Gewenschte reuisie

Een van de middelen, waardoor men zich aan de klem van de bediening des Woords tracht te onttrekken is de suggestie, waaronder men zichzelf en anderen brengt, dat de dominee 's Zondags zoo zijn eigen visie op de kwesties geeft en dat de kerkganger, die óók zijn visie heeft, die visie van den dominee voor kennisgeving aan kan nemen.

Als dat ergens zoo is, dat een dienaar des Woords zijn visie preekt, is dat een boos ding.

Maar als een dienaar des Woords het Woord Gods brengt, en de leden der gemeente maken zich van dat Woord af, door te zeggen, dat hetgeen 's Zondags van den kansel komt, slechts de visie van den man „in de houten broek" is, dan is dat óók een boos ding.

Kerkbederf.

Een dienaar des Woords mag 's Zondags niet zijn eigen visie, zijn eigen kijk op de zaak aan de gemeente Gods voorhouden. Hij heeft Gods Woord te bedienen. Wanneer hij 's Zondags den kansel, zijn ambt, de mo-'gehjkheden, die ambt en kansel hem bieden misbruikt om aan zijn hoorders eens te vertellen hoe hij over de zaken denkt, dan zondigt hij tegen God den HEERE. Dan dient hij tot de orde geroepen. Een dienaar des Woords moet weten hoe hij in het huis Gods moet verkeeren (1 Tim. 3 : 15). Hij moet daar zijn een dienaar van Christus en een-uitdeeler van de verborgenheden Gods (1 Cor. 4:1). Hij moet wezen als een wachter op de muren van de stad Gods en het volk des HEBREN van Gods wege waarschuwen (Ezechiël 3 : 17). En daartoe moet hijzelf het Woord Gods „eten", zich in het onderzoeken van des HEEREN Woord stellen op zijn wacht om te hooren, wat de HEBRE tot hem spreken zal (Hab. 2:1). En liever moet hij zich de tong uit den mond snijden, dan aan de gemeente des HEEREN te zeggen, wat God hem niet geboden heeft. Doet hij dat toch, dan is hij der afzetting waardig. Een gemeente mag zoo'n huurling op den kansel niet dulden. Want een „dienaar des Woords'' die haar zijn eigen visie, zijn eigen kijk op de zaak, zijn eigen gedachten voorhoudt, is een valsche profeet, die uit zijn hart profeteert. En van zulken moet de gemeente afwijken. Zich aan hen ook geen uur onderwerpen. Een dienaar des Woords moet het Woord prediken. Het Woord bedienen. Bn daarin moet hij getrouw zijn, tijdig en ontijdig, hetzij dat men hem hoort, hetzij dat men hem niet hoort, al zou men hem steenigen en in stukken zagen.

Maar als een dienaar des Woords zijn eigen visie brengt en niet Gods Woord predikt, dan mag geen lid der gemeente zeggen: dat is z ij n visie, en ik houd de m ij n e, maar dan moet de worsteling beginnen • tegen zoo'n kwaden herder. Dan rnoet hij niet met een „wij zien het anders", maar onder beroep op het Woord Gods in gebreke gesteld. Bn als hij onbekeerlijk blijkt, dan dient de kerkelijke tucht voort te gaan.

Zoo alleen bUjft de kerk gezond.

Wanneer allen in het predikambt en in het hoorambt zich onderwerpen aan het Woord Gods.

Een gemeente dulde het niet, dat een gezant van Jezus Christus zijn allerindividueelste visies uitvent als het Woord Gods.

'Maar een dienaar des Woords, die getrouw 't Woord des HEEREN brengt ga ook nooit uit den weg voor menschen, die zich van het Woord Gods afmaken en snaterende tegen de Waarheid (3 Joh. : 10) de prediking qualificeeren als de visie van dominee, maar in werkelijkheid zich aan het Woord stooten.

Die visie-broeders hebben revisie noodig!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen