GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het generale subject.

„De Hervormde Kerk" schrijft in een artikel dr Ph. J. Idenburg: van

Slechts enkele weken na de sluiting van de vredesconferentie, waar de diplomatieke vertegenwoordigers der geallieerde mogendheden de staatkundige grondslagen voor den werslj. vrede hebben trachten te leggen, is Parijs opnieuw het tooneel geweest van een groote internationale conferentie. En weer ging het om den vrede in de , wereld! Afgevaardigden van 34 landen waren hier tegenwoordig. Zij werden vereenigd door do gedachte, dat waar de oorlog voortkomt uit den geest der menschen, dtór, in den geest der menschen, ook de bolwerken van dên vrede gebouwd moeten worden. "Wij hebbeu nu, in de Vereenigde Naties, een nieuwe wereldorganisatie. AVij hebbea een aantal lichamen gekregen, waarin de volken der wereld zullen samenwerken op economisch en sociaal terrein, op het stuk van voedselvoorziening, verkeer en hygiëne. Maar wat baat het, wanneer dit alles niet een hechten, geestelijken achtergrond heeft? De wereldvi'ede is alleen verzekerd, wanneer er tussohen de volken is onderling begrip en de besliste wil tot samenwerking. Zij moeten elkaar kennen en waardeeren. Er moet gekweekt worden een innerlijke eenheid, die dtórom bestand heeft, omdat zij rust in wederzijdschen eerbied voor ieders overtuiging en levensstijl, en in de erkenning van wat elk volk op zijn beurt op de terreinen van opvoeding, kunst en wetenschap vermag bij te dragen. Daartoe werd de Organisatie der Vereenigde Naties voor Opvoeding, Wetenschap en Cultuur, Unesco, in 't leven geroepen.

Als lid van de Nederlandsche Delegatie naar de eerste algemeene vergadering van dit lichaam heb ik aan dit wereldhistorisch gebeuren in de Fransche hoofdstad mogen deelnemen. Wanneer ik er hier in dit weekblad enkele regels aan wijd, doe ik dat omdat ik er diep van overtuigd ben, dat — zal de Unesco werkelijk iets in de wereld gaan beteekenen — de gedachte, waardoor zij wordt gedragen, moet leven niet slechts bij enkele menschen, die gewoon zijn zich mede verantwoordelijk te achten voor het groote wereldgebeuren en de plaats, die Nederland daarin innecnjt, maar b^j een zeer breede laag der bevolking. Als deze^ Unesco onverhoopt een zaak mocht blijven voor de geestelqke elita van de deelnemende volken, dan zal zij haar doel missen. Dat is de eerste reden. De tweede is, dat ik meer dan ooit ben gaan zien, dat wij als Christenen tegenover dit internationale werk een bijzondere verantwoordelijkheid hebbeu. Het gaat hier om een wei'cldorganisatie van den geest. Het gaat om het denken en willen, gclooven en hopen van menschen. God heeft ons op dit terrein een boodschap gegeven, welke wij in de wereld hebben uit te dragon. Ik hoop, dat steeds meerderen in onze Horvonnde Kerk gaan zien, dat wij als leden van die Kerk, een zware taak liebben tegenover ons nationale leven in al zijn vertakkingen. Onze Generale Synode tracht ons in het verstaan van deze dingen vóór te gaan. Onze roeping reikt nog verder. Zy gaat over de landsgrenzen heen. Wy hebben een opdracht tegenover alle volken!

over dit punt wil ik nog iets zeggen. Maar eerst moet ik trachten U het beeld van de tJnesco nog iets nader voor oogeu te brengen.

He noemde de stichting van dit lichaam een historische gebeurtenis. Dat is zij inderdaad. Het is voor het eerst ia de wereldgeschiedenis, dat de naties samengekomen zijn niet de bedoeling elkaar te vinden op het terrein van het geestelijk leven en werken. Er zijn tussehen den eersten en tweeden wereldoorlog wel enkele lichamen geweest, die als voorlooper» van onderdeelen van de TJnesco kunnen woi-den beschouwd. Maar een zoo omvattende organisatie met zoo verreikende doeleinden heeft de wereld nog niet gekend. De groote ope--y ningsplechtigheid in do Sorbonne, één van de oudste Universiteiten van Europa, waar uit de geheele wereld mannen en vrouwen waren samengekomen, die werken op de terreinen van opvoeding en onderwijs, van kunsten en wetenschappen, van pers, radio en film — en er waren er onder hen, wier naam klank heeft over 't geheele wereldrond! — was een mijlpaal in de historie. Zóó lieblDen allen het gevoeld. Daarna hebben wij drie weken hard gewerkt. Vele vergaderingen zgn er gehouden van de geheele conferentie, maar ook van tal van Commissies en Subcommissies. Traag gaat dit internationale werk. Er waren twee talen in gebruik; Eransch en Engelsch. Elke rede moest in de andere taal worden overgebracht. Het resultaat van dit aUes is: een organisme met een stel regelen, welke in zulk een samenwerking onmisbaar zijn, met een directeur-generaal. Dr Julian Huxl^, die zich een secretariaat zal bouwen van eenige

honderden menschen, en een werkprograa. In dit program gaat het om' de samenwerking van de volken op drie punten: a. de bewaring' van 'smenselien keunis van ziclizelf, de wereld en elkaar; b. de vermeerdering van deze kennis door onderwijs, wetenschap en kunst; c. de verbreiding van deze kennis door opvoeding en ouderling verkeer. Elk van deze drie punten is in veelomvattende plannen uitgewerkt. Het eerste punt betreft een groot werk van herstel van het onderwijs en de cultureele instellingen in landen die zeer ernstig door den oorlog getroffen zijn. In Polen, Griekenland en China — om slechts deze te noemen — is een schrijnende behoefte aan hulp. De nood is er zóó groot, dat een aantienlijk deel van de opgroeiende generatie van ieder onderwijs verstoken blijft. De Unesco wil de krachten tot hulpverleening samenbundelen. Bij het tweede punt deukt men aan een wereldwijde samenwerking op wetenschappelijk gebied, In dit verband 'is b.v. genoemd een onderzoek tot verbetering van de toestanden op het gebied der voeding, welke' onder meer in Indië en Cliina bestaan, waar doorloopend groote gedeelten der bevolking ondervoed blijven. Ook staat op 't program den studie van de factoren, welke tot oorlog leiden. In dit verband zal men het wezen van het nationalisme in onderzoek nemen. Het derde punt is zeer rijk van inhoud. Om te beginnen: wist U, lezer, dat de helft van de bevolking del: wereld niet lezen of schrijven kan? Tegen dit ana.lphabetisme — zooals men dat noemt — wil de Unesco den strijd aanbinden. Verder wil men opnieuw een zaak aanpakken, Welke reeds eerder in internationaal verband is bestudeerd: hoe behandelen onze schoolboekjes de geschiedenis? Misschien op zulk een wijze, dat ze daarmede kiemen van haat in de volken .zaaien? De Unesco zal nagaan, wat er gedaan kan worden om dit gevaar te keeren. Een punt van studie zal ook. zijn de mogelijkheid van 'n wereldomvattend radio-netwerk in dienst van het onderling begrip der volken. Op het terrein van het bibliotheekwezen heeft men eveneens plannen voor samenwerking op breede schaal. Als men de 100 è, 150 ob-3'ecten, welke den nieuwen directeur-generaal ter uitvoering tijn aanbevolen, aan zich voorbij laat gaan, staat één ding vast: er ligt hier een terrein vol onnoemelijke mogelijkheden en kansen.

Vergaderingen, zooals daar in Parijs, hebben een langzaam 'tempo. Aangezien aUe redevoeringen vertaald worden, zooals ik vertelde, behoeft ieder deelnemer, als hij - n-il, slechts de helft van den tijd te luisteren om de gedachtenwisseling te volgen. Zoo blijft er alle gelegenheid voor bezinning op wat er achter al dat spreken leeft en werkt. Dan is het overduidelflk, dat de wereld zoekende is. Zoekende naar een inhoud en een achtergrond van het leven, waarin zij één kan ign. Het is de nood van de wereld, dat zij die samenbindende bracht, welke richting geeft aan alle denken en werken, mist. Er is een geestelijke leegte, die de menschheid beklemt en beangstigt. En ieder gevoelt, dat wij daar bovenuit moeten komen. Dat is een noodzakelijkheid voor leven en toekomst van het menschelijk geslacht. Het program vermeldt een conferentie, te beleggen in 1947, over de wijsgeerige problemen van dezen tijd. Ik ben diep getroffen door het oprechte idealisme, waarmede velen aan het Unescowerk willen medewerken, omdat zij gelooven, dat het antwoord op dezen tiooi door die organisatie na, derbij zal warden gebracht. Maar ik ben evenzeer diep verslagen door het feit, dat er in zulk een wereldvergaderuig slechts heel enkelen zijn, die weten wat Paulus reeds den geleerden Grieken op den Areopagus verkondigd heeft, n.l. dafc God „het geheele men-Bohelijke geslacht gemaakt heeft om op de gansche oppervlakte dér aarde té wonen en dat E^ hun de toegemeten tijden en de grenzen van hun \> oonplaatsen heeft bepaald" — en daar zaten ze, Noren en Nieuw-Zeelanders, Chineezen en Amerikanen, Syriërs en Mexikanen, Egypt.enaren en Brazilianen, Indiërs en Canadeezen — „opdat zg God zouden zoeken". (Hand J7:26, 27.) Kijk, en nu behoef ik niet meer uitdrukkelijk neer te schrijven wat ik nog meer over onze roeping wilde zeggen. Hier ligt ze tastbaar voor ons. In al haar onmetelijke zwaarte. Want hier staan wij voor de vertegenwoordigers van alle geloof en ongeloof der wereld! Om van te wanhopen!

Den laatsten Zondag van mijn Parijsch verblijf bezocht ik de Protestantsche Kerk in het Oratoire. Vfij komen niet in de kerk om de menschen. Maar, indien dit noodig was, heb ik dien ochtend weer heel goed begrepen, dat als het van ons, menschen, afhangt, wij die wanhopige opdracht niet kunnen vervullen. Maar Gods "(Voord lag in de prediking open bij 't zoo juist aangehaalde verslag van de groote rede van Paulus. Het sprak van 't zoeken, maar ook van •-het „tastende vinden". .Zoo reëel is 6od dus, dat wij Hem tasten kunnen. Mij dunkt, zonder God is zulk een Unescobedrijf een litanie der wanhoop. Voor •wie gelooft, ligt" er' een mogelijkheid en een uitzicht.

Dr A. Kuyper sprak in zijn '„Encyclopaedie" van „het generale subje.ct der herboren menschheid". Dat bestaat niet. Hier 'wordt de generale organisatie der onherboren menschheid tot „subject" gepromoveerd. Het zal object zijn. Maar het heet subject. En dat is de groote list van den Antichrist.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 februari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 februari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's