GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De weldaden niet gonder Geest; maar of ze er al zijn?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De weldaden niet gonder Geest; maar of ze er al zijn?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog even de situatie ophalen. Dr de B. wil bewijzen, dat de candldaat-van 1944 van Calvijn zich nog al distancieerde; dat dus het vaderland rustig kon zijn, wijl hij, niede door hem; , van den preekstoel afgehouden is in Gods Naam. Van Den Haag tot Noordeloos: geen preekstoel bezet, tenzij dan door niet nog al van Calvijn zich distancieerende lieden. Barkey Wolf schrijft immers behalve over Franciscus en Nietzsche en zoo ook óver Calvijn? Nu dan, — zijn bewijs leverende, verwijst hij (we bedoelen dr de B.) naar dr v. d. Linde. Van hem hoorden we, dat Calvijn „in dien zin" (echt ridderbossiaansche term) de sacramenten toch wel degelijk oök verzegeling van het werk Gods in ons en NIET MAAR van de belofte ervan liet zijn.

Omdat we nu in den donker gelaten werden omtrent de bedoeling van de woorden „in dien zin" (we worden tegenwoordig, bij het lezen van die tooverfoiTnule, een beetje kopschuw, het gaat ons wat te veel op Ridderbos' in-en-ult-scholastiek, om m.et ds J. A. Schep te spreken, lijken) beloofden we, eens te vragen, welke bewijzen uit Calvijn door dr v. d. Linde worden bijgebracht voor het ééne zinnetje, waarmee dr de B. zoo blij is.

Nu dan, virjeden. week begonnen we daaraan: hans vervolgen we. Wé slaan-v. d. Linde's volgende bewijsplaats op:48, 182.

Nu blijven we graag beleefd. En toch flappen we het meteen ntaar weer eruit: dr v. d. L. vergist zich; wat hij inet zijn in het blad van Ridderbos-Berkouwer-De Bondt overgenomen zinnetje beweert, staat bij Calvijn óók op déze plaats niet.

Calvijn heeft het daar over de menschen van, Hand. 8 : 16. Dat waren, om te beginnen , geen kleine kinderen, •naar groote kerels. Zoo groot, dat ze besloten hadden, niet tot hun dood te blijven „getuigen" IN 't samaritaansche gezelschap tegen wat ze daar verkeerd achtten, maar zich te laten doopen als leden van de christelijke kerk: e - hadden het christendom, zullen we maar zeggen (al is 't niet juist) aangenomen. Maar, er staat bij: en H. Geest hadden ze nog niet ontvangen. Nu komt de vraag: oe kan dat dan? Doopt de christelijke kerk in Samaria of op Soemiba volwassen menschen, van wie ze zeggen moet: e „hebben nog niets"? Bij ons vrijgemaakten doopt men aezulken niet. Bij de synodocraten zéker hiet. In theorie althans; de practijk is, volgens ds Goossens, wel eens wat erg buiten den stijl van 1944 geweest, — of misschien wel heeleniaal in stijl: e onderstelt de Vruchten eer ze er zijn; maar.-bij volwassenen mS.g dat toch niet. Calvijn zit er dus mee, net als iedere J.V.-er, en hij komt ze nu helpen. Daarover straks.

Maar Calvijn zegt dan (om met die Samaritanen klaar te komen) niet: de doop verzegelde iets anders dan de beloften (iu dat geval zou dr de B., on^niet ook zelf zich van Calvijn nogal te distancieeren een gravamen moeten indienen tegen den catechismus). Neen, Calvijn zegt: de Weldaden, die de doop aanbiedt (gratia offertur! maar dat staat dan ook op de volgende bladzij, en daar heeft noch dr v. d. L. noch dr de B. zich mee ingelaten), die WELDADEN, DIE KUNNEN NIET ONS DEEL ZIJN ZONDER GEEST. In den doop (dat staat weer op die volgende bladzij) doen wij Christus aan, en worden zijn KERK ingelijfd, OPDAT onze oude mensch zou gekruisigd, en de nieuwe worden aangedaan. Volwassen bekeerlingen hebben dat van zichzelf betuigd (de Samaritanen); de kerk heeft dat gehoord; en zet nu door den doop een dikke streep onder de prediking der belofte: ze zullen mogen rekenen op de trouw Gods in het blijven schenken van de weldaden, die zij in het hunnerzijds beleden geloof in beginsel reeds ontvangen hebben.

Ga maar na, en zie, dat we hier geen onzin verkoopen. Afwassching der zonden, zegt Calvijn, die komt toch nooit zonder H. Geest? Afwassching in Christus' bloed, die komt toch niet zonder H. Geest? Kruisiging van den ouden' mensch, opstanding van den nieuwen, die komt toch niet zonder H. Geest? Neem den Geest weg, en de doop houdt niets meer over.

Dat zeggen wij natuurlijk óók.

Want het gaat, zooals Calvijn, overduidelijk, zelf zegt NIET over de vraag, wat de doop onderstelt, doch wat hij UITWERKT. En hij heeft zijn UITWERKING in het geloof. Eén van beide, zoo stelt Calvijn vóórop: de doop is ledig, en inhoudloos, en mist alle kracht en genade, OF: elke mogelijke efficacia, uitwerking, die hij heeft, moet van den H. Geest komen.

Als dr de B. Calvijn geraadpleegd heeft, moet hij dat gelezen hebben. We mogen dit van hem vorderen: het is geen kleinigheid, na vijf jaar nog vol te houden, wat schier geen normaal mensch meer gelooft: die candidaat is niet door de dwaasheid der heeren, maar door de genade des H]EEREN weggestuurd.

Maar dr de B. zit gevangen in zijn kuyperiaansche schema. Hij begrijpt nóg niet, dat de door den doop verzegelde belofte van wedergeboorte belofte is van blijvende wedergeboorte, voortgaande bekeering, naar art. 24 geloofsbelijdenis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

De weldaden niet gonder Geest; maar of ze er al zijn?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's