GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Indrukken van de Generale Synode I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indrukken van de Generale Synode I

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opzet van deze reeks.

Naar gewoonte van vele jaren willen we ook thans; van de zittingen der synode enkele Indrukken geven. „Indrukken", meer niet. „Enkele" Indrukken, want aan systeem is al evenmin te denken als aan volledigheid. Wat hlfer niet ter sprake komt, krijgt toch wel een beurt tn het persverslag. Als Ik In deze Indrukken soms een bepaald onderwerp wêl, en een ander niet ter sprake breng, zoeke niemand daar een bewfls van meerdere of mindere belangstelling in. Soms wordt men gebonden

door commissievergaderingen, die 't schrijven onmogelijk maken. Soms denkt men In een zitting te kunnen schrijven en begint eraan, maar wordt plotseling gedwongen te luisteren of mee te spreken. En bovendien — men kan 't gevoel hebben: wat geeft het? de copie kan toch geen plaats meer krijgen — tenzij ze zoo oud zou worden, dat men het niet meer lezen wil.

Bidstond.

De Maandagavond bracht ons allen onder leiding van den kerkeraad van Amersfoort bijeen in den dienst des Woords, waarin, gevraagd door den kerkeraad, de praeses der vorige synode, ds H. Knoop, voorging. We hebben ds Knoop verzocht, zijn preek af te staan voor ons blad; hij was zoo vriendelijk toe te stemmen. We zeggen er dus niet veel over. Ze zal volgende week geplaatst worden. Slechts moge ons een woord van blijdschap en hartelijke instemming vergund zijn met deze Woordbediening. Ds Knoop heeft den moed van trotseering der slechte raadgeefster, vrees, gehad. Zijn tekstkeuze was zóó, dat ieder kwaadwillige, die aan een half woord genoeg heeft, en anderen ook niet meer gunt dan dit halve woord, in een ommezien kan zeggen: ijk, daar Is ' al weer het extremisme aan het woord, en de hoogmoed, en de stemmingmakerij. Maar wie het hoofd gebogen heeft onder het Woord, dat trouwens niemand excuus vraagt voor 't presenteeren van-een of andere passage, die heeft de Schrift opnieuw gezien als typeerende alle zonde, ook de onze, en wijzende alle gevaren, die ons leven bedreigen, en die heeft den 'prediker dankbaar geëerd als den man, die niemand opscheepte met de privé-ontboezemlngen van een mènsch, die ook zich van elke dwaze paralleliseering tusschen vroegere en hedendaagsche groepeering heeft onthouden, die ook niet gezegd heeft: as op, dat ge de extremisten in de ga, ten houdt, die ge dan daar en daar zoudt hebben te zoeken, maar die ons eenvoudigweg gezegd heeft: nze trouw, die wordt nu beproefd. Dit alles, in ontvouwing van Jer. 3 : 7b—10. Daat voorts onze lezers den tekst der preek mogen nagaan, en speciaal hun aandacht geven aan de verdeeüng: e auteur ervan heeft zijn vernuft niet uitgeschakeld, doch het verboden, brutaal te doen tegen den tekst. Het bleef dien tekst onderworpen.

Na den bidstond begroetingssamenkomst; maar daar weet ik niets van: er was een vergadering.

Opening.

Om tien uur den volgenden morgen: opening vanwege de roepende kerk Amersfoort. Zij had ds B. T. v. d. Born daartoe opdracht gegeven.

Men heeft vaak openlngsspeeches gehoord, waarin de spreker den lof zong van zijn eigen stad. Soms gaat dat een beetje ruiken naar provincialisme. Het systeem worde hier niet in discredlet gebracht (tenzij dan als systeem); he^ was in de dagen vóór 1944 wel eens leuk openingsspeeches te hooreu of te lezen van dominees, die vandaag Ijverig synodocratisch zijn, en vóór de pluriformiteit zijn, en advocaten aanmoedigen om te betoogen, dat de vrijmaking een nieuw kerkje schiep, en die dan zóó redeneeren, dat ook de Afscheiding en de Doleantie. wat nieuws hebben gemaakt, maar die dan, als ze een synode mogen openen in qualiteit van praeses der roepende kerk inééns voor die door hen gediende kerk al de glorie opeischen, die de theologen na de Reformatie, en ook wel daarvoor aan „de kerk" van die plaats gegeven hebben. Dan zijn die kerken allemaal oud, oud, oud. Fabius inspireerde de piaatselljke-glorie-passages, en verder werd hij vergeten. — Fabius? Ja, want die zei, dat zijn, kerk zóó wezen moest, dat Adam er ook lid van zou willen heeten, omdat hij het wds.

Ds V. d. Bom heeft Amersfoort niet genoemd. Hij heeft, denk ik, niet vergeten, . dat de stad er niet veel toe doet, maar het roepen des te meer. De vraag, waar een synode samenkomt, wordt ten deele bepaald door de vergaderg: elegenheid: is er een behoorlijk gebouw, wat nevenzalen, en kan men er gemakkelijk komen? Maar het roepen blijft van beteekenls: het gaat dan om de Schriften.

Welnu, het mooie en gedragen woord van ds E. T. v. d. Born mogen we hier verder laten spreken. Het toonde, dat hij de behoefte der synode zag, zooals met name in onzen tijd zich deze afteekende. Hij opende de Schrift, daar waar meerderen het doen. Maar hij ISs en las voor. En was niet de dominee van X, maar de door het lichaam van Christus ter plaatse aangewezen vertolker van de stem die roept. Hij sprak als volgt (nadat gezongen was ps. 122 : 1, 3 en gelezen Joh. 17, en gebeden):

Waarde broeders,

Het is mij een vreugde U, als afgevaardigden en praeadviseurs der Generale Synode, namens de roepende kerk van Amersfoort, hartelijk welkom te heeten. En hierin ^al onze blijdschap vervuld zijn, wanneer gij hier onder 's Heeren zegen en mef de belofte Zijner zalving, met opgewektheid en telkens vernieuwde kracht, moogt werken aan de belangrijke zaken, welke de Kerken in den weg van afvaardiging en lastbrief aan U hebbeu toevertrouwd. Maar samengekomen als afgevaardigden der Kerken, kan het niet anders, wanneer gij Uw werkzaamheden zult aanvangen, of Uw gedachten gaan naar één die thans niet meer Uw zittingen kan bijwonen, naar onzen rtiedebroeder Prof. Greijdanus. Gij moogt met onze kerken dezen trouwen dienstknecht van den Heere Christus niet misgunnen zijn eerste sabbathsrust, welke hij thans met al de heiligen die Christus voor Zijn troon vergaarde, genieten mag. Maar gij zult zijn aanwezigheid in Uw midden missen, en het voor het eerst moeten doen zonder zijn medewerking en adviezen. Maar de Vader der geesten. Die hem altijd heeft bekwaamd, heeft ook U de belofte gegeven van wijsheid en inzicht en bekwaamheid, zoo gij maar weet te vragen. Prof. Greijdanus heeft ons geleerd voorzichtig en nauwgezet om te gaan met het Woord Gods om dit te verstaan en den wil des Vaders te kennen. Hij is ons daarin tot een voorbeeld geweest. En ik ben er zeker van, dat gü in zijn voetstappen wilt wandelen en Uzelf en Uw werk wilt onderwerpen aan het Woord en alzoo aan de leiding van den Heiligen Geest.

Nu zijt gij samengekomen onder zeer bi^ondere omstandigheden, en één blik op het door U vast te stellen .agendum leert U reeds, dat met name de gedachte aan de bewaring en vermeerdering der kerk Uw 'önVermbèide aandacht zal vragen. Gij zult in den schriftuurlijken ^in van het woord oecumenisch moeten werken binnen de grenzen van ons vaderland en daarbuiten. En gij weet met mij, dat zij, die buiten staan, de kerken, welke U afvaardigden, niet erkennen als gebouwd op Gods onfeilbaar Woord, en de Drie formulieren van eenigheid, dat zij, die buiten staan het — op z'n zachtst gesproken — zeer betwijfelen, óf gij wel de liefde hebt om een schoenen oecumealschen arbeid te verrichten; maar ook, dat er in eigen kring zijn, die zich afvragen, of gij wel de brandende begeerte hebt om te vergaderen, wat Christus ook vergaderen wil, óf de glorie der eene heilige katholieke kerk wel in Uw hart geschreven staat. En wie de liefde niet heeft, Is Immers onbekwaam voor het groote werk: Ut omnes imum sint? En men meent ook bewijzen te hebben, dat het U aan dit charisma der liefde ontbreekt. Immers van de samenspreldng met de Synodocratisch gebonden kerken is nog niets terecht gekomen. Zij willen wel, maar gij wilt niet, zegt men. En Uw deputaten hebben geen „wezenlijke bijdrage tot de eenheid kunnen leveren". Gij hebt de liefde niet, welke Calvijn deed zeggen, dat hij wel tien opeanen wilde doorkruisen om de eenheid van 's Heeren kerk te zoeken. Gij hebt de liefde niet om Uzelf te verloochenen, en volkomen weg te cijferen voor de gemeenschap der heiligen. Gij zijt niet bewogen door het bewogen gebed van Christus in Johannes 17. En zoo kijkt men vandaag in spanning naar Uw vergadering als afgevaardigden dier kerken, welke zich vrijmaakten van synodocratie, en zich stelden onder de tucht van den eenigen Herder en Bisschop Jezus Christus. Zullen zij wel de liefde hebben als vrucht van wedergeboorte en zalving des Geestes? Maar nu is dit Uw troost, dat de werken der liefde geopenbaard zijn in Gods heilig Woord, ook de werken der liefde in het zoeken van de ééne heilige algemeene christelijke kerk. Gij behoeft UzeU niet te .rechtvaardigen, maar de Schriften zullen en moeten U rechtvaardigen. En al wie voor deze Schriften buigen wil, zal uit Uw werken en uit Uw besluiten kunnen weten, of zij geuren van de liefde van Cluastus in de samenvergaderlng der kerk, of zij bewogen zijn uit de gehoorzaamheid aan Hem, en opgekomen zijn uit de brandende begeerte: opdat zij allen één zijn. Er is in deze dagen al meermalen gewezen naar Johannes 17. En men heeft den waarschuwenden vinger opgeheven of dit bewogen gebed ons wel beweegt, nu er overal stemmen opgaan om de eenheid te zoeken, en-te stichten. Voor dit verwijzen naar Johannes 17 kunt gij dankbaar zijn. Want Johannes 17 onderwijst ons allen op een prachtige wijze. Immers hier bidt de Heere Christus Zelf voor de heilige vergadering der ware Christgeloovigen, welke er is, en welke er komen zal door de apostolische prediking. En hier leeren wij nu, hoe het toe zal gaan bij de samenvergaderlng der kerk uit alle geslacht en volk en tong en natie. De Heere Christus zal krijgen al degenen, die de Vader Hem gegeven heeft, Hem beloofd heeft naar gemaakte afspraak in de eeuwigheid. Het is de Vader, Die leidt tot den Zoon. Hij leidt tot den Zoon het schoone getal der verkiezing. De apostolische predildng, dat is het lelden van den Vader tot den Zoon in deze wereld al de gegevenen des Vaders. En het is de Zoon, Die leidt tot den Vader. De woorden, die de Vader Hem gegeven heeft, geeft Hij hun. De apostolische prediking, dat Is het lelden van den Zoon tot den Vader, opdat allen, die de Vader Hem gegeven heeft, de heerlijkheid Gods zien. En het Is de Heilige Geest, Die door de apostolische prediking het geloof werkt, zoodat Jezus nu ook in de Zijnen verheerlijkt wordt. Want dan Is Hij in de Zijnen verheerlijkt, wanneer zij bekennen, dat Hij van den Vader is uitgegaan. En nu schittert In deze wereld de liefde van den Vader tot den Zoon, want Hij leidt tot Hem het schoone getal der verkiezing. Hij brengt ze tot Hem, opdat Hij hun het eeuwige leven geve. Nu blijkt ook tn de wereld, dat de Vader den Zoon liefheeft, want Hij houdt ook in den tijd de gemaakte afspraak In de eeuwigheid. Maar ook schittert nu tn deze wereld de liefde van den Zoon tot den Vader. Want Hrj neemt ze aan, al wie de Vader Hem gegeven heeft. Hij neemt ze niet voor Zichzelf: Ik heb Uw Naam geopenbaard den menschen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. En zoo worden nu de Zijnen overeenkomstig Gods welbehagen en Gtods verkiezmg opgenomen in de gemeenschap met den Vader en den Zoon door den Heiligen Geest. En zoo hebben zij het eeuwige leven. Want dit Is het eeuwige leven, dat zrj U kennen, den eenigen en waarachtigen God en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. En nu gaat de Zoon weer tot den Vader. Hij gaat de wereld uit. ER de samenvergadering der kerk is nog maar pas begonnen, en komen moet nog uit de wereld het schoone getal der verkiezmg, opdat zrj ook zijn mogen, waar Hij is en de heerlijkheid mogen aanschouwen, welke de Vader Hem gegeven heeft. En wanneer kan nu de Zoon uit de wereld gaan? Wanneer Hij weten mag, dat de Vader allen, die door de apostolische prediking in Hem gelooven zullen, nu ook zal doen voUiarden tot het einde, zoodat zij uit de gemeenschap met den Vader en den Zoon — welke gemeenschap immers het eeuwige leven is — niet los te scheuren zgn, hoezeer hel en satan woeden, gelijk ook de Vader en de Zoon uit hun gemeenschap met elkander, zooals deze schittert In de samenvergadering der kerk, ook niet los te scheuren zijn. Daarom draagt Hij In den nacht, in welken Hij verraden zal worden, de gansche uitverkoren kerk op aan den Vader naar het recht van den Middelaar Gods en der menschen. Opdat zij allen één zijn, gelQkerwijs Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij één zijn tn Ons. Gelijkerwijs Gij in MIJ en Ik in U, dat is de verboudstaal over de verbondstrouw, welke er is tusschen den Vader en den. Zoon, over de verbondstrouw, zooals deze nu ook In de wereld is gaan schitteren. Over him verbondstrouw om samen door den Heiligen Geest de wereld weer te zetten In 't spoor der gerechtigheid, en samen te vergaderen de stad Gods uit de glorie der herschepping. Die verjrondstrouw is nu ook in deze wereld openbaar geworden. De Vader heeft, den Zoon zendende lu deze wereld. Hem niet losgelaten. Hem niet in den steek gelaten. Hij heeft de afspraak gehouden. Hij heeft in het geven van de apostelen reeds de gansche kerk, de uitverkoren bruid tot den Zoon geleid. En de Zoon heeft, komende in de wereld, den Vader vastgehouden, want In het lelden der apostelen tot den Vader heeft Hij reeds de gansche kerk aangenomen tot het feest der herschepping met den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest. Die verbondstrouw om samen in den Geest de kerk te vergaderen is niet te verbreken. Dat zal de Satan in dezen nacht ondervinden. Hij heeft aan Jezus niets. En dus als de Heiland zegt: Gij, Vader, in Mö en Ik In U, dan spreekt Hij van die verbondstrouw, welke nooit verbroken kan worden, van die gemeenschap der-liefde tn het samenvergaderen der kerk, welke nimmer te verbreken Is. En die verbondstrouw straalt nu ta de wereld en zet nu de wereld in de glorie der herschepping.

