GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

IN MEMORIAM H. J. KOUWENHOVEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IN MEMORIAM H. J. KOUWENHOVEN.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hedenmorgen, 5 Jan. 1948, bereikte mij telefonisch het bericht, dat onze broeder H. J. Kouwenhoven, ouderling der Gereformeerde kerk van Voorburg, tijdend zijn verblijf in Noord-Amerika, waar hij met Mevrouw tijdelijk vertoefde, vrij plotseling is overleden.

Aan dezen man, omtrent wien de naam „broeder" en „vriend" door niemand achteloos gegeven worden kon, wil ons blad hier dankbaar gedenken. Hij heeft van zijn geboorte aan de kerk van Christus met hart en ziel toebehoord, en heeft, onder de velerlei veranderingen en te midden van de zeer onderscheidene contacten, die in zijn loopbaan zich lieten zien, stee.ds de trouw aan Christus en dus aan diens kerk bewaard. Zijn heldere verstand, dat voor degenen, met wie hij een indringend gesprek voeren wilde en kon, zich dadelijk waarneembaar maakte, opende hem niet alleen de toegangspoorten tot de groote zaken-en financiëele wereld, waar hij zich christen betoond heeft, maar ook tot wijsbegeerte en godgeleerdheid. Meermalen trof mij de scherpte van zijn oordeel, ook in het stellen van dilemma's, in het peilen van den bodem van aan de orde gestelde problemen.

En in alle deze dingen toonde hij zich trouw. En hulpvaardig. En bereid om binnen het kader van zijn bevoegdheid te beslissen als eelrste, misschien wel eenige, mits het dienen kon in de zaak des Heeren — ook deze qualificatie gebruikte men in zijn omgeving niet gedachteloos: hij keek dwars door u heen, zoodra uw woorden „dik" werden. Hoeveel hebben de Gereformeerde kerken aan hem te danken. In de dagen der crisis heeft hij de uitgave van de eerste brochures mogelijk gemaakt; en zijn woning was tevens expeditiekantoor. In zijn woning is de bekende Haagsehe vergadering van 11 Augustus 1944 voorbereid, en zijn warme stem heeft uit de diepten van zijn trouwe hart meer dan één getroost, die zich over diepe schaamte om de laagheid van de schorsingen der kerkelijke gelegenheidspolitici moest heenwerken, om weer de kerk van Christus terug te vinden in de blijdschap des geloofs.

Onze broeder Kouwenhoven is niet de eerste, bij wiens sterven de schorsende hoogmoed zich ziet geconfronteerd met den Rechter ^van levenden en dooden. Hoeveel water hebben zij, die zich eraan bezon-...digd hebben, al niet in hun wijn gedaan, sedert ze ook dit kind van God hebben durven schorsen? En nog kwam er geen „poenitet" over hun lippen.

K. S.

De nieuwe jubileum-almanak 1948.

De Almanak 1947/48 van het Studentencorps „Fides Quaerit Intellectum" aan de Theol. Hoogeschool der Geref. Kerken te Kampen is ter perse! Welk een zeer bijzondere uitgave is het ditmaal geworden!

Het is niet zoozeer een Studentenalmanak in den gewonen zin, maar hij draagt een algemeen, zeer populair karakter. Hij is immers als Jubileum-uitgave geheel gewijd aan het 30-jarig Hoogleeraarschap van onzen prof. dr S. Greijdanus. Heel diens levenswerk vindt U belicht in dezen Almanak, die den Jubilaris (ons nieuwe Eerelid!) op den Herdenkingsavond aangeboden werd als blijk van eer en dank.

Mogen wij U den zeer aantrekkelijken inhoud ver-• klappen? „Prof. dr S. Greijdanus — 'de Hoogleeraar der Heilige Schrift", door pro|. C'. Veenhof; „Prof. dr S. G. als dogmaticus", door J. Faber; „Prof. dr. S. G. en het Gereformeerde Kerkrecht", door D. Deddens en „Prof. dr S. G. en de Vrijmaking", door ds D. van Djjk. Verder nog een „Volledige lijst van al prof. Greijdanus' werken", door C. Trimp en tenslotte een artikel van prof. Schilder over prof. G. en enkele redactioneele stukken.

Het geheel een boekwerk van 300 pagina's.

Oordeelt U zelf: hebben we overdreven, toen we dezen Almanak iets buitengewoons noemden?

U zult begrijpen, dat juist daarom de prijs ditmaal hooger werd dan normaal. Deze prijs zal nog afhankelijk zijn van het aantal bestellingen.

Toch kunnen we zeggen, dat hij in geen geval duurder wordt dan f9.—. Hoe meer bestellingen, des te lager de prijs.

Mogen wij U vriendelijk verzoeken zoo spoedig mogelijk, en wel vóór 15 Januari, Uw bestellingen aan onderstaand adres te richten? Dan kunnen wij ze medio Januari gaan versturen. Vermelden we nog even het Gironummer:105162 ten name van het Studentencorps F.Q.I., Broederweg 15, Kampen.

M. VAN DOOREN.

IJsselkade 22, Kampen. Almanak-Administrateur.

Van harte beveel ik de bestelling van den Almanak bij onze lezers aan. Het wordt dit jaar iets zeer bizonders van blijvende waarde.

K. S.

Eindelijk antwoord van ds toornvliet.

Zooals U U zult herinneren, publiceerde Ds T. in , , De Strijdende Kerk" van 20 Sept. j.l. een kaartschrijven van een anonymus, aan hem gericht. Ik schreef hem diezelfde week nog een brief en verzocht hem dit schrijven met het erbij geplaatste artikeltje terug te nemen. Toen ik np, 3 niunmers (die om de 14 dagen verschijnen) afgewacht te hebben, geen enkel teeken van leven van Ds T. ontving, publiceerde ik mijn schrijven aan hem o.a. in „De Reformatie" van 8 Nov. j.l. Nu eindelijk, in de S. K. van 13 Dec, neemt Ds T. mijn schrijven op met een bij-en naschrift.

Ds T. neemt de publicatie van het kaartschrijven niet terug, evenmin wat hij erbij schreef. Hij erkent dus niet, wat ik .van hem vroeg: „Het spijt me, dat ik het geplaatst heb".

Integendeel, hij zet nog een soort redeneerinkje op over de vraag, of het publiceeren van zulk een kaartschrijven „een principieele fout" is. Och, Ds T., wat verstaat U onder een principieele fout? Zijn principieele fouten ontoelaatbaar, andere toelaatbaar? Vergeet ipiiet, dat U be.gonnen bent zulk materiaal te publiceeren; niet ik. Het heeft me werkelijk verwonderd, dat U het deedt. Ik vond het verbazend onvoorzichtig: U kon toch heusch wel vermoeden, dat Uw volgelingen zich óók wel eens schuldig zouden maken aan zulke briefjes. Ik vond het verder zinloos, want U dient er de synodale zaak, waarvoor U strijdt, niet mee. Als tenminste de synodale zaak ook al door zulke publicaties gediend moet worden, beklaag ik deze er nog te meer om. Om U een halt toe te roepen, publiceerde i k het schrij­

Maar U ziet blijkbaar nóg niet het verkeerde van Uw publicatie in. Dat spijt mij.

Uw onderschrift onder mijn, nu door U gepubliceerden brief, maakt het echter nog erger. U schrijft daarin: „Dat ik schreef over iemand die ernst zegt te maken met de eis van het verbond, is volkomen juist. Daarmee doelde ik natuurlijk niet op alle vrijgemaakten — dat zou laster zjjn — maar op dit concrete geval."

Allereerst dat woordje „natuurlijk"; daar ligt zooveel in als: „dat begrijpt toch iedereen; alleen Dr J. ontging dit blijkbaar". Ik dank U voor die opmerking. Ds T.!

Maar verder, wat schreef U? Dït: „te weten, dat dit kaartschrijven afkomstig is van iemand, die behoort tot een kring, die ernst zegt te maken met belofte en eis, die de Verbondswraak naar voren brengt". Dat zinsdeel: die ernst zegt te .make# met belofte en eis, behoort dat bij dien „iemand", of bij „kring"? Toch zeker bij kring! U beschuldigt hier niet alleen dien „iemand", maar 00 k zij n „kring"! De vrijgemaakte kring! Daarom schreef ik U, dat U Uw menschen suggereert: die kring van vrijgemaakten ZEGT wel, dat hij daar ernst mee maakt, maar hij DOET het niet! Volgens Uw eigen woorden is dit dus laster. Ik ben het met U eens. Alleen maar, U neemt dien laster niet terug, maar Ulaat hem rustig op het papier van „De Strijdende Kerk" staan! Nadat U ervoor gewaarschuwd waart!!

Dat spijt mij niet alleen; dat vind ik vreeselijk!

Ik heb er niet mee te maken, waar U op doeld e. Ik heb alleen te maken met wat U schreef. Ik heb niets aan wat U schrijft: „We kunnen toch altijd beginnen met het vertrouwen, dat ook de andere partij het eerlijk bedoelt". Even qpn tusschenopmerking over dat „eerlijk bedoelen": boven mijn stukje in de Geref. Kerkbode van Leiden, enz.. stond als titel:

„Strijdt Ds T. wel eerlijk? " U schrijft hier: ik moet iseginnen te vertrouwen, dat U het eerlijk bedoelt. Hadt U dië Geref. Kerkbode nog niet gelezen, toen U dit schreef? ? In Uw „naschrift" zegt U van nog niet. Toch maakt deze uw zin sterk den indruk, alsof U toen mijn titel reeds wel gelezen had Maar nu de zaaJi zelf: ik moet, volgens U, beginnen te gelooven, dat Uw onderschrift niet de bedoeling had om prikken uit te deelen. Ik wil het graag doen, maar als de feiten nu uitwijzen, dat U wél prikken uitdeelt?

Kijk eens. Ds T., Uw bedoelingen behooren tot de verborgen dingen Uws harten; daar kan ik niet over oordeelen; ik mis het orgaan om Uw bedoelingen te controleeren. Aan goede bedoelingen van iemand heb ik dan ook niets. Ik heb alleen wat aan zijn daden. Die kan ik controleeren; die kan ik toetsen aan de wet. Welnu, U hebt dat kaartschrijven ontvangen; op een wijze die U niet jpet steekhoudende argumenten verdedigen kunt, haalt U daarbij als schuldige de vrijgemaakte , , kring". U schreef toch ook: „Verantwoordelijk daarvoor zijn die mensen, die daarin leiding geven" ? Dit is, wat ik met een nog heel zwakke aanduiding noem: prikken geven.

Dat is Uw bedoeling niet, schrijft U.

Zoo, zoo; U is toch eindredacteur van , De Strijdende Kerk"? Ik. keek dit nummer even door. Twee artikelen van G. T.: „In Amerika gevonden" ^) en „Is doorgaande scheuring onafwendbaar? " Ik citeer uit het laatste alleen één zin: „Toen de scheuring kwam "stonden we voor het bevreemdende feit, dat, terwijl in onze kerken de breuk als een dag van ^ zwarte rouw werd doorleefd, er in de vrijgemaakte kerken zoiets als een bruiloftstemming was, de feestvreugde van een purimfeest, waarop men sprak van een blijde dag met schone beloften". Ik verklaar U hier ronduit, dat deze zin veel verder gaat dan een min of meer venijnige prik; hier lastert U. Ik weet zeker, dat men alom in onze vrijgemaakte kerken verontwaardigd zal zijn, als men dezen zin van U leest.

Moet ik nu, als ik alleen maar dezen, zin van U gelezen heb (en dan laat ik maar rusten artikelen als van Ds Ypma, die door U, als eindredacteur op de voorpagina van de S. K. geplaatst worden) nóg gelooven aan Uw goede bedoelingen?

Dis Toomvliet, dat maakt U zelf ons o n m o g e - lijk!

Als U zóó doorgaat, vormen U en Uw medewerkers een der grootste hinderpalen op den weg der hereeniging; welke hereeniging wij, vrijgemaakten, hartelijk begeeren, mits op zuivere gronden; omdat wij en wij alleen, daadwerkelijk den strijd hebben moeten voeren tegen de Gode-geklaagde kerkscheuring, die ons door Uw Synoden en de kerkeraden van Uw kerken is op­ gedrongen.

P. JASPERSE.


1) Nu het puntje hier even ter sprake komt, wil ondergeteekende wel zeggen, dat het dwaze bluf-artikeltje van ds T. pas dan een antwoord waard zou zijn, als hij Ie. zorgde dat ik zijn blad kreeg, wat niet zoo Is, 2e. had geciteerd wat 1 k uit Heyns citeerde, wat ook het geval niet is. Hij kende dit citaat evenmin als ik (K. S.).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 januari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

IN MEMORIAM H. J. KOUWENHOVEN.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 januari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's