GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MUZIKALE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET INTERNATIONALE BACHFEEST TE

SCHAFFHAUSEN,

door Jan Zwart Jr.

I

Onvergetelijk en hooggestemd waren ze, de dagen van het Internationale Baohfeest, dat in de laatste week van de maand Mei te Schaffhausen in Zwitserland gevierd.is. Als vanzelf staan ze weer helder voor den geest en komt ook het uiterst genoegUjke van de reis weer in gedachten, nu we oris zetten om voor de Reformatielezers er het een en ander van te vertellen.

De reis van Groningen naar Brussel was reeds een feestehjke compositie.

Begonnen op een vfoegen morgen, als was het met een pianissimo-inzet door Groningen's stille straten, is het opus in een vaste cadens van treinen-wielen weg­

gerold. • De HoUandsche frisch groene weiden, van boterbloemen geel doortint, vormden het blijde lied van Neerlands pracht-natuur, waarin de recht getrokken en donkerkleurige akkergronden, alsmede bruingetinte heiden de dalende intervallen zongen. De boomen stonden er als waren het de statige aocoorden en de zon speelde met gouden stralen de sprankelende harpzang. De pauzen, dat waren de stations, waar Akojongens en bedienden hun bHj applaus van koffie- en lectuur-geroep gaven te hoor.

De Betuwe was een andante-gracioso met dichtbeboomde gaarden, maar stond echter in fel mineur, waar stuk geschoten huizen en stations herinnerden aan de sombere marche funèbre van vóór Mei 1945. De noodbruggen dat waren de dissonanten, waar kruipende de trein moest gaan. Dwaze vemielzucht klonk er nog in na, maar tevens vormden ze de accenten van komende consonantie in opbouw en herstel.

Ons Brabant was een weelderige cantilene, waarbij het oog van de vele en ruige bosschages intens genoot.

Op het Brabants landschap-thema gaat België in -fugavorrii verder. De expositie is grootsch, wijl de sensatie van nu in 't Buitenland te zijn en dus weer dichter bij het feest van Bachmuziek een groote uitwerking heeft. De trein had zijn rythmiek in prestissimo tempo zeer versneld.

Om half tien 's avonds in Brussel spelen de lichten daar een fonkelend scherzando in letterlijken zin. Het oog heeft ruim de kost aan' zooveel schitterlicht van lichtreclames in groote rijen auto's stralend. De dames bovenal zouden hun oogen niet gelooven bij het aanschouwen van zooveel begeerde goederen van textiel. De prijzen zijn er hoog, maar ieder kan er koopen, wiens beurs toereikend is. Het stereotiepe „uitverkocht" van Hollands winkelzaken leest men er niet.

Des nachts in den nachttrein doet de reis het „Chant du soir" van België hooren. Het is een triest lied, dat de gruwzaam afstekende silhouetten van stuk geschoten bouwwerken laten hooren.

In de nachtrust ruw gestoord door controleurs van passen en van kaartjes komen we om half zes in Luxemburg aan, waar grauw gepleisterde gebouwen weinig schoons bieden. Het grensstation Thionville doet nog sterk aan den oorlog denken door de ernstige verwoestingen. De koffie smaakt er vies en het stadsbeeld is niet frisch. Schrikbarend is het beeld van oorlogsleed, dat Metz ons toont, de oude vestingstad, waar kerken hoog ten hemel rijzen. Een overvloed van puin is nog te ruimen in deze stad, waar'huizen nog aan flarden hangen.

BAZEL-SCHAFFHAUSEN.

Zoo wordt de aankomst in Bazel een feest. Hier. geen sporen van den oorlog. Maar hier een station, dat geheel op de ontvangst van touristen ingesteld is, een stationsemplacement, dat uiterst schoon wordt onderhouden. De douanen daar, zijn veel en vlot werken gewend. ~ •

Wanneer we van den tijd, die 't, overstappen ons laat, gebruik maken om op Bazels' stationsplein en -plantsoen van f rissche lucht, en zonnewarmte te genieten, dan treft ons het vredig beeld van deze wel-' verzorgde stad.

De reis naar Schaffhausen langs de Noordgren'; van „die Schweiz" in 'n electrische snelle en luxe trein biedt veel tot zien. Het lijkt of alle huizen, villa's en gebouwen zoo pas geverfd nog zijn, zóó stralend staan ze in de avondzon te pironken. De heuvels, zwaar beboscht, worden met licht- en donkergroene velden afgewisseld en alles is zóó weelderig rijk aan bladerpracht en houtgewas, dat 't lijkt of bosch en veld met groote zorg wordt onderhouden. De dorpjes aan den voet van hooge, dicht begroeide heuvels, liggen als kwistig neergestnboid en dróomerig st^J, als waren ze reeds lang vergeten in hun ver afgelegen dalen. Het roodbont vee verhoogt het vredig beeld van prachtnatuur in 't Veilig Zwitserlancf? Ëen zilverlint van frisch en glinsterend.'water betoont den rijkdom van dit land. De zandgegraven wanden van hooge en steile heuvels ^oen denken aan muren van sterke forten. En op dit alles stond het warme zonlicht hel te stralen. In snelle vaart kwam Schaffhausen naderbij. Plots door het struikgewas blonk helder witte massa. De jvaterval was daar in groote wonderpracht.

Verheugd en innig blij van zooveel schoons en indrukwekkends ben ik in Schaffhausen aangekomen, waar vriendelijkheid en gastvrij onthaal mij dadelijk toont hoe Holland gewaardeerd wordt, 't Respect voor onzen vrijheidszin, kordaten strijd en correcten koopmansgeest is groot en maakt 't verblijf in dit zoo hoffelijk land tot lieven lust, die onvergetelijk is.

Wanneer ik vrij ben van concertbezoek, dan wandel ik door Schaffhausen's oude straten en stil verdroomde pleintjes. De winkels zgn er luxe en deftig ingericht. De etalages toonen alles wat ons .oog en lichaam reeds jaren missen moet. Textiel is er volop in kwaliteiten, begeerenswaard en prima. De boekhandels puilen uit van boeken in uitvoering artistiek verzorgd. Het is een lust de uiterlijke verzorging der menschen te aanschouwen. Hun kleeding is perfect en de gelaatskleur der dames is van edeler schoon dan het verlept gehalte, dat in Brussel schering en inslag is. Zoo maakt dit land overal waar men komt een indruk van verzorgden stijl.

HET BACHFEEST.

Zaterdag den 18den Mei is het begonnen, het feest van Bachmuziek.

Te midden der gothieke en barokke pracht, waar Schaffhausen rijk aan is, is de muziek van Bach verklankt in de uiterst passende omlijsting van de negen eeuwen oude stad.

De aanleiding van dit Bachfestijn was de heropening van het stedelijk museum, het oude klooster „Aller Heiligen". In April '44 hadden Amerikaansche bommen bij vergissing dit kunst- en cultuurbezit van Schaffhausen deerüjk getroffen.

Prof. Dr Linus Birchler van Feldmeilen was op de gelukkige gedachte gekomen, nu het museum een feestelijke heropening zou "beleven, aan dit voor Schaffhausen zoo heugelijk feit een week van Bachmuziek te verbinden.

De musici Walther Reinhart, dirigent te Schaffhausen en Oskar Disier te Schaffhausen gaven gaarne hun medewerldng, terwijl de stad Schaffhausen de plannen heeft uitgewerkt op zulk een wijze, dat dit Bachfeest een muziekgebeuren van eerste orde geworden is.

Een eere-comité met als voorzitter prof. dr Albert Schweitzer uit Lambarene en o.a. Pablo Casals, Praag en Arthur Honegger, Parijs als medeleden was spoedig en spontaan gevormd.

De bevolking van de negen eeuwen oude stad heeft hartelijk met dit muziekfeest meegeleefd. De winkeliers, hadden hun etalages er zeer kunstzinnig voor geïnstalleerd. De banketbakker bakte er zelfs een speciaal koekje voor in den vorm van den vioolsleutel en bij den tabakswinkelier kon men op artifetiek ontworpen kaart lezen, dat Johan Sebastiaan Bach een hartstochtelijk „Pfeifenraucher" was.

Dien eersten Zaterdagavond heeft in stil verdroomde straten, bij gestadig stroomende fonteintjes op sluimerende pleinen en op zig-zag zich wentelende paden naar den Munot-toren, een groote schare van burgers en buitenlanders geluisterd naar de eerste klanken van Bachs muziek.

Een viertal blazers uit het Winterthurer Stadsorkest hebben vanaf de tinnen van den Munotburcht het „Wachet auf ruft uns die Stimme" doen hooren.

Ons sprak deze koraalmuziek wel zeer bijzonder toe. Nog juist hadden we gelezen, dat deze burcht en stoere toren in den tijd der Reformatie in allerijl en met behulp van de gansche bevolking , , in der Not" gebouwd werd. ^

Dat op dit bouwkundig bolwerk en sprekend beeld van sterk bewogen tijden, waar zin tot vrijheid van godsdienst- de geesten sterk beheerschte, thans weer het Protestantsch koraal mocht klinken en plechtig over berg en dal van Schaffhausen verklonk, was van ontroerend schoon en wijding duchtig vol.

BACHS MUZIEK IN HET TEEKEM DER EERE GODS.

Den Zondagmorgen was de groote Johannesfcerk reeds lang voor den aanvang van de feestgodsdienstoefening overvol. Het stralend Es-dur praeludium, gespeeld door den 69-jarigen orgelist Paul Binde vormde het inleidend orgelspel van dezen kerkdienst. De Zwitsersche theoloog Prof. Dr Emil Brunner uit ' Zurich heeft er het Woord bediend, naar aanleiding van den tekst: „Laat het Woord van Christus rijkelijk in alle lyijsheid onder U wonen. Leert en vermaant elkander met Psalmen en Lofgezangen en geestelijke* liederen en zingt den Heere in Uw harten".

Ken Bachfeest zonder Go'dsdienstoefening is niet wel ^denkbaar, aldus prof. Brunner. Maar zulk een feest en zulk een kerkdienst kan van misverstand dra oorzaak zijn. Wie toch het genie van Bach hooger schat dan de zaak, welke Bach in vreeze Gods gediend heeft, verstaat diens werk gansch fout. In een Godsdienstoefening komt men niet bijeen om kunst of een genie te eeren, maar om het Woord van God te hooren en te dienen.

Een weinig modern vindt men het vandaag om religieus te zijn en kunst te genieten, om de ziel in het grenzelooze te laten opgaan. Maar zulk een stemming en zulk een begeeren heeft met godsdienst niets te maken. Noch om een religieuze stemming, noch om de kunst, maar eenvoudig om het Woord van God waar ook de christen Bach getuige van geweest is, komt de gemeente bij elkaar. Niet in het half duister van stenuningssfeer, noch in een grenzeniooze onauMenjKheid, maar in het helder licht van 't Vleeschgeworden Woord spreekt God ons aan en toe. Dat Woord spreekt ook in de koralen van Luther's tijd en uit den geest der Reformatie is Bach slechts te verstaan.

Stichtend en gemeenschap vormend is dit Woord in tegenstelling tot moderne kunst en muziek, die trotsch alleen ons maakt. Het lied der gemeente, dat antwoord is op 't heilig Woord is bindend en van groote kracht in tijd van Reformatie steeds geweest.

Bach was een trouw bijbellezer en werd daardoor een trouw bijbelleeraar. Het , , God in 't harte zingen" is opgave, die onder het werk van eiken dag zal moeten worden opgevolgd. Een ieder onzer zal, evenals^ de cantor Bach, een speelman Gods, getuige van het genadevolle 'Evangelie moeten zijn. Van daar uit zullen wij den God van heil en leven ons vroolijk lied Hem wijden. •

Het zwitsersche Hehirich-Schütz koor heeft onder leiding van Bernard Henking uit Winterthur aan dezen kerkdienst in koraalgezang uit Bachs cantaten en met vertolking van het vijf-stemmig pracht motet „Jesu meine Freude" zijn medewerking ruim gegeven. Met grooten dank denken wij aan - het wijdingsvolle, uiterst goed verzorgde koorgezang van dit Schütz koor. De reine, zuivere koorklank, de verzorgde uitdrukking van den geest van het koraal, zonder in een lettergreep-expressie te vervallen, bewijst welk een grondige studie en ijverig werken de dirigent Bemhard Henking van zijn koristeu vraagt,

Groningen.

J. Z.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 december 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 december 1946

De Reformatie | 8 Pagina's