PERSSCHOUW

Dr Berkouwer veroordeelt zichzelf.

Tot mijn verbazing leies ik van de hand van dr G. C. Berkouwer in „Gerei. Weekblad":

Als Holwerda, VoUenhoven en Dooyeweerd bestrijdt, die geschreven hadden, dat het een kwestie was van verschil in kerkrechtelijk Inzicht, dan schrijft hij, dat het géén kwestie was van kerkrechtelijk Inzicht, „het was een welbewust Ingaan tegen duidelijke bepalingen der K.O. (spatlëering van Holwerda). Lees het goed: welbewust!

Dat is de suggestie, het wantrouwen, de typeering van de „leiding", van Kampen èn Amsterdam.

Dat moet slaan op wat prof. Holwerda schreef in ons nummer van 26 Juli '47, bl. 341, , kolom 1. Daar zegt prof. Holwerda niet wat HIJ denkt over de synode, waarvan dr Berkouwer praeses was, doch vertelt precies na, wat de SYNODE, waarvan dr Berkouwer voorzitter was, had verklaard van K. S. Een kind kan prof. Holwerda in deze passage volgen. Dr Berkouwer vindt het blijkbaar heel erg, dat men de „suggestie" (van: „welbewust") uit zijn „wantrouwen" laat geboren worden.

Hij heeft daarmee zijn eifeen vonnis geveld. Maar overigens: hoe slechl! leest men. Als ik eens een keer een bewering doe — over 'n oecumenische „synode" — zonder het bewijs er bij te voegen, klaagt Berkouwer: 't bewijs ontbreekt. Gééft men evenwel onzerzijds bewijs (zooals ook hier prof. Holwerda uit de stukken met den naam van dr Berkouwer eronder onomstootelijk praesenteert) dan gaat men er niet op iri, of — zet de dingen precies op hun kop.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen