GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Blijft nuchter !

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Blijft nuchter !

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Synode van Den Haag heeft een (éérste? ) woord gesproken over de verschrikkelijke dingen, welke in 1944 en volgende jaren geschied zijn.

'Voor ieder die gehoopt heeft, dat eindelijk, eindelijk door een synode eens, al was het maar een enkel woordje, over zonde en schuld gesproken zou worden is wat in Trouw te lezen stond diep teleurstellend.

De situatie, waarvan ook deze synode uitgaat is iromers deze: er zijn twéé kerkengroepen en die moeten weer bij elkaar komen.

Maar wie deze situatie aanvaardt is, voor hij nog een enkel woord heeft gezegd, verhoren, hij is verdronken voor hij nog aan zwemmen toekwam. Of liever : hij heeft de zaak van Gods recht en heiligheid, de zaak van Christus' kerk verloochend!

Het is daarom nu zaak dat allen, die, omdat hun de nood was opgelegd, den strijd voor de heiligheid van 's HEEREN huis, den strijd voor gerechtigheid en waarheid, in geloof en ootmoed aanvaardden, nuchter blijven. Zij moeten^de gepleegde feiten, de verrichte daden scherp voor oogen houden. De keiharde feiten, die eenmaal werkelijkheid werden en scherp geformuleerd werden vastgelegd. De afschuwelijke daden, waaraan men zich eenmaal bezondigde, die men steeds handhaafde en waarvan men zich nimmer bekeerde.

Ik wil ze nog weer eens noemen.

En om iedere bevooroordeeldheid uit te bannen, wil ik ze schilderen met de woorden van een man, die de Haagsche synode de synode van zijn kerkeii noemt. Ik bedoel Ds J. A. Schep, predikant te Schiedam.^)

1) Al de hierna volgende citaten zijn ontleend aan de brochure van Ds J. A. Schep: „Het is WèL waar!!!'' Een brochure waarmee Ds E. G. van Teylingen blijkens het „•Woord Vooraf" zijn instemming betuigde. Alle spatiëeringen enz. in de citaten zijn van Ds Schep.

WAT GESCHIEDDE IN 1944.

De synodes der Gereformeerde kerken bezwoeren toen allen die het hooren wilden: „bindende leer der kerè blijkens de drie formulieren, blijkens 1905, blijkens het dankgebed na den doop enz. is het „hou-, den voor wedergeboren" in de zin zoals Prof. Schilder het bestreden (heeft), dus in de zin van „houden voor reeds wedergeboren". Daartegen (mag) niets geleerd worden. Want dat zegt immers het bindend zijn. Daarmede (moet) elk in zijn leer volkomen in clvereenstemming zij n". "')

Uitdrukkelijk had de Synode vóórdien „met argumenten weerlegd de noodzakelijkheid der a a.n vulling vanh et be gin (van de verklaring van 1905 — C. V.) met: of te wederbare n". ) Ja, zij had „de gedachte „houden voor wedergeboren of te wederbaren" " als „ongereformeerd" „afgewezen". )

Dit „was de „boven-schriftuurlijke binding", waartegen de bezwaarden terecht in verzet zijn gekomen". )

En daarna stelde de Synode den eisch van algeheele onderwerping aan haar besluiten. „Men had maar te verklaren of men instemde met de leer der kerk, zoals die neergelegd was in „houden voor wedergeboren (volmaakt verleden tijd)". En ieder, die daartegen bezwaar hield, en niet beloven wilde niets daartegen te zullen leren, die werd geschorst. Geschorst ^Is scheurmaker, omdat zij openlijk opponeerden tegen wat leer der kerk heette te zijn, en inderdaad (volgens de eerlijke uitleg van „1905" nl. — C. V.) niet meer was dan een duldbare mening. Daarom zijn alle schorsingen, die op d i e grond geschied zijn, onverantwoord geweest".'')

WAX GESCHIEDDE MET CAND. SCHELDER?

Met alle kracht beweren thans synodale penvoerders, dat Cand. Schilder niet is geweerd omdat hij weigerde de kinderen der geloovigen voor reeds wedergeboren te houden en van de sacramenten niet beleed dat ze, als ze waarlijk sacramenten zijn, aanwezig geloof verzegelen.

Maar dat is een aperte leugen!

De classis Gorinchem wist wel beter en handelde dienovereenkomstig. En deze classis „met haar hoge gasten (Ds Meynen en Dr Kraan — C. V.) bestond niet uit een stelletje dwazen, heus niet. Reken dat ze wisten wat ze wilden! Zij hebben (er blijft geen andere mogelijkheid zelfs maar open) Cand. Schilder geweerd uit het ambt, omdat hij de uitspraken der Sjoiode niet aanvaardde in die zin die hij er aan hechtte, EN DIE DE CLASSIS, MET DE DEPUTATEN, ER OOK AAN HECHTTE ALS IN­ HOUD EN BEDOELING VAN DEZE UITSPRAKEN VOLGENS DE SYNODE. Omdat hij niet in verband met de doop, die immers voor de g e-lovigen is en aan de geloviffen ook hun wedergeboren-zijn verzekert, van de kinderen wilde veronderstellen dat zij voor hun doop.wedergeboren zijn".')

Zelfs de synode, die van Utrecht 1946, durfde evenwel den leugen aan, dat cand. Schilder niet om zijn afwijzing van veronderstelde wedergeboorte en eeii aanwezig-geloof verzegelend sacrament werd afgewezen.

Maar: „Zó staan de zaken: Cand. Schilder is óók geweerd uit het ambt, omdat hij niet aanvaardde, dat art. 33 N.G.B, eist te leren, dat de sacramenten aanwezig geloof bezegelen, wat één van de gronden is, waaróm men bij de kinderen vóór de doop de wedergeboorte a'.s aanwezig moet onderstellen". )

En nu bedient men zich wel, om van deze schandelijke zaak af te komen van het voorwendsel, dat wel de deputaten in de zaak-Cand.-Schilder verkeerd spraken en handelden, maar dat de Synode daar niet verantwoordelijk voor is. Maar dat is niets anders dan „een listig verzonnen bakerpraatje om de zonden der Synode te bemantelen. Laat men dat bakerpraatje opbergen voor goed. Want men maakt er zich in het oog van God en van alle weldenkende mensen, die de zaak doorzien, verachtelijk mee". )

WAX GESCHIBDDE NA DE VKIJMAKEVG?

Toen de vrijmaking een feit werd, toonde de_synode opeens een gansch ander aangezicht dan vroeger. Ze werd net zoo zacht en vriendelijk als ze vroeger hard en scherp was geweest. Ze werd ook zeer soepel in het tolereeren van allerlei meeningen en interpretaties van haar als goddelijke waarheid bezworen leerstellingen. *

Geen wonder! De Synode werd bang! Het was , , alleen de angst voor verdere scheuring (welke) de Synode opeens soepel maakte. Gelijk ook de Vervangingsformule, naar mijn stellige overtuiging, alleen .kans van slagen had in onze kerken, omdat men „met de brokken in handen stond" en vreesde voor „nieuwe brokken".

En zoo is het nog! Uit vrees voor nog grooter verlies aan zielen bleven synodes en kerken O_D dit angststandpunt staan. Ze lieten rustig of misschien ook wel onrustig toe, dat verzacht en verworpen werd wat ze eerst als waarheid Gods hadden bezworen. •

„Ieder kan weten, dat in „Waarheid en Eenheid" de Vervangingsformule weken lang aan een ingrijpende, openlijke critiek blootstond. Die Vervangingsformule (welke officieel nog volstrekt bindend is — C. V.) wordt openlijk verklaard niet in overeenstemming te zijn met Schrift en Belijdenis". )

Ieder kan constateeren „hoe allerlei , .leerstellingen" waartegen men zich vóór de scheuring niet verweren kon op straffe van schorsing, vandaag zonder enige bemoeilijking in onze kerken mogen bestreden worden en hoe er practisch een ruimte is, die veel verder gaat dan in 1943 zelfs maar begeerd werd" )

Om deze weerzinwekkende onwaarachtigheid te camoufleeren gaat men er tegenwoordig over bazelen, dat die vrijgemaakten reeds vóór 1936 zulke gevaarlijke menschen waren, dat de synode toen van armoe wel móest „ingrijpen".

Maar „terecht" zeggen dan vandaag de geschorsten met het oog op zulk geleuter: „ , , laat men maar zeggen wat men wil waartegen het eigenlijk ging, w ij zijn niet ter verantwoording geroepen over dwaalleer en niet wegens dwaalleer geschorst, maar wij zijn bovenschriftuurlijk gebonden aan een bovenschriftuurlijke mening en geschorst omdat wij, naar ons goed recht en naar onze roeping, die binding niet erkenden. Daarom was onze s e h o r - sing wegens verzet tegen de leeruitspraak van 1942 o n w e t t i g". En ze hebben, helaas, gelij k !

En het is dan ook volkomen te begrijpen, dat velen van hen tot in het diepst van hun ziel verontwaardigd zijn, wanneer ze, juist in de laatste maanden, nu de binding weer aan de orde gekomen is, in alle mogelijke bladen van onze kant lezen wat voor een gevaarlijke mensen, die nü vrijgemaakten, vóór 1936 al waren".

WAT MOET THANS DE HAAGSCHE SYNODE DOEN?

Om die vraag te beantwoorden moet de schuldvraag meedoogenloos scherp worden gesteld. En dan , , staat dit vast: „concreet is die scheuring gekomen ten gevolge van de bewuste bovenschriftuurlijke binding en haar onrechtmatige handhaving door schorsingen".

Daarom ligt er op de synodalen „een grote schuld" „Een schuld die roept om b e 1 ij d e n i s ervan. En om bekering door het doen van de openlijke uitspraak, dat de schorsingen, gedaan op grond van verzet tegen die binding, niet gegrond waren", i*)

Zij mogen „geen rust - hebben voor (hun) kerken hun aandeel aan de schuld ten aanzien van de scheuring erkend hebben. Zoolang dat niet gebeurd is, voelen zii een vloek van Godswege op hun kerken rusten". ^^)

Onder geen beding moet deze synode zooals haar voorgangsters deden, alles goed praten! „Met hoogstens nog eens een verklaring, dat er wel „een betreurenswaardige aanleiding gegeven is tot misverstand".

, , Als dat gebeurt zal het werk van deze Synode op dit punt onvruchtbaar zijn. Want een verklaring in die zin zal aan beide kanten van de scheur geen enkele bevrediging kunnen geven. Zulk een verklaring betekent, ten diepste zelfhandhaving". )

Neen, de Haagsche synode moet een van beide doen. „Of eerlijk te erkennen dat er in 't verleden schuld ligt wegens te enge binding en wegens onverantwoorde schorsingen. Of, zonder formalistisch gecamoufleer en formalistisch zich vastklampen aan woorden, die slechts in schijn de onschuld der vroegere Synodes bewijzen, «ik zeg óf: zó overtuigend, zó zakelijk, zó diepgaand aan te tonen dat er niet te eng gebonden is en niet onverantwoord geschorst, dat de e o n - s c i e n t i e der bezwaarden er „Amen" op zeggen moet, omdat nu eenmaal tégen de waarheid niet te strijden valt.

Het geschokte prestige onzer Synodes kan alleen door een volkomen eerlijk en diepgaand ingaan op de zaken hersteld worden. En de vrees, dat door een schulderkenning dat prestige lijden zal, is volmaakt ongegrond. In en buiten onze kerken zou dat prestige, niet alleen dat van onze Synodes maar ook dat van onze kerken, verrassend stijgen als er e i n d e 1 ij k eens zulk een schulderkenning kwam". )

Vooral zal de synode duidelijk moeten uitspreken of er in de Geref. Kerken voor het standpunt van de , , Verklaring van Gevoelen" der bezwaarden alle ruimte is. „En oordeelt de Synode, dat die ruimte er niet is, — men z e g g e het, wat ook de consequenties mogen zijn. WANT HET IS IMMOREEL, GELET OP AL DE KRASSE UITSPRAKEN EN DWINGEN­ DE STRAFMAATREGELEN VAN HET VERLE­ DEN, VANDAAG OOGLUIKEND TOE TE STAAN, WAT MEN EERDER ONDER BEDREIGING MET SANCTIES VERBOOD. ALS VANDAAG IN DE VERKLARING VAN GEVOELEN DE WAARHEID GODS INDERDAAD IN HET GEDRANG KOMT, •HAND/HAVE MEN DIE WAARHEID, ER KOME VAN WAT WIL. KOMT DIE WAARHEID GODS ER NIET DOOR IN HET GEDRANG, MEN SPREKE HET OPENLIJK UIT EN AANVAARDE DE CON­ SEQUENTIES VAN ZULK EEN UITSPRAAK. OOK TEN AANZIEN VAN HET VERLEDEN".

WAT MOETEN WIJ DOEN?

ZÓÓ staan en roepen Ds Schep en Ds Van Teylingen voor de poorten van de Haagsche Synode. Misschien werd de zonde, de onwaarachtigheid en het geknoei waarmee de gesignaleerde synodes en kerken zich aan Christus' bruid vergrepen en zoo Gods toom over zich gaande maakten, nimmer zoo scherp geteekend.

En het zóó optreden van deze predikanten, dit hun publieke schrijven als zoodanige, ontmaskert het onkerkelijke gedoe der laatste jaren zoo mogelijk nog meedoogenloozer dan de inhoud van hun vernietigend geschrift.

Want: zoo kanmenthansongestraft spreken in de syn o, d ale wereld! Maar we vergeten niet, dat de pink van Ds Schep — hij schrijft n.b. publiek, dat de yerbondsbeschouwing van Prof. Ridderbos een andere is dan die van de belijdenis — heel wat dikker is dan de lendenen van de meest „zondige" geschorste. Als ^childer de synodes met geeselen kastijdde, toen deze predikanten het met schorpioenen.'

Maar ze zullen geen last hebben! Let maar op! Want ten aanzien van het gansche geding van 1944 en ten aanzien van al wat er uit volgde struikelt in den synodalen kring het recht op de straten en is de elementaire waarheid en puurheid geheel en al zoek. De profetie is verdwenen. De zelf handhaving viert hoogtij.

Laten nu allen, die den HEERE in oprechtheid vreezen hun taak verstaan. Laten ze met nóg meer kracht roepen, dat alleen berouw over en bekeering van het gepleegde kwaad redding kan brengen!

Alle vrome woorden welke gesproken worden zonder dat deze eisch wordt gesteld en gehoorzaamd zijn erger dan een vloek.

Laat daaïom al het volk des HEEREN als met in machtig spreekkoor dit eene woord de gebonden kerken indreunen:

Doe de schorsingen onvoorwaard e 1 ij k weg! Doe de leeruitspraken, die ge zelf eiken dag verloochent, weg! Dat is de éénige boodschap, welke thans aan de kerken mag worden gebracht.

Wie deze "boodschap niét, ja, wie niet alleen deze boodschap uitroept, verraadt Christus, zijn kerk en niet minder zijn synodale broeders.


2) pag. 30.

3) pag. 29.

4) pag. 42.

5) pag. 37.

6) pag. 22.

T) pag. 48.

s) pag. 61.

!> ) pag. 63.

10) pag. 26.

1) pag. 25.

2) pag. 90.

3) pag. 75/6.

) pag. 78/9.

15) pag. 91.

16) pag. 91.

") pag. 93/4.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Blijft nuchter !

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's