk de KERK VAN JEZUS CHRISTUS met mij handelde, zijnde in haar confess i e pilaar en vastigheid van de waarheid van Gods

Dat is dan ook de spanning geweest, die toen reeds voelbaar was en achteraf, bij het overzien van het geheel dezer handelingen nog sterker zich in dit stukje historie demonstreert: de spanning van s e c t e en kerk. Want de s e c t e, die — gelijk hier — de p r e- t e n t i e van kerk te zijn voeren wil, is n e r v e us, zij moet de waardigheid van menschelijke decreten ophouden, ALSOF ze waren overeenkomstig den wille Gods. Maar de kerk (de ware) is — ook in den geladen, door geestelijke spanningen' bezielden en gedreven strijd met de dwaling — rustig; zij weet dat het WOORD GODS haar garantie , is, en dat dat Woord wel door menschen gepredikt en gehandhaafd wil zijn maar van menschen GEEN RECHTVAARDIGING en GEEN APOLOGIE en GEEN RECLAME behoeft. Zij ziet op het GEBOD, en is mitsdien gerust voor de toekomst, pn terwijl zulk een se c te dus leeft in nerveuze ap o ri 'e, daar leeft de kerk bij de zekerheden van de profetie.

Dat wil in dit geval concreet zeggen; de se cte „overreedt" tot „instemming" met een incidenteele „beslissing" — de kerk EISCHT ONDER­ WERPING aan het altijd-geldend WOORD.

Tot zoover over het doel van de door Prof. Grosheide in zijn brief bedoelde samenspreking. Thans over het verloop daarvan.. Op dit punt is de weergave niet minder nerveus vanwege de aporie. waarin men door deze samenspreking en haar resultaten is geraakt. De voorzitter van bedoelde deputaten schrijft namelijk:

„Daardoor zijn we, en daar leg ik nadruk op, van het een op het ander gekomen, en zoo zijn allerlei punten aan de orde gesteld, die den achtergrond der leerbeslissingen raken."

Bij het woord , , zoo" van dezen volzin plaatsten we een nummer (5). Want dit woord is typeerend in "de voorstellingen die Prof. Grosheide van de samenspreking geeft. Voor wie de (poging tot) gedachtenwisseling met den hoogleeraar gelezen heeft in , , Reformatie-Stemmen", kan dit reeds duidelijk zijn geworden. Prof. Grosheide stelt het nl. achteraf, als hij op deze dingen gewezen wordt, gaarne zoo voor, dat het eigenlijk meer de schuld van cand. Schilder is geweest dan van deputaten, dat die sacramentsbeschouwing naar voren gekomen is met de bewuste stelling van deputaten, dat het de bedoeling der SYNODE is geweest in de leeruitspraken vast te leggen dat de sacramenten, indien zij nl. waarachtig sacramenten zijn, aanwezig gelooi bezegelen. Let wel, de hoogleeraar onkent niet dat het aldus officieel is gezegd en voor bekendmaking vrij gegeven, maar hij wil achteraf als het ware tot zijn verontschuldiging zeggen: , , goede menschen, maar denkt toch niet, dat wij (synode, deputaten) zoo spontaan naar voren zijn gekomea met die synodale stelling omtrent de sacramenten, •— neen, dat is veeleer de schuld van cand. Schilder die zijn sacramentsbeschouwing is komen voordragen". Alleen in dat licht nu ook kan ik verstaan den boven aangehaalden zin. „ZOO", dat moet hier dus beteekenen: „niet doordat wij, deputaten, daarmee nu zoomaar voor den dag kwamen, maar doordat we nu eenmaal „van het een op het ander" kwamen. Dat balletje was zoo wat aan het rollen geraakt, en het rolde nog maar wat door, totdat ergens ook die achtergronden, die bedoelingen der synode voor den dag zijn gekomen.

Daar legt Professor Grosheide NADRUK op. Dat acht hij dus heel belangrijk. Psychologisch kunnen we dat begrijpen: het zit der synode en den deputaten en vooral Prof. Grosheide zelf achtera! blijkbaar maar al te dwars, dat zij zich zoo (spontaan) bloot gegeven hebben. Maar zakelijk kunnen we van dezen nadruk niets begrijpen. Want in de eerste plaats; of nu de deputaten TERSTOND met de bewuste verklaringen gekomen zijn, dan wel in den loop van een gesprek er toe GEKOMEN, — dat VERANDERT AAN DE HOOFDZAAK NIETS. Het gaat er maar om, dat het GEZEGD is, en dat dit gezegde GE­ HANDHAAFD blijft, zie de door ons in Ref. Stemmen gepubliceerde gegevens. Deze nadruk • demonstreert alleen maar weer de verlegenheid, waarin deputaten en synode door dit geval zijn geraakt: zij konden er — zoo voelen zij het achteraf blijkbaar aan —• met goed fatsoen niet meer onderuit, zij moesten zich den 15 en ih Maart 1944 als theologische sectaristen wel „onbeschaami delijk ontblooten", en dan is het te begrijpen wanneer zij achteraf, in de door zulke ontblooting veroorzaakte aj)orlte, voor de oogen der kerk haastelijk een voorstellfng improviseeren, waarmee zij deze nu gerealiseerde schaamte nog eenigermate zoeken te bedekkeii.

, , Improviseeren", zeiden we. Want in de tweede plaats moeten we —^ en dat dan met niet minder „nadruk" dan Prof. Grosheide gebruikte — nog opmerken, dat inderdaad die , , bedoelingen" der synode wel in den loop van een gesprek naar voren zijn gekomen, maar dan toch'nog altijd weer vrijwillig VAN DE ZIJDE DER DEPUTATEN. Als zij nu per se gewild hadden; was zwijgen óók nog mogelijk geweest: alleen was dan de samenspreking heelemaal zinloos gebleven en in louter algemeenheden verzeild. Maar de leiding berustte bij de heeren, en zij hebben — en dat was winst — daarbij van HUN kant met behoorlijke spontaneïteit de verklaring GEGEVEN, dat de bedoelingen der synode waren... zus en zoo, onder meer dat de sacramenten het aanwezig geloof verzegelen.... Ondanks allen nadruk en klemtoonteekens blijft dit de historische toedracht. Daaraan heb ik trouwens ook Prof. Grosheide eens — en dat niet geheel zonder nadruk —• herinnerd toen de hoogleeraar reeds in een brief aan mij trachtte op de bovenomschreven wijze de schuld op mij af te wentelen. Dat was nog vóór 30 September 1944 (datum brief aan Ds Waagmeester). Wie daarvan nog een enkel nader gegeven vernemen wil, verwij.s ik naar Ref. Stemmen, Post Scriptum bij een antwoord van Ds Vonk aan Prof. Grosheide, waar deze zaak nog wat meer speciaal tei sprake kwam.

En daarmee beëindigen we dan ook maar tegelijk de bespreking van deze punten, die demonstratie waren van de apoiie, de verlegenheid, waarin vooral in dit geval, geraakt zijn de woordvoerders en deputaten van het theologiseerend sectarisme. Die bespreking kon, wat mij aangaat, niet „aangenaam" zijn. Want - „aporie" is nooit aangenaam, voor hem die daarin verkeert niet, maar voor de toeschouwers en voor hén die zich genoodzaakt weten te beschrijven al evenmin. Ons ware dan ook niets liever, dan dat een royale herroeping en openlijke terugkeer óók op deze punten ons allen tezamen weer kon doen leven in dezelfde vrije lucht, en gemeenschappelijk doen genieten het eene wijde uitzicht, waarin de kerk alleen maar kan bestaan, en waarbij dq, theologie alleen maar wel kan varen.

Dan maakt ook die nerveuze aporie weer plaats voor de beheerschte profetie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1945

De Reformatie | 12 Pagina's

Aporie van het Theologiseerend sectarisme.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1945

De Reformatie | 12 Pagina's