Polemiek inzake „Van der leeuw te Kampen”

Mijn *, * Inzake „v. d. L. te K." (31-3) geeft prof. Berkouwer aanleiding voor een uitval. , .Minderwaardig", oordeelt hij, die bij mijn weten nog nimmer excuus maakte voor zijn geschrift inzake een term bij Greijdanus („afgezien van").

-Ajitwoord: a) ik schreef over „getempereerde vroolijkheid", niet over „getemperde"; de zetter vond het misschien een vreemd woord, b) Als men bewijs wil bij mijn stelling, dat Bavtack (Jr) „het denken van Calvljn nog niet verstaan heeft": lees zijn boeken. Bén keer heb Ik geloofd, dat hij den goeden kant zou opgaan met zijn theologische publicaties, maar sinds Is me die hoop wel grondig afgenomen. Trouwens, hoe vaak heeft Bavtack niet alleen zelf Calvljn-looze of Calvijn-vreemde gedachten gelanceerd, doch ook door coöperatie met antl-calvinlsten him ingang bezorgd bij onze menschen? Ziet, Berkouwer dat niet, dan spijt me dat. Maar ondanks alle zware woorden houd Ik dit vol. Een reeks citaten van Calvrjn in een boek van Bavüick? Kan zijn, Barth geeft die ook. •

Het ergste vind ik la Berkouwer's uitval, dat hij het punt-ln-kwestle negeert. Ik haalde twee stellingen aan uit Zlelhuls' dissertatie; de ééne ging over de phaenomenologle, die als wetenschap om haar methode altijd verwerpelijk is. Maar die stelling was voor mij geen hoofdzaak. Dat was de tweede, over het avondmaal als offermaal. Dr Berkouwer zwijgt die stellmg dood. En dat is bij zóó zware klachten over mijn beoordeeling van den invloed van Van der Leeuw , , mtaderwaardig". Ziet hij met, dat die stelling mis is? Dan spijt me dat voor hem.

Laat prof. Berkouwer nu eens vertellen: is het avondmaal of fermaal, ja of neen? En is die meening voorgedragen m den geest van Van der Leeuw, ja of neen?

Overigens: een stelltag aanhalen om er den promotor mee achterna te zitten, dat kan onjuist zijn. Maar een. stelling, die in het boek uitvoerig wordt verdedigd, dat is wat anders. Tenzij men een promotor heelemaal wil uitschakelen. Overigens herinner ik me een merkwaardig geval van een aan de V.U. geweigerde dissertatie; maar omdat het een doode betreft, zwijg ik er over.

Als Berkouwer iets wist van de geschiedenis van vóór zijn optreden, zou hij de Insinuatie hebben in de pen gehouden, dat mijn crltiek op den invloed van Bavlnck bij deze promotie een pogtag was, om de eerste promotie te Kampen, Broederweg, alvast in. het orthodoxe zonnetje te zetten. Tegen Bavlnck heb ik allang bezwaren, en dat de lieden van de Calvijnstichting de eerste maal met hém naar voren zijn gekomen, van wlen ze toch ook wel weten, dat er bezwaren tegen hem zijn in eigen kring, dat kan ik toch niet helpen? Zulke tasinuatie is bewijs van geprikkelde stemming; maar zakelijk minderwaardig. Het schijnt Berkouwer niet ta den zin te komen dat je een zeker verdriet kunt hebben, als de één breekt wat de ander eerst bouwde. Vooral als 't iemand betreft, die zich vrijheden permitteert, die ons doen vragen: hoe kon die man m '44 vóór stemmen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen