Goed op de hoogts!

II.

In Amerika is men over het algemeen slecht over Nederland ingelicht. Men stelt zich daar „mërry old Holland" voor aJs een landje, waar de wieken van den molen lustig gaan en waar we.allen nog de hooge zijden pet en een kanten muts, een wijde broek en een vracht rokken dragen en waar we op wit geschuurde klompen 's Zondags ter kerke gaan: „zóó gaat de boer naar de kerk".

Dat is in Amerika de doorpneê voorstelling van Holland.

Onder de Chr. Geref. broederen is het ten aanzien van de klompenlegende gelukkig beter.

En kerkelijk zijn ze beslist beter op de hoogte.

Sedert de „brieven van aanbeveling", die Schilder intusschen al even weinig als de apostel Paulus begeerde, hem bij zijn eerste reis zoo vriendelijk onder de broederen in Amerika introduceerden, is er een druk contact. En zoo weet men precies, hoe'Schilder al jaren lang bezig was de eenheid der kerk te dienen

Men mocht aannemen, dat men daar precies op de h< jogte was.

Aalders, Berkouwer, Hoek reisden ter „oecumenische synode".

Meyster en Wurth reisden zoo ongeveer gelijk met het Amsterdamsche pierement naar het eeuwfeest van de stad van Van Raalte: naar Michigan.

Prins legde contacten door een brievenzending. En „De Spiegel" gaf een reportage van een echten ouderwetschen hollandschen klompendans op Amerikaansch asfalt.

Geen wonder, dat dr Henry Beets precies geïnformeerd is.

Hetgeen blijkt uit de „Missionary Monthly" van September 1947.

Hij schrijft daarin een artikel over het verdwijnen van „De Standaard" onder den titel: „Die Standaard neergehaald", waarin hij o.a. zegt: , , Na de lange, bange jaren der Duitsche bezetting, heeft onze Cnossen, trots smaad en druk en verdenking, voet bij stuk gehouden en 't blad als weekblad doen verschijnen.

Helaas, in het nummer van 26 Juli 1947 neemt Cnóssen „Gedwongen Afscheid"." En na overname van Cnossen's zwanenzang schrijft dr Beets: „Wel jammer, grootelijks jammer".

Wij vinden het óók jammer.

„Grootelijks jammer".

Dat Amerika zóó slecht geïnformeerd is.

Dat Amerika niet weet, dat de Standaard ifiet is neergehaald, toen de politieke Eindredacteur, prof. dr J. Waterink, anno 1947 dit. redactioheele vaantje streek, maar toen op den redactioneelen zetel van Kuyper Max Blokzijl plaats nam.

We nemen aan, dat de synodale Heeren, die nog al eens brieven naar de United States schrijven met ons van oordeel zijn, dat er aan de voorlichting van Amerika nog wel iets ontbreekt.

Dat blijkt ook uit' een artikel in hetzelfde blad, waarin dr Henry Beets een t - kje ^an Th. Delleman bespreekt en waarin hij het heeft over „de Gereformeerde Kerken, pas door Dr Schilder geleid en Art. 31 der Kerkenorde in het schild voeren".

Want er zijn geen Gereformeerde Kerken in Nederland, die door dr Schilder geleid worden.

We nemen dr Beets niet kwalijk, dat hij aldus schrijft. Want alzoo hebben de broeders hem ongetwijfeld geboodschapt. Maar wel hopen we, dat dr Beets, nu de gelegenheid er was, zich op de hoogte stelde.

Dankbaar nemen we nota van de erkenning, dat onze , , niets-in-het-schild-voerende" Kerken Artikel 31 der Kerkenorde in het schild voeren.

Dat wéét dr Henry Beets temninste.

Artikel 31 der Kerkenorde: onverminkt en onvermengd, onverdraaid en onveranderd!

Intusschen ben ik toch dankbaar, dat er in Amerika toch zijn, die voor betere informatie open staan; „die wel begeeren te hooren, wat Schilder gevoelt".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen