GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KORTE BERICHTEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KORTE BERICHTEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

•••••• — „DE GROOTE". De Heer W. G. Beeftinck schrijft in Geref. Kb. (Groningen):

Dr V. Niftrik heeft verleden jaar een rede gehouden voor < ie Algemeene Vergadering van de Vereeniging van Chr. Onderwijzers, „de Grote". Die rede verwekte nogal scherpe reactie in die vereeniging. Er werd zelfs gesproken van „dynamiet onder de christelijke school". Anderen vonden die kwalificatie ergerlijk en bleven in DTTr. Niftrik zien een vurig voorstander van de Christelijke school.

Zoo kwam er onrust in „de Grote". Ook in de kringen van.de Hervormde onderwijzers, die het niet eens zijn met „den nieuwen koers" in de Herv. Kerk. In een motie werd het Hoofdbestuur zelfs opgewekt zich niet in te laten met de Barthiaansche politiek van de Herv. Synode en zich niet te laten dringen in de richting als door Dr v. Niftrik is aangewezen. (Bedoeld wordt de- algemeene christelijke overheidsschöol). Zij verwerpen deze richting, omdat „het onderrecht hierbij wordt miskend, omdat zij staatsrechtelijk onjuist is en omdat het geven van gereformeerd onderwijs op zulk een staatsschool onmogelijk is".

Wonderlijke situatie in een vereeniging van christelijke onderwijzers, die behalve de behartiging van de materieele belangen van haar leden toch ook te maken heeft met de principieele vraagstukken Van het christelijk onderwijs. Die wonderlijkheid wordt zeker nog grooter, als het Hoofdbestuur van de Vereeniging gaat weigeren, om deze motie in het vereenigingsblad op te nemen. Wel is daarin plaats voor een manifest van den Herv. Raad voor Kerk en Scliool, niet voor eèn anti-Barthiaansche motie. Terwijl men toch verwachten mag, dat in een gemengd gezelschap men zich ook „gemengd" gedraagt, d.w.z. onpartijdig. Men moet dan toch tegenover beide partijen de billijkheid betrachten. Vooral wanneer het gaat om het principe van de yrije christelijke school.

— THEOLOGISCHE JA-EN-NEEN-HOOGESCHOOL. Ds D. K. Wielenga schrijft in „Orgaan" v. d. Meisjesbond over de kemelzwelgers in Indië, die in Nederland muggen ziften. In Kampen maken ze een hoogeschool die (voor plm. 2 jaar) verzekert, dat de onderstelde wedergeboorte sjibboleth is voor een professoraat en in Batavia maken ze er eentje, waar je om die geloofsdaad van Ridderbos lachen kunt en lachen leert. Ds D. K. Wielenga vertelt ervan: „De Gereformeerde Javaansche kerken hebben contact gezocht en verkregen met de kerken van Oost-Java. Ze hebben reeds samen vergaderd in 1942, toen de synodes der Javaansche kerken vergaderd hebben. En weer zijn ze samen geweest in vergadering in Mei van dit jaar. Een duidelijke drang naar eenheid zou daar openbaar geworden zijn. Wat onder meer tot uitdru'-.king kwam in liet feit, dat ze samen een theologische school v. i'.len oprichten te Batavia.

En het is gebleken uit de samensprekingen welke van verschil, lende zijden gevoerd zijn, dat deze Hoogeschool zal uitgaan van alle kerken in Indië. Het plan is, dat deze school zal uitgaan van de Indonesische kerlc; n, de Chineesche kerken, de Protestantsche Kerk. Wat .het punt der theologische opleiding betreft zal er dus voortaan van samenwerking sprake zijn.

Nu is het al dadelijk van beteekenis te letten op den achtergrond van dit alles. We hebben hier te maken naar het ons voorkomt met de nawerking van de besluiten van de wereldzendingsconferentie te Madras gehouden in het jaar 1938".

Even later: „Let er op hoe sprake was van interkerkelijke, ja zelfs van interconfessioneele samenwerking. Dat is het nu juist wat ons zoo gereserveerd doet staan tegenover het plan dat ontworpen is en dat we nu nader onder de oogen willen zien.

Dat deze zaken uiterst belangrijk blijken te zijn kan duidelijk woïden uit het feit, dat de Gereformeerde Zendingsbond niet . tot medewerking bereid is efi dat de Christelijk Gereformeerde Kerk er ook niet van weten wil.

Dat kan niemand verwonderen die er kennis van draagt welke mannen samen zullen gaan werken aan de theologische vorming van de inlandsche predikanten. Het gaat om niets meer of minder dan om de samenwerking van hen, die staan op den grondslag van het Woord Gods' en hen, die de aanhangers zijn van de dialectische theologie. Hoe dat nu mogelijk is kan ieder eenigszins bevroeden die gelezen heeft hoe Prof. , C. van Til, medewerker sinds jaren aan de Reformatie, een belangrijk werk geschreven heeft waarin hij de theologie van Barth en Brunner veroordeelt onder den titel Nieuw Modernisme".

De invloed van Bavinck blijkt meer en meer bederf voor kerk en theologie.

• MINISTERIE^COMITE-LID. „De Hervormde Kerk"' ' jhrijft: „Eenige maanden geleden werd een comité opgericht lot opvoering van de arbeidsproductiviteit, afgekort: I.C.O.A. (Initiatiefcomité opvoering arbeidsproductiviteit).

Tot de leden van dit comité behooren, onder anderen het . Christelijk Nationaal Vakverbond, de Ned. Kath. Arbeidersbeweging, het Ned. Verbond van Vakvereenigingen, de Stichting van den Arbeid, het Centraal Planbureau, de Stichting voor den Landbouw, verschillende werkgeversorganisaties. Maar daairnaast ook het Ministerie van Economische Zaken, dat van So- • ciale Zaken, enz".

— AMERIKANISME IN NEW YORK EN — IN AMSTERDAM. Ellen Flesseman schrijft in „De Herv. Kerk" over „afschuwelijke vervlakking", die hij „Amerikanisme" noemt. Hij klaagt „hier wordt evangelisatiewerk als het ware vervlakt tot een boeiende vertooning, die zich zelf gaat aanprijzen en zich beroemt op het groote „publiek", dat ze trekt, In dit verband moet ik ook denken aan de z.g. Paaschbijeenkomst in Radio City, de grootste bioscoop van New York. Daar vindt op Paaschmorgen, om een uur of zes, meen ik, een grootsche bijeenkomst van over de 6000 menschen plaats, die zich verlustigen aan prachtige muziek en zang, aan een kunstmatige tooneelzon, die opgaat over een fraai decor, en zich laten stichten door een toespraak van een van de beroemde predikanten van New York".

Dit staat op bl. 2 van het aangehaalde nummer van dit blad. Maar op bl. 8 lezen we: „Aan de Rozengracht, de boulevard van Amsterdams Jordaan, bevindt zich het Asta-theater. Herman Bouber speelt daar in deze weken zijn blijkbaar onsterfelijke „Schets uit het koloniale leven", „De Jantjes" en de theater, directeur verzekeren, dat al een kwart millioen Amsterdammer» dit stuk hebben gezien.

Maar op Zondagmorgen 24 November is het tooneel ontruimd met de attributen van „De Jantjes" en is alles klaar gemaakt voor een samenkomst van totaal ander karakter, al zal liet tooneel een rol spelen in het nieuwe, dat geprobeerd werd. De Commissie voor het Noorder-kerk-werk namelijk heeft de zaal gehuurd en wil den ontkerkelijkten Jordaner binnenvoeren langs den weg van een behoorlijk, maar toch eigenlijk heel gewoon, zij het eenvoudig cabaret. Met een voordrachtskunstenaar, Wim lbo; met een dansgroep, van Fé van Veen; met community singing onder leiding van Piet van Egmond. En tenslotte met een kernachtig woord, dat naar Bijbel en Evangelie wijst van „Casper Caspersen", achter wiens naam zich Ds B. van Ginkel verbergt, predikant te Amsterdam-West. En dit laatste moest wel om de kijkgrage kerkelijke Amsterdammers op een afstand te houden. Want zij hooren in de Kerk en niet in het Asta-theater. Of het heelemaal slagen zal, zal moeten blijken. Maar het is een bewijs van moed, dat nu eens niet in de kerkelijke bladen is geadverteerd en gevraagd aan de kerkmenschen te komen en dan een onkerkelijken vriend- mee te brengen. Want de ervaring leert voldoende, dat dit zelden of nimmer gebeurt en dat dan de zaal gevuld wordt met de menschen-van-de-Kerk, die de commissie in den waan brengen, dat het „goed" is geweest, naar de opkomst gerekend. Daardoor waren er in het Asta theater bij dit eerste begin slechts 150 menschen. Dat getal zal wel groeien. Het programma opende met enkele nummers van een gezelschap van 40 accordeons en xylophones. Wim lbo geeft goede kleinkunst en Jo Spiers begeleidt. Fé van Veen met haar dansgroep parodieert op den massa-mensch, die dan met zwart, dan met wit meeholt, terwijl slechts een enkele individualist zich losmaakt uit de menigte en eerst nadenkt. Aldus wordt voorbereid hetgeen Ds van Ginkel zal zeggen over „Leven op een koopje" en waarnaar met zichtbare spanning wordt geluisterd door menschen, die nooit van het Evangelie hebben gehoord".

Herinnerend aan de flitsen van de „Youth-for-Christ-Movement" schrijft de heer Jac. G. van Oord in Calv. Jong. Bl.:

„Verschillende Jeugdbladen, waaronder het Orgaan van den Synodalen Meisjesbond spreken met groote waardeering over deze beweging.

Ds Barkey-Wolff oordeelde, dat men hier met een réveil t« doen heeft, dat met de' kracht van een storm over de Westersche landen gekomen is.

Ds Volten uit'Enschedé vindt het ook prachtig. De slag om Enschedé moet gewonnen worden.

En natuurlijk wil Prof. Waterink niet achter blijven deze beweging aan te bevelen.

Het is alles heel triestig".

— DE HEER AD. KUIPER VEROORDEELT ZIJN SYNODE. In het synodoct. J. bl. schrijft de heer Ad. Kuiper: „De laatste en felste demonstratie van onze armzaligste armoede is wel gegeven, toen een gereformeerde groep zich niet koninklijker, profetischer en priesterlijker wist aan te dienen ter onderscheiding van de andere groepen, dan door te verwijzen naar één artikel der Kerkenordenjng, dat zij speciaal' zegt te onderhouden".'

Tot zoover de heer A. K. Feller kon hij zijn Synode niet veroordeelen. Zij wrong heel haar handel samen in het krampachtige: gij onderhoudt art. 31 niet. Toen zeiden wij; dat doen wij wel. Elk antwoord, dat zakelijk is, heer Kuyper is naar de vraag.

— DE ZENDINGSMENSCHEN EN DE COLLABO­ RATEUR SOEKARNO. „Wat", aldus de heer J. G. v. Oord in Calv. J. BI., „wat zal er gedaan worden met Ds Verkuil, Ds . V. d. Brink, Bavinck en alle Gereformeerde missionairen met uitzondering van Ds Zuidema?

In de meest critieke situatie, waarin ons volk verkeerde, stonden zij aan de zijde der revolutionairen.

Het is n$t te zeg.cren, welk een invloed dit heeft gehad op de beslissing van Chenbon.

Zij blijven predikanten in volle rechten maar Prof. Schilder, Prof.»Greydanus en honderden ambtsdragers werden de Kerk uitgejaagd als revolutionairen. Dit is geen hatelijkheidje, neen, dit alles is verschrikkelijk ernstig.

Alles geschiedt toch onder een open hemel. Beste Schouten, Kerkbederf beteefcent Politiekbederf".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 december 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

KORTE BERICHTEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 december 1946

De Reformatie | 8 Pagina's