GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Op verstrooidenreis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op verstrooidenreis

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

V

Den dag, volgende op dien, waarop het onderhoud met den kolonel en met dokter Sihombing plaats vond, zijn de heer v. d. Vecht en ik toch maar op stap gegaan. Tenslotte hadden we dan toch die revolver in de actetasch, niet waar? Het gevaar moet trouwens wel zeer onmiddellijk dreigend zijn eer je je realiseert, dat er toch heusch in dit mooie land een guerilla wordt gevochten. Als je over de geasfalteerde wegen rijdt en je passeert de rijstvelden, die zich tusschen Poerwokerto en Bandjoemaas soms kilometers ver uitstrekken, dan is het maar moeilijk in te denken, dat tusschen de boeren op het rijstveld d© merdekaschreeuwers verborgen kunnen zijn, die op het onverwachtst automatisch vuur op.een voorbijgaande auto met blanda's afgeven. Het is dan ook niet doenlijk achter elkaar in knijpspanning te verkeeren. Ofschoon diep in je toch iets is, dat er niet is als je van Amsterdam naar Rotterdam gaat. Wel steekt de onrust den kap flink omhoog als de weg gaat door boomrijke streken, en als er dan bochten genomen moeten worden. Het feit, dat je het terrein niet kunt overzien doet al je zenuwen gespannen zijn.

Er gebeurde echter ook op deze tripjes naar Bandjoemaas en Poerbolinggo niets bijzonders. De personen die we op ons lijstje hadden voor dien dag troffen we allemaal aan. De gesprekken varieerden al naar gelang van de gesteldheid der bezochte personen. Uitteraard is er een groot verschil in gesteldheid tusschen degenen die al bijna drie jaar diensttijd achter den rug hebben, en twee politioneele acties met derzelver aankleven hebben meegemaakt — en degenen, die kersversch uit Holland zijn geïmporteerd. Onder de eersten tref je om te beginnen heel wat knapen aan, die weinig of niet hebben kunnen meeleven met de gebeurtenissen rondom de vrijmaking in Nederland. Daar zijn er bij, die dadelijk na een onderduikperiode zich lieten inlijven bij de geallieerde legers of anders toch dadelijk na de , , bevrijding" in dienst gingen als O.V.W.-er. Bij diegenen is een ernstig gebrek aan „scholing" als ik dit woord gebruiken mag. Zij catechiseerden weinig of niet. Zij bezochten geen J.V. Veel in den kerkstrijd is langs hen heengegaan. Het is heel wat moeilijker zulken te overtuigen van den eisch der gehoorzaamheid, die ook hier ten aanzien van het kerkvergaderend werk geldt, dan die pas uit Holland komen. De laatsten hebben nog dit voordeel, dat ze hier op één of andere manier kerkehjk worden opgevangen. Zij treffen ook hier nu vrijgemaakte kerken aan. In zekeren zin gaat het kerkelijk leven gewoon door. In zekeren zin, want velen komen op buitenposten en moeten dan zelf tot vorming van preekleeskringen of kringetjes overgaan. Maar de weg is hun gewezen, en de contacten zijn al gelegd. Dat was de eerste jaren anders, toen de vrijgemaakten vrijwel zonder contact met Holland zelf hun weg moesten vinden. Van die eerste , , lichtingen" zijn er dan ook nog al wat, die kerkelijk het spoor bijster geworden zijn, en althans hier voor vrijgemaakt kerkehjk samenleven niet te vinden zijn. Men kan zeggen: dat komt bij de meesten wel weer terecht. Als ze in het vaderland terug zijn, zullen ze zich toch heusch wel weer met vreugde voegen bij de waaflijk gereformeerde kerken". En ik geloof, dat dit ook wel het geval zal zijn. Maar toch hebben zij door hun Indië-verblijf kerkelijk een behoorlijken duw in de verkeerde richting gekregen. Temeer omdat ze veelal niet alleen van thuis in hun houding worden gestijfd (je moet toch Zondags naar de kerk, niet? en als je de meest zuivere vergadering der geloovigen niet kunt bereiken komt toch de minder zuivere in aanmerking? ) maar ook kerken en predikanten niet altijd met de zoo hoog noodige beslistheid hebben gesproken, ja corns averechts hebben geadviseerd.

