GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr G. C. Berkouwer, Gevaren en Perspectieven .voor ons kerkelijk leven. —• Kampen, J. H. Kok N.V. 1946.

ïerwille van den uitgever dit geschrift aankondigende, volstaan we met een korte typeering. Het is, dunkt ons, even toonloos en mat als heel het desbetreffende optreden van. schrijver in de jaren van zijn aandeelneming in wat wij zien als een kerkelijke misdaad. Hij noemt als gevaar voor ons kerkelijk leven: de beperking van onzen blik in de kerkelijke kwestie. Ik daarentegen zie het gevaar, veeleer in de afleiding van dien „blik". Schrijver doet hier vrijwel nie.ts anders, dan den „blik" afleiden; want op de kardinale kwesties van de mede door hem onderteekende vonnissen en besluiten gaat hij geen oogenblik in; hij redeneert aldoor over andere zaken dan de voor het schisma verantwoordelijke ^Jierkelijke" \ hij heeft het meestentijds over de „kerkmenschelijke" en de wetenschappelijke. Maar die staan buiten de door hem„ onderteekende vonnissen. Typeerend imaginair is dan ook zijn afweer tegen de klacht, dat er „teveel" over' de kerkelijke kwestie gesproken wordt. Ook hij zelf spreekt er o.i. immers i« weinig over; n.l. over de eigenlijk kerkelijke kwestie. Hij wil geen- concentratie van de aandacht^ op bepaalde punten. Ik voor mij geloof, dat dit niet-willen 't verderf is; schuldbelijdenis èn apologie ..moeten op de beslissende kwesties de onverbloemde confrontatie met de officieel aangevoerde rechtsgronden begeeren.

Zoo komt schrijver slechts schijnbaar er toe, „de kwesties van heden" te bezien in wijder verband; want met dat wijdere verband hebben de kerkelijke kwesties van 1944 vrijwel niets uit te staan. Schrijver is daarvoor op de vlucht, als hij zijn pen laat schrijven over Niesel, Althaus, Gellwitzez, Grass, Bizer, Barth. Hij is op de vlucht voor zijn eigen handteekening onder keiharde conclusies uit de kerkrechtelijke ééndags-theorietjes van Dr Nauta c.s. Hij oreert breed over theorieën van d/wezigen, en is dan op de vlucht voor de brutale consequenties van de binding aan formules van een paar in 1942—'44 aanwezigen. En voorzoover dan nog een enkel woordje over de feiten van den dag valt, werden door schrijver notoire feiten genegeerd, zooals b.v. inzake „cand." H. J. Schilder, of inzake de binding óók aan het onderstelde „in Christus geheiligd zijn" der kinderen. M.a.w. hij is nog steeds onrechtvaardig tegenover de mede door hem uitgeworpenen.

En zijn argumenten? Schrijver spreekt ter bepleiting van eijn eigen zienswijze over de correlatie belofte-geloof (inzake den doop), doch is daarmee op de vlucht voor het naakte feit, dat zijn „synode" de correlatie gehóór-geloof, ondanks het schriftuurlijke leerbegrip van geloofs-gehoor, en ondanks de waarschuwingen van de A.-groep uit de dagen van 1905, elimineerde. De correlatie belofte-geloof als panacee in het kerkelijk geding van 1944 naar voren schuiven, dat is een leeg gebaar, als men niet eerst zegt fat voor „belofte" bedoeld is: een tot N.N. gesprokene, of een intake allen in 't algemeen geschrevene.

Spreekt hij over Ainerikaansche controversen, die de Nederlandsche hier en daar kruisen, dan is hij op de vlucht Toor zijn eigen barre consequenties uit de binding aan een Nederlandsche formule, waarmee men in alles ten volle moest overeenstemmen (als met Gods Woord), en die desondanks telkens weer in nieuwe watten gepakt wordt.

En als ik dan lees over de „grenzen( I) van belijden der kerk", dan vraag ik mij af: kent hij de draagkracht van zijn eigen stem, op een synode uitgebracht?

Schrijver is aldoor bezig zich te distancieeren van de consequenties van zijn kerkelijke handelingen. Die consequenties, door anderen aangewezen, gaat hij nu encadreeren in een theorie, waarbij ze passen, en dan zegt hij: neen, ik wil dien kant niet op. Het moet een gevaarlijk ., genot" zijn, hem te hooren, als men wel bezwaard is, doch dan onbewust op zoek is naar (Juietieven om van de onrust af te komen. Zoo iemand krijgt hier zijn quietieven; hij wordt if geleid van de eigenlijke zaken-in-geding. Het fijne puntje wordt wéér ontgaan; dat is: de beantwoording van de vraag, of niet metterdaad de kerkelijk-synodale-handelingen zelf de aangewezen • consequenties meebrengen.

Zbo is het ook, als hij den schijndoop afwijst. Wat aan „cand." Schilder gezegd is, „officieel", involveert metterdaad dien schijndoop. Het praeadvies, synodaal stuk, niet minder. Waartoe dan dat nu in theorie afwijzen, van wat men in ander verband kerkelijk-confessioneel aan anderen oplegt?

Raken soms de paar laatste bladzijden het kerkelijk conflict? Het gaat daar over „de bitterheid van het hart". Ik weet 't niet, want ik ken de synodale harten niet, en heb er ook niet mee te maken. Ik weet alleen maar, dat xij uitwierpen, wij niet. Ik zelf heb te maken b.v. met mijn brief van 13 Dec. 1943 en met mijn antwoord op de 5 vragen. Daar was geen zweem van bitterheid in. In zie wèl, ook in officieele stukken, een gebrek aan eerlijkheid. Ik wees het ook aan (probleemverschuivihg in officieele stukken). Maar Berkouwer raakt ook dat niet aan.

Hij raakt van den eigenlijken kerkstrijd ongeveer niets weienlijks aan. Zijn titel is daarom een misgreep, zijn vlugschrift is daardoor geworden tot .het zooveelste narcoticum.

Laat me hieraan nog mogen toevoegen, dat ik den indruk krijg, dat het schrijven van zijn boekje en het zich „troosten" met 'fbedrijf van zijn ietwat ireniseerend „philosopheeren" ookvoor.hem zelf narcotiseerepd a^erkt. Hij pleit al maar voor verzachting van de tegenstellingen, fcjaar warempel, hij was het toch, die menschen uitstootte, felle requisitoiren teekende, een kerk buiten het verband plaatste, candidaten den kansel ontzei, de heele acte praesideerde, en Gods Naam erover aanriep? Saul heeft wat de scherpte betreft, zijn duizenden verslagen onder de Filistijnen, maar Berkouwer zijn tienduizenden onder de Israëlieten. Het scherpste wat men doen kan is: binden, schorsen, afzetten op kerkelijke wijze. Men zal, hoop ik, de beeldspraak niet misverstaan: Als nu deze kerkelijke Ezau — d.w.z. jager — de zachte handschoenen van Jacob — d.w.z. herder •— aantrekt, dan zeggen we niet: wat ia hij slecht. We zeggen slechts: wat was hij zwak.

Ds J. T. Dijk en Ds G. Janssen, „De lijn der Afscheiding verlaten".

Bij de „Hendrik de Cock-Stichting" te Groningen is een uitnemende brochure verschenen van de hand van Ds J. v. Dijk en Ds G. Janssen. In 40 blz. compressen druk leveren auteurs een grondige criliek op de brochure van Dr G. M. den Hartogh, die den moed gehad heeft, te-betoogen, dat de bekende synodebesluiten lagen „in de lijn der Afscheiding".. Men moest wel bizonder sterk/ twijfelen aan de capaciteit van eigen denkkracht, om, gewapend met de normale kermis omtrent de feiten der Afscheiding eenerzijds en die der synodale besluiten anderzijds, de brochure-den-Hartogh na lezing van haar titel nog met een open geest, 'éen tabula-rasagee, st, ter hand te nemen. Want dat de lijn der Afscheiding verlaten was door de uitwerpende synode concludeerde ieder, die de doorsnee-kennis der Afscheiding (De Cock, 1905) zich dacht eigen gemaakt te hebben. Niettemin, het was een historicus, die zich had gewaagd aan zulk een brochure. En daarom was het goed, er iets tegenover te plaatsen.

Dit nu is op voorbeeldige wijze geschied in de onderhavige uitgave. Vervelend is ze nergens, hatelijk evenmin, maar scherp en raak overal. De argumentaties bondig, de citaten zijn wèl gekozen.

Over een enkel onderdeel denk ik anders dan de auteurs, maar dat doet hier niet ter zake. Zij verdienen onzen dank voor hun arbeid, die over eeri mislukt.'en niet altijd te waardeeren betoog den staf breekt en daarbij de verdienste heeft, positief te spreken en te leeren denken óver meer dan één bij het onderwerp betrokken kwestie van dogmatisch belang.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 maart 1946

De Reformatie | 12 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 maart 1946

De Reformatie | 12 Pagina's