Die verbondstrouw is nu ook tn den tijd waarachtig gebleken. Vader en Zoon houden elkander vast in den Heiligen Geest en het welbehagen des Heeren gaat gelukkiglijk voort. De samenvergadering der kerk Is gegarandeerd. Deze samenvergaderlng wordt gedragen door de trouw van den Vader aan den Zoon, en van den Zoon aan den Vader. En zij zal nu haar onvergankelijke, onverbreekbare glorie laten zien op Golgotha, en Paschen, en Hemelvaart en Pinksterfeest, en in de apostolische prediking tot het einde der dagen. Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij tn Mij en Ik in U. Dus bidt de Heiland vóór Hij uit de wereld gaat, of ook de gegevenen des Vaders, die de Vader zal lelden tot Hem, en die Hg zal leiden tot den Vader, of zij ook van hun kant den Vader en den Zoon liefhebben, en uit de gemeenschap met den Vader en den Zoon niet los te scheuren zfln, maar In liefde er. trouw den Vader en den Zoon belijden, omdat dit het eeuwige leven is. Of dus ook van hun kant een verbondstrouw in de wereld schitteren mag, waarmee zij onwrikbaar onverbreekbaar blijven vaststaan in de gemeenschap met den Vader en den Zoon, dus ook de Satan aan hen niets heeft, en er niemand uit hen verloren gaat en straks bij de voleinding het schoone getal der verkiezing ter bruiloft Ingaat. Want deze gegevenen des Vaders zullen het moeilijk krijgen. Zij zullen door den Satan verzocht worden. Zij zullen komen voor koningen en stadhouders. Dreigen gaan arena's, brandstapels, concentratiekampen. Vader, bidt de Heere Christus nu, laat nu ook in de wereld schitteren de volharding der heiligen, zoodat het blijkt, dat zij ook niet los te scheuren zijn uit de gemeenschap met U en met Mij. Hrj bidt nu of hun liefde sterker mag zijn dan de dood, en zij als de heilige vergadering der ware christgeloovigen nimmer uit elkaar te slaan zijn, maar allen, die de Vader Hem gegeven heeft, volharden tot het einde, en tn gemeenschap met den Vader en den Zoon de wereld overwinnen, de verzoekingen te boven komen en het geloof behouden.

En nu wij dat mogen weten, en nu men vandaag zegt: ij zult moeten bewijzen, of gij de liefde hebt om de kerk te zoeken en te vergaderen, nu lezen wij tot onze bemoediging dat dit schoone getal der verkiezing zal vergaderd worden door de apostolische prediking, door het Woord Gods. In het prediken van en tn het binden aan het apostolisch getuigenis, zal nu blijken wie de Vader leidt tot den Zoon, en de Zoon tot den Vader, en de Heilige Geest tot den Vader en den Zoon. Nu zijn wij het niet meer, maar nu is het de glorie der verkiezing, welke zich in de wereld verheerlijken zal in de samenvergadering der kerk. En waar de Vader en de Zoon lu hun wederzijdsche trouw in de samenvergadering der kerk niet uit elkaar te slaan zijn, daar zal nu ook in de wereld gaan schitteren de liefde en de trouw van allen, die door de apostolische prediking vergaderd worden en; gelooven, dat de Zoon van den Vader is uitgegaan. Zij zullen ook niet los te maken zijn uit. de gemeenschap met d«n Vader en den Zoon, zoodat straks het schoone getal der verkiezing ook ter bruiloft Ingaat en gemeenschap heeft aan het feest der heUlge Triniteit over het werk der herschepping. Nu kunnen straks de apostelen de wereld ingaan met de hun gegeven en toevertrouwde apostolische prediking. En nu zal hun liefde en hun trouw hierin openbaar moeten worden, dat zij deze authentieke prediking bewaren, en op haar fundament de kerk vergaderen, geloovende, dat zoo zal komen het schoone getal der verkiezing, en vergaderd wordt al wat de Vader heeft uitverkoren van vóór de grondlegging der wereld. Hün brandende liefde voor de kerk, als de uitverkoren bruid des Heeren zal nu uit dit getrouw bewaren der apostolische prediking haar rechtvaardiging ontvangen, dat zij slechts met Christus mee vergaderen willen. Daarom zegt ook Johannes in 1 Joh. 1:3: Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij U, opdat ook gij met ons gemeenschap hebben zoudt". En deze onze gemeenschap is met den Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus. Hetgeen wij dan gezien hebben, namelijk, , dat de Vader lu deze wereld leidt tot den Zoon, en de' Zoon leidt tot den Vader de nieuwe menschheid, verkoren van vóór de grondlegging der wereld — de Vader den Zoon zendende, en de Zoon van den Vader uitgaande. Hetgeen wij dan gehoord hebben, namelijk, dat de Vader en de Zoon en de Heilige Geest elkander trouw blijven in de samenvergaderlng dezer kerk tot het eeuwige leven — Golgotha, Paschen, Hemelvaart, Pinksterfeest — hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij U, omdat wij. Zijne apostelen, nu ook in brandende liefde zoeken de eene heilige algemeene christelijke kerk.-Opdat ook gij met ons. Zijne apostelen, gemeenschap hebben zoudt. Want door onze authentieke prediking, welke wij van Hem ontvangen hebben, zijt gij niet los te maken uit onze gemeenschap als 's Heeren fundamentleggers In deze wereld. En dat Is noodig. om Uwer ziele zaligheid wil, want onze gemeenschap, namelijk die-Zijner apostelen, is de gemeenschap met den Vader en den Zoon. Door ons kent gij den Vader en den Zoon, en hebt gij het eeu-wlge leven. Indien in U blijft wat gij van den beginne gehoord hebt — van ons — zoo zult gij ook--in den Zoon en in den Vader blijven, en zult gij onverbreekbaar vaststaan In deze wereld als de heilige vergadering der ware christgeloovigen. Dus nü weten wij: et de apostolische prediking komt de eenheid mee. Zij komt mee naar de glorie der verkiezing. Zij komt mee als een onverbreekbare woordgemeenschap met 's Heeren apostelen, en als een onverbreekbare levensgemeenschap met den Vader en den Zoon in den Heiligen Geest. Nu weet gij ook, dat gij dan werkeltjk llefhebt, en in brandende begeerte de kerk zoekt, ook hier in ons vaderland en ook daar bulten, als gij al Uw werk, Uw besprekingen, en Uw besluiten, bindt aan de apostolische prediking, welke voor U is het Woord Gods. Want in het binden aan deze apostolische prediking, bindt gij U aan de verkiezing

Gods, onderwerpt gij Uw liefde aan de vrflmacht Gods lu Jezus Christus, en buigt gij U voor den Vader, die leidt tot den Zoon en voor den Zoon, Die leidt tot den Vader het schoone getal Zijner verkiezing. En zoo zal ook Uw blfldschap worden vervuld, ook al wordt het werken moel-Itjk üi deze wereld van groote verwarring, van onjuiste en valsche probleemstellingen, van onschrlttuurlijke eenheldsleuzen. Uw blijdschap vervuld, dat gij In het zoeken van en in het bewaren van de apostolische prediking meevergaderen zult die heilige vergadering van ware christgeloovlgen, welke één is krachten^ Gods verkiezing, en welke door het Woord Gods zal volharden in de gemeenschap met den Vader en den Zoon, en welker liefde sterker zal zijn dan de dood, en welke niet verleid, zal kunnen worden, ook niet als straks de gansche wereld achter het Beest aanloopt. En als men U toch, terwijl ge zoo in brandende liefde tot Christus en Christus' kerk de eenheid zoekt, zoudt mogen verwijten, dat gij de liefde niet hebt, dat gij niet oecumenisch kunt werken, dat gij afstoot, dat gij halsstarrig zijt, dan zal de Heere U rechtvaardigen, dat gij wel „een bijdrage tot de eenheid hebt geleverd".

En zoo hoop ik, dat gij in gemeenschap met den Vader en den Zoon, U door de Apostolische prediking geschonken, hier in Amersfoort met vreugde zult werken, U vertroostende met de glorie der verkiezing, dat de Vader leidt tot den Zoon, en de Zoon tot den Vader, zoodat gij slechts medearbeiders kunt zijn, die eerst Uzelf geeft aan den Vader en den Zoon door den Heiligen Geest, Die samen bouwen gaan de stad, die fundamenten heeft, en daarna aan elkander in bewogen liefde en trouw aan wat de Heere U thans door afvaardiging en lastbrief Zijner kerken wil toevertrouwen. Nu hebt gij ook de belofte: Wie zoekt die vindt en wie klopt dien zal opengedaan worden. Gij staat niet In een Impasse, maar gij staat op den breeden oecumenischen weg van den Vacjer en den Zoon en den Heiligen Geest In de saraenvergadering der kerk, der uitverkoren bruid des Heeren. En de rijkdom der belofte en de glorie der verkiezing zet U in Zijn LEVENSLICHT.

En hiermee verklaar ik namens de roepende kerk van Amersfoort deze zitting voor geopend en wil U voorstellen thans over te gaan tot het onderzoek der credentiebrieven. Ik heb gezegd.

— MODERAMEN. Het moderamen is geconstitueerd: ds D. V. Dijk, praeses; ds E. T. v. d. Bom, assessor; ds G. Visée, scriba I; ds K. Doornbos, scriba II.

De leiding is dus in beproefde handen, en voorzoover de verkiezing aanwijst wat in de vergadering leeft, bewijst zij, dat ze op de continuïteit gesteld is. De gedragen humor van ds D. van Dijk bracht wat ieder verwachtte: een ernstig, en dus blijmoedig openingswoord voor de nu geconstitueerde vergadering.

— VACATURE PROP. GREIJDANUS. De ' voordracht der Curatoren voor het professoraat in de vacature Prof. Greijdanus vermeldde in alphabetische volgorde: Dr H. J. Jager te Voorthuizen en Ds H. J. Schilder te Utrecht.

In de zitting der Generale Synode van Dinsdag j.l. werd bij meerderheid , van stemmen gekozen: Dr H. J. Jager.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 oktober 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Indrukken van de Generale Synode I

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 oktober 1948

De Reformatie | 8 Pagina's