GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kloppen die getallen?

„In de Waagschaal" publiceert in vertaling een brief van Ds Martin Niemöller. Daaruit knip ik volgende passage:

Waarom waren er in Dachau slechts 45 protestantse geestelijken tegenover 450 katholieke Duitse priesters? Waarschijnlijk hebt u nog nooit een gaskamer van binnen gezien en hebt u nog nooit voor het crematorium van Dachau gestaan, waar meer dan een kwart millioen mensen verbrand zijn: als men dat ziet, wordt men gek.

De Redactie van het blad teekent bij die getallen het volgende aan:

In deze vraag schuilt een percentage onbillijkheid, omdat de protestantse predikanten wel, doch de r.-k. priesters niet onder de militaire dienstplicht vielen en grotendeels niet gearresteerd behoefden te worden, wijl zij op het slagveld (en dat gold speciaal de voorgangers der Behjdende Kerk) doeltreffend konden worden geëlimineerd.

Voor die opmerking ben ik dankbaar. Maar zelfs zóó twijfel ik nog aan de juistheid der getallen. KEUI iemand me inlichten?

Overigens is de opmerking van beteekenis voor ons allen, en niet het minst voor degenen, die

alleen maar anti-papist zijn.

Wat beteekent „nog eens"?

Ds G. Janssen te Zuidlaren schrijft in onze „Kerkbode van Drenthe" over een revisie-poging der Drentsche Synodocraten. Zij hebben versphillende wenschen kenbaar gemaakt aan hun Synode:

We raken hier de inhoud van de leeruitspraak omtrent de doop. En nu moet de Generale Synode nog eens, duidelijk en onomwonden nog wel, uitspreken, dat zij niet inhoudt, dat de doop zou bezegelen reeds aanwezige, innerlijke genade. Och arme, dat kan zij niet n o g ee n s uitspreken. Onmogelijk kan zij dat. Want haar voorgangster heeft juist laten uitspreken bij monde van de deputaten voor zwarigheden tegenover candidaat Schilder, en ook schriftelijk laten vastleggen, dat „de bedoeling der synode met de uitspraken over het genadeverbond onder meer waren: vast te leggen, dat de sacramenten — indien zij n.l. waarachtige sacramenten zijn — het aanwezige geloof bezegelen (nadere toelichting: niet bezegeling van mogelijk, maar aanwezig geloof). En Prof. Grosheide schreef in een brief aan Ds Waagmeester te Murmerwoude, 30 September 1944:

„De Synode heeft dat" (n.l. de ontkenning van cand. Sch. van de leer dat het sacrament inwendige aanwezige genade, nog nader: aanwezig geloof, bezegelt) „in strijd geacht met art. 33..." Let wel de Synode...

En nu moet de komende Synode nog eens uitspreken, dat niemand in de „Geref. Kerken" verplicht is te leeren, dat de doop der kinderen zou bezegelen reeds aanwezige, inwendige genade ? Nog eens uitspreken, wat haar voorgangster verbood uit te spreken ?

Heusch, in ernst, wij gelooven en zijn er dankbaar voor, dat deze particuliere Synode van deze Generale-Synode-leer niet weten wil en daarvan revisie begeert, maar zij moet met haar „nog eens" niet spotten met de feiten, niet spotten met de Generale Synodes en met het gewone kerkvolk. Dit is niet profeteeren, de penerale- Synode-zonden ontmantelen en trachten uit te bannen, om zoo de kerk te heelen, maar dit is listige kerkpolitiek, die tracht „het aangezicht niet te verliezen".

„Het aangezicht niet verliezen"; — chineesche itdrukking voor „zijn prestige ophouden".

K. S.

De rechter heeft een persoonlijk ruzietje.

We bespraken de brochure van Ds S. J. Popma. Ds de Jager van Utrecht (sjoiodocratisch) las die espreking. Met terzijdestelling van de argumenten en mij uitspraken in den mond leggende, die ik nimmer deed, concludeert hij:

Voor K. S. is niet het dogmatisch geschil, maar het particulier conflict de spil, waar alles om draait. Voor zelfverloochenende liefde, die het persoonlijke onrecht — werkelijk of vermeend — naar den achtergrond duwt, acht K. S. geen ter- . men aanwezig. Hij geeft geen tittel of jota van 2 ij n gerechtigheid prijs.

Ds de Jager is dus al even ver als Ds Popma. Ook hij suggereert, dat als zijn synode in den naam des Heeren kerkrechtelijke, goddelijke regelen-van-recht vaststelt, en daarnaar „vonnist", dit een persoonlijk zaakje is. Hij schijnt nog niet te weten, dat een rechtsregel ook voor h è m geldt, en voor alle anderen. Is die regel onjuist, dan moet men hem verloochenen. Niet om den persoon, die er het eerst mee uit de kerk weggemanipuleerd werd, doch om alle anderen, tegen wie de regel, blijft hij staan, nog gelden kan. Bovenal om 's Heeren wil: Hij is „geen aaimemer des persoons". — Hoe on-Geestelijk is toch dit verweer van een — doroinee. Rechtszaken zijn geen persoonszaakjes. Wie het toch beweeijf, beleedigt niet mij, doch zijn „synode".

, K. S.

In of uit het museum?

„Je Maintiéndrai" schrijft:

De geestelijken kunnen weer fietsen! Na 20 December 1945 is er een niewe regeling gekomen — het heeft dus met mijn geschrijf niets te maken — waarbij ook deze categorie op het voorrangslijstje is gezet. De distributiedienst op de Wadden-eilanden is hiermee van elke blaam gezuiverd en die ambtenaar hoort dus niet in het museum thuis. Wel de man, die me schreef, dat hij er eens rustig over nagedacht had — ja, werkelijk, dat schreef hij — en hij kwam tot de conclusie, dat deze categorie inderdaad onderaan op het lijstje moest worden gezet. Ik heb eens gehoord van een man, die principiële bezwaren had tegen fietsende dóminé's — die man is ook , een museumstuk •— maar 'hij is toch minder antiek, dan deze briefschrijver, die het volgende heeft uitgedacht: „Het minste haast, het minst'fc doen, het minst belangrijk is en blijft de geestelijke, die niet alleen niet helpt in het productieproces, doch zich alleen bezig houdt met consumeeren. Hij loopt figuurlijk gesproken, alleen maar in den weg". Zei u dat een jaar geleden ook? zou ik hem willen vragen.

De briefschrijver behoort dus i n het museum volgens den schrijver in J. M. Maar ik weet, dat juist zulke lieden er uit komen zullen. Want zijn stem zal meer en meer die des volks worden. Dat wijzen de teekenen der tijden uit.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 februari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 februari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's