GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hangt Uw idealen hoog aan de sterren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hangt Uw idealen hoog aan de sterren

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat heeft Ir Soekamo, de president van de Repoebliek Serikat Indonesia zijn onderdanen onlangs in een redevoering voorgehouden: „hangt uw idealen hoog aan de sterren".

Een woord, dat een reeks herinneringen bij mij wakker riep.

In de eerste plaats de herinnering aan een bijbelwoord: de heidenen, die de wet (nl. van God) niet hebben, zijn zichzelven een wet. De mensch, die de geboden van God veracht, stelt zichzelven de wet. Inplaats van te jagen naar de volmaaktheid, „of hij het ook grijpen mocht", zooals zij mogen doen, die tot die volmaaktheid èn het jagen ernaar van Christus • Jezus gegrepen zijn, stelt de heiden, de asfalt-heiden van Amsterdam en de dessah-heiden van Java zichzelf de wet: hij jaagt naar zélf gekozen idealen. En de volksleider, die ook de massa in beweging brengen wil, haar wil doen jagen naar z ij n idealen, zweept haar op te jagen naar het onbereikbare.

Om tenminste nog iets te bereiken beweegt hij het volk demagogisch naar het onbereikbare te streven, naar een werkelijkheid, die morgen komt. Morgen...!

„Hangt uw idealen hoog aan de sterren"

In de tweede plaats bracht mij Soekamo's woord jaren terug, naar een rookerige consistoriekamer, waar „'s lands zonen, de bloem der natie", waaronder ook ik, bijeen waren in een ringvergadering van Jongelingsvereenigingen. Op G.G. Er was dien avond een spreker, die veel te zeggen had over de bondsidee en de methodiek. En toen hij uitgesproken was kwam de bespreking. Een der aanwezigen, dien het harde juk, dat opgemelde spreker den bondsvrienden wilde opleggen, reeds begon te knellen, eer hij het op zich genomen had, kwam zoo op te merken, dat de spreker dat nu allemaal wel mooi uit de doekjes gedaan had, maar dat daarvan in de praktijk toch niets terechtkwam. Waarop de spreker repliceerde: „Dat weet ik ook wel. Maar, vrienden, laten wij het ideaal zoo hoog mogelijk hangen. Dan hebben we tenminste kans, dat we nog iets bereiken". Ik herinner me nóg, hoe die repliek een krachtig verzet in mij wakker riep. Ik kon het toen niet onder woorden brengen. Maar dat was niet meer de geboden Gods brengen. De geboden, die „niet zwaar" zijn. Dat was de menschen brengen onder het juk: „Hangt uw idealen hoog aan de sterren".

En ik dacht toen — dat is de derde herinnering — aan nóg vroeger dagen: aan het verhaal van Dik Trom. „Een bizonder kind". Toch zóó bizonder niet, of hij had met den spreker van de ringvergadering der J.V. op G.G. en Soekamo de tactiek gemeen. Want toen hij eens meedeed aan een sneiheidswertstrijd met hondekarren, bond de leeperd aan de zweep een flinke worst, die hij een halven meter voor den kop van den hond liet bengelen. Het arme dier als een gek er achter aan. Maar hoe hard hij ook liep: de worst bleef altijd een halven meter vóór. Het ideaal, hem voorgehouden, bleef onbereikbaar.

Dat verhaal is me bijgebleven. Ik dacht er aan, toen die mijnheer van de bondsidi--e en van de methodiek op de ringvergadering sprak.

Ik dacht er aan, toen ik van Soekamo's rede voor de bevrijde Indonesiërs las.

Ik denk er aan, zoo vaak ik idealisten ontmoet. Idealisten, ook in de kerk.

„Hangt uw idealen hoog aan de sterren".

Wat is onze Heiland toch barrnhartig over Zijn volk.

Hij doet ons niet leven bij ze'f gekozen idealen. Nog veel minder hangt Hij ze ons „hoog aan de sterren".

Maar Hij doet ons met vroolijkheid loopen het pad van Zijn geboden.

En Zijn geboden zijn niet zwaar. Hij heeft U bekend gemaakt, o mensch, wat goed is en wat eischt de HEERE van U, dan recht te doen, en weldadigheid lief te hebben en ootmo delen met uwen God? Mieha 6:8.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 februari 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Hangt Uw idealen hoog aan de sterren

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 februari 1950

De Reformatie | 8 Pagina's