Bij de „ouderen" hier valt nog iets anders op te merken, waaraan de predikant, die de mannen te velde bezoekt niet voorbij mag gaan om geen groote ongelukken te maken. Ik bedoel het verschijnsel van de vermoeidheid zoov/el psychisch als in physiek opzicht. Groote spanningen zijn doorleefd. B.v. voortdurend levensgevaar, en dat onder de omstandigheden van de guerilla, waardoor de militair nooit zeker weet waar hij aan toe is met zijn veiligheid. Dan is daar het afmattende van het patrouille loopen, nog geaccentueerd door het tropenklimaat waaronder dit pa, trouilleeren wordt verricht. Er is het voortdurend weerstand moeten bieden aan verleidingen van allerlei soort: Er is het voortdurend verkeer in een soldatenmaatschappij zonder dat de meesten de kans krijgen af en toe toch nog eens een kijkje te nemen, in een gereformeerde kerk of in een christeüjk gezin. Kortom bij heel veel dergenen, die een paar jaar tropendienst achter den i-ug hebben, treden verschijnselen van vermoeidheid op, die zich in de sfeer van het geloofsleven uiten in apathie. De prikkels zijn weg. Het gebed wordt niet overgeslagen, maar de bidder heeft den indruk dat hij automatisch bidt. De preek wordt Zondags gelezen, maar het „zegt" den lezer niets. De psalmen worden gezongen en de bijbel wordt opgeslagen, maar het élan waarmee dit vroeger gebeurde en de blijdschap die dat eerder gaf zijn ver te zoeken. En de klacht, die ook nog steeds zeer meelevende broederf. dan uitten is: „Dominee, het is toch allemaal sleurwerk van mij. Ik geloof niet écht, anders zou ik anders moeten zijn". Nu, als je daaraan voet geeft, maak je ongelukken. De liefde tot de norm heeft immers deze broeders ervoor bewaard den Heere en zijn dienst op te zeggen. Wat deze jongens, ambtelijk noodif hebben is de stellige verzekering, dat de verschijnselen, die zij zelf met leedwezen constateeren, niet het gevolg zijn van een verkeerde hartsgesteldheid, maar van , .overbelasting", zoowel van lichaam als geest, waardoor de affecten zijn afgestompt. Wat ze voorts ambtelijk noodig hebben is de dringende vermaning om geen gehoor te geven aan de stem van den verzoeker, die hen wil doen gelooven, dat het mis met hen is en dat ze dus ook heusch Wel kunnen gaan ' leven als de soldaat-zonder-God. Wat ze noodig hebben is de verzekering, dat het bewaren van Gods gebod ook in tijden van deze afstomping grooten loon geeft. En wat ze voorts noodig hebben — nu afgedacht van de ambtelijke verzorging — is: een paar weken verlof en nog beter: onmiddellijke demobilisatie. Een gezonde rust doet hier wonderen. Ik sprak eens twee van zulke knapen, die grondig in den put zaten.' Ze lagen in het hospitaal en waren pas van buiten gekomen. Ik sprak met hen in boven aangewezen zin. Toen ik hen verzekerde, dat ze hun rust

maar eens goed moesfen genieten en ik' niets van hun ongeloof geloofde, keken ze me stomverbaasd aan met een opgeloovige lach op hun gezicht. Ik zei: goed, over twee weken spreken we elkaar wel weer. Nu, we hebten er twee weken later niet veel woorden meer aan gewijd, want het was niet noodig. Ze waren weer boven Jan. En toen ze een paar weken later voor tropendienst werden afgekeurd was er heelemaal geen vuiltje meer aan de lucht.

Ik vertel deze dingen, omdat ik veronderstel, dat de lezers van ons blad vooral ook belangstellend zijn naar deze dingen, en graag willen weten hoe de mannen zich houden. Voor wie de Schrift gelooft is het voorts geen verrassing, dat het verblijf in Indië, dat zeker voor ieder een extra toets is van zijn geloof, sommigen dichter bij den Heere brengt en hen bewuster doet leven uit den rijkdom, dien zij in Christus hebben, terwijl anderen, wier onverschilligheid of ongeloof in het Vaderland schuil ging achter het in acht nemen van de religieuze formaliteiten uit traditie, in Indië aangekomen, zich snel openbaren als menschen, die aan de wegen des Heeren geen lust hebben, hetzij dan, dat zij Hem geheel den rug toekeeren, of wel zich mee laten zuigen in den maalstroom van het syncretisme, dat meehelpt de gewetens met een brandijzer toe te schroeien.

Ik moge met het bovenstaande volstaan om het werk, dat ik als bezoeker van vertrooiden verricht, u dichterbij te brengen. Ik geloof, dat het voldoende is om u te richten in uw gebeden. Uitteraard kan hier niet in bijzonderheden worden getreden. Genoeg zij, dat mijn bezoeken aan een vijftal mannen dien morgen in de omgeving van Poerwokerto met al het bovenstaande te rekenen hadden.

Zonder ongelukken kwamen we in hotel van Beek terug. Naast de kamer van den heer v. d. Vecht logeerden drie militaire waarnemers van'de Commissie van (3oede Diensten. Het waren een Amerikaan, een Ifclg en een Engelschman. Dien middag stond de Amerikaan op de galerij tegen een paal geleund in diep gepeins verzonken. Ik mag gerust zeggen, dat hij somber gestemd was. Ik waagde het om een praatje Ie maken. Dat moest vanzelf in het Engelsch, van-' daar dat er te „durven" viel. Enfin, ik durfde dan maar, want ik wou er haring of kuit van hebben waarom de man zoo donker keek.

„Hebt u moeilijkheden? " vroeg ik.

„(3een persoonlijke", was het antwoord. „Maar wie bent U? "

Wij stelden ons aan elkaar voor'.

„Als u geen persoonlijke moeilijkheden hebt, ziet u dan de situatie in dit land en in de wereld misschien donker in? "

„Ja, inderdaad. Om te beginnen is het onzin, dat wij hier nog zijn als militaire waarnemers. ^) Er is geen demarcatielijn meer, en wat de guerilla's nu nog doen is niets anders dan moorden en plunderen. De Nederlanders hebben groot gelijk dat zij daar kras tegen optreden, en het is dwaasheid dat wij als militaire waarnemers hen daarin zouden hinderen. Ik heb dan ook mijn chefs gerapporteerd, dat er niets meer waar te nemen valt en dat we er verstandig aan doen nu spoedig naar huis te gaan". „Vindt u dan niet, dat de Nederlanders hier weg moeten ? "

„Neen, wat nu in Indië gebeurt maakt het duidelijk genoeg, dat dit niet gaat om een eerlijken strijd voor zelfbestuur. Rusland heeft belang bij den'chaos hier, en dien chaos kan de republiek niet verhinderen".

„Is alleen de situatie in dit land de oorzaak van uw bezorgdheid? "

„O neen, het is heel het optreden van Rusland na den oorlog dat met zorg vervult. En nog nieer het optreden van onze politici daartegenover. Naar militaire inzichten is het nu den tijd om Rusland aan te pakken. Nu is het nog gemakkelijk klein te krijgen. Met de atoombom en ons overwicht'in de lucht, en met Rusland's kwetsbaarheid voor onze bommenwerpers zou het niet moeilijk zijn snel met Rusland^af te rekenen".

„Zou de geallieerde macht dan'in staat zijn Rusland in West-Europa tegen te houden? "

„Dat niet. Maar een leger kan niet vechten zonder dat het aanvoer krijgt. Amerika kan Ruslands aanvoer thans in korten tijd vernietigen. Daarom zou Rusland het nu moeihjk langer dan een jaar kunnen uithouden. Maar over vijf jaar staan de zaken heel anders''. Hij schudde zijn hoofd.

„Maar waarom pakt Amerika dan niet door? "

„Amerika had Rusland aan willen pakken door de blokkade van Berlijn met geweld te breken. Engeland was daartoe ook bereid, maar Frankrijk heeft ons ervan teruggehouden. Het Fransche volk is oorlogsmoe en vreest een derde bezetting, en dat zoo spoedig na de tweede. Bovendien is het de vraag of Rusland thans gevochten zou hebben. Meer waarschijnlijk is dat Rusland toegeeft zoodra wij naar de wapenen grijpen en dus noch om Berlijn, noch om eenige andere kwestie een oorlog begint, omdat het wel weel, dat het dan zeker verliest". *

„Maar de luchtbrug naar Berlijn kost Amerika toch heel wat geld? Waarom maken jullie dan in elk geval geen eind aan die blokkade? "

„Die luchtbrug kost ons niets. Wij moeten toch onze piloten opleiden. Of die piloten nu met kisten, die met vrachtgoederen geladen zijn oefenen, of dat zij oefenen in het vliegen met een bommenlast, dat blijft hetzelfde. Daarom is Rusland wel bereid de blokkade op te heffen ") nu het ziet dat wij toch niet uit Berlijn weggaan. Rusland heeft een hekel aan de luchtbrug. Wij hebben er alleen maar voordeel van".

„U denkt dus, dat Rusland binnen afzienbaren tijd

„Ik weet het niet. Ik ben geen politicus en de politici maken het tenslotte uit. En die bekijken deze zaken weer van hun kant. Militair gezien is het echter onverantwoordelijk te wachten Het komt toch en dan is het beter nu. Maar nog eens: het is de vraag of Rusland zal beginnen. En Rusland moet beginnen, dat is van belang voor de publieke opinie. Rusland zal, welke provocatie ook momenteel, waarschijnlijk wel slikken".

Het gesprek was ten einde. Ik begreep nu volkomen waarom deze hooge Amerikaansche officier somber gestemd was. Als ik niet kon gelooven, dat Christus de wereld heeft overwonnen, zou ik zijn somberheid vooral na dit gesprek deelen.


1) Dit gesprek viel vóór de teruggave van Djocja aan Soekamo c.s.

2) Dit gesprek viel voor de opheffing der blokkade.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Op verstrooidenreis

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's