GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een mondjevol Latijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een mondjevol Latijn

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ten bewijze van het bovenstaande moeten we even wat latijn aanhalen. Onze lezers, die er geen zin aan hebben, kunnen het overslaan zonder bezwaar, en prof. Ridderbos, die eens — vóór hij zelf in 't hoUandsch zou gaan polemiseeren — wenschte, dat men de polemiek maar in 't latijn zou voeren, zal er geen bezwaar tegen hebben.

De vertaling van prof. Ridderbos luidt in het laatste gedeelte aldus:

j, .... ofschoon zij (ze) misscMsn dilcwtjls nog niet ontvangen zullen' hebben, of zelfs nooit ontvangen zullen".

Maar Ursinus zelf schrijft:

„... .etiamsi vel saepe nondum acceperint, vel nunquam etiam accipiant."

Prof. Ridderbos' vertaling geeft dit laatste woord weer door „ontvangen zullen".

Blijkbaar meent hij, dat het latijnsche , .accipiant" indicatief is. Dat hij het zóó denkt is duidelijk. Want het voorafgaande „acceperint" geeft hij weer met: ontvangen zullen hebben. Hij beschouwt het dus als futurum exactum, indicatief.

Maar als op de plaats van „accipiant" een futurum indicatief bedoeld zou zijn, zou er hebben moeten staan: accipient. Doch er staat: accipiant. Het is dus conjunctief praeseus. (Conjunctief futurum ware geweest: accepturi sint).

En daaruit volgt weer, dat „acceperint" heelemaal geen futurum exactum is, doch conjunctief perfectum.

Dat zijn dus voor het punt in kwestie twee ernstige fouten.

Ben derde is, dat dat „misschien" er heelemaal niet staat. En ook dat is (in een , , ondersteUings"-debat) een voor het punt in kwestie ernstige fout.

„Spijkers op laag water zoeken", zal misschien prof. R. zeggen. Ik zou hem adviseeren, even te wachten. En vóórdat hij zoo iets denkt, of laat vermoeden, goede nota te nemen van het feit, dat hij zijn citaat nog aan een vierde fout heeft laten laboreeren; hij zet een punt achter de door hem verkeerd vertaalde woorden, en wekt den indruk, dat dit vierde onderdeeltje van Ursinus' betoog speciaal op den kinderdoop ziet. Doch onmiddellijk op het laatste woord, dat prof. Ridderbos doorgaf, volgt, door dubbele punt van het voorgaande gedeelte gescheiden, bij Ursinus:

: ut Apostoli baptizantes Simonem magum, rede faeiunt, etsi peccet (alweer zoo'n conjunctief!, K. S.) Simon".

Dat beteekent:

„gelijk de Apostelen naar recht handelen, als zij Simon den Toovenaar doopen, ofschoon Simon zondigt".

Wie het betoog van Ursinus hi zijn geheel leest, ziet, dat over het ontvangen, ontvangen hebben, zullen ontvangen, permanent getwist wordt tusschen hem en zijn tegenstanders. En daarom zeggen wij: die fouten aanwijzen is geen spijkers op laag water zoeken. Vooral niet bij een exegeet, die van futurum en futurum exactum zijn leven lang werk gemaakt heeft.

De verwijzing trouwens naar Simon den Toovenaar is sprekend. Reeds deze wijst aan, In welken zin het bedoeld is te zeggen: de kerk MOET oordeelen en dan ook werkelijk OORDEBLEN (niet onderstellen), dat de bedoelde personen vergeving der zonden en den H. Geest ontvangen hebben. Bij volwassenen gaat dat zóó en zóó en bij kinderen weer heel anders. Als prof. Ridderbos twijfelt; hij zegge het maar; ik zal het hem dan nog breeder voorleggen uit HETZELFDE betoog van Ursinus. In het geval van Simon den Toovenaar MOEST de kerk oordeelen (en heelemaal niet ONDERSTELLEN), want de man had belijdenis gedaan, en was , , gaaji gelooven". Maar bij kinderen is de kerk tot dat OORDEEL (niet die onderstelling) verplicht, omdat hun de BELOFTE toekomt. En zij oordeelt zoo VOORDAT de kinderen tot geloof en bekeering gekomen zijn (etiam ante fidem & recipiscentiam). Bij volwassenen gaat het anders: Hoc in adultis non fit. (Bl. 617, mijn editie). God neemt de kinderen op in 't verbond „etiam ante fidem", vóór hun geloof. Aldus Ursinus, die dus bij prof. Ridderbos niet preeken mag. Het „HEBBEN" van vergeving der zonden en van den H. Geest is te verstaan als een hebben der BELOFTE: Petrus zegt (volgens Ursinus, 617): baptizatos habere rem. pecc, non quia resipiscant, sed quia ad ipsos pertineat promissio.

En nu niet langer er omheen: dit is CONTRA uw synode, PRO ons.

We hebben den vorigen keer (26 Mei) door een kleine vingerwijzing naar slordige vertaling, prof. R. de kans 'gegeven, zich op tijd te ontdoen van zijn citaatje; ik rekende met de mogelijkheid, dat hij in goed vertrouwen was afgegaan hetzij op dr Polman hetzi] op ds Bouwmeester.

Maar nu hij het geval voor zijn rekenmg blijft nemen, ; en nog een paar insinuaties op den koop toe geeft, moet hij het niet aan mij wijten, als we thans zeggen: dit citaatje is al weer mis. Dit citeeren van zoo'n paar woorden uit een sterk anti-1905-betoog van Ursinus bewijst: de citator keek niet verder dan zijn neus lang was, en heeft het „hebben" van Ursinus niet begrepen, al stond het hem in HETZELFDE stuk netjes voorgekauwd. Eu als prof. Ridderbos mocht afgegaan zijn op een ander — zie echter hierboven — dan adviseer ik hem: doe het niet: uw vrienden hebben het in dezen doorloopend misgehad. Dit citaatje is mishandeld. Net zooals al die andere, die we tot nu toe onder de loupe genomen hebben, en waarmee de heeren Polman, Bouwmeester e.a. de kerken in een periode van theologische blunders in het slop gereden hebben.

Er zit natuurlijk nog wel wat meer vast aan dit citaatje. Met genoegen ga ik er verder op in, indien prof. Ridderbos eerst dit een en ander aan zijn lezers doorgeeft. Anders niet. Als redacteur heb ik geen zin, me op sleeptouw te laten nemen voor niets. Hoe langer het duurt, hoe duidelijker de theologische onrijpheid van '44 als zoodanig aan het licht treedt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Een mondjevol Latijn

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's