GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Generale Synode der Gerei. Kerken in Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Generale Synode der Gerei. Kerken in Nederland

Zittingen van Woensdagavond 29 Augustus tot Woensdag 5 September.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het verslag, opgenomen in ons nummer van 1 September stond vermeld, dat het schrijven van de I.C.C.C. voor kennisgeving is aangenomen. Dit is niet geheel juist, want de Synode heeft besloten aan de I.C.C.C. te antwoorden, dat de vraag tot toetreding door geen enkele kerk of kerkelijke vergadering op het agendum is geplaatst, en dat ook geen der ter Synode afgevaardigden volmacht ontving over deze zaak ter Synode te handelen, aangezien de afvaardiging geschied is op een tijdstip, waarop noch de roepende kerk, noch enige andere kerk of kerkelijke vergadering van het eerst op 6 Aug. verzonden schrijven van de I.C.C.C. kennis had of hebben kon.

In de Woensdagmiddagzitting hebben de leden, kennis kunnen maken met de benoemde lector in 't Hebreeuws, de heer J. F. Lettinga. Deze zitting werd tevens bijgewoond door alle hoogleraren en door de Zendingslector, ds D. K. Wielenga, te Rotterdam-C, die de Synode in 2iendingszaken van advies zal dienen, en die door de praeses werd verwelkomd.

Geen. machtiging.

De avondzitting was nagenoeg geheel gewijd aan de bespreking van een verzoek van commissie IV, n.l. of deze door de Synode gemachtigd moet worden om notulen en Acta van de classis Rotterdam en van de Part. Synode van Z.-HoUand, enz. op te vragen, teneinde een nader onderzoek te kunnen instellen met betrekking tot de bezwaarscliriften in de kwestie „Rotterdam-Kralingen", of ten deze zelfstandig kan handelen. Volgens de commissie waren de aan haar voorgelegde stukken niet voldoende om in deze zaak een juist oordeel te kunnen vellen.

Na de breedvoerige discussie, waaraan met de aanwezige hoogleraren tal van Synodeleden hebben deelgenomen, werd met 22—8 stemmen en een onthouding het voorstel aanvaard, dat commissie IV niet zelfstandig de door haar aangewezen stukken kan opvragen. Voorts werd 19—12 stemmen besloten de door commissie IV gevraagde machtiging niet te verlenen. Prof. Deddens en prof. Schilder hebben beiden tegen deze voorstellen gestemd.

Op voorstel van het moderamen werd met algemene stemmen besloten niet in te gaan op enkele missives van de Bond voor Practisch Christendom, bevattende het verzoek ertoe mede te werken, dat volkeren en overheden leren inzien, dat ze de vrede zullen bevorderen als ze in him. onderling samenleven rekening houden met de eenvoudige waarheden uit Gods Woord, en een boodschap te doen uitgaan tot de kerkeraden en „de gewone leden" der kerk om tegen met name genoemde zonden te getuigen.

Zonder hoofdelijke stemming is aangenomen het voorstel van de Part. Synode van Overijssel-Gelderland om geen deputaten voor deelneming aan de samenspreking in het I.K.O. meer te benoemen.

Bezwaarschrift.

Donderdagmorgen heeft de Synode het rapport van commissie II, inzake een bezwaarschrift van br. ï. van Dijk, te Huizum, tegen handelingen van de Part. Synode van Friesland 1950, behandeld. Rapporteur was ds F. A. den Boeft.

In dit zeer uitvoerige bezwaarschrift werd een viertal bezwaren naar voren gebracht, welke alle verband hielden met besluiten omtrent de Zending. De conclusies van de commissie werden enigszins geamendeerd aangenomen. -

Naar aanleiding van het rapport van de kerk van Den Haag-West over het uitschrijven van boete-en bededagen, met de daaraan verbonden vraag, of het wal juist is, dat deze kerk hiervoor wordt aangewezen, waar vroeger steeds de classis Den Haag werd aangewezen, stelde het moderamen voor, deze kerk te verzoeken inzake het uitschrijven van boete-en bededagen diligent te zijn, doch niet dan na overleg met de kerken van Den Haag-Oost en Den Haag-Loosduinen hiertoe over te gaan.

Na enige discussie, waarin o.a. werd voorgesteld het rapport voor kennisgeving aan te nemen en een aanwijzing van kerk of classis na te laten, werd met 3 stemmen tegen besloten aan de classis Den Haag te verzoeken inzake het uitschrijven van boete-en bededagen diligent te willen blijven.

Samenstelling Acta.

In de avondzitting van 30 Aug. kwam aan de orde het rapport van commissie I, met betrekking tot de voorstellen inzake de Acta der Gen. Synode. De commissie was van oordeel, dat door het opnemen van de rapporten der werkcommissies der Synodes de kerken op behoorlijke wijze kennis kunnen nemen van de zaken waarover besluiten werden genomen, welke kennisneming veelal onontbeerlijk is voor het zich vormen van een gegrond oordeel, zowel thans als later, en de commissie achtte de hierdoor veroorzaakte kosten volkomen verantwoord. Daarom stelde zij voor te besluiten van de bestaande gewoonte om de rapporten in de gedrukte acta op te nemen niet af te wijken, tenzij ten aanzien van een bepaald rapport anders wordt beslist.

De rapporteur, ds G. Janssen, had dit voorstel tegenover verscheidene Synodeleden te verdedigen, aangezien verschillende bezwaren er tegen werden ingebracht. Het voorstel werd echter met 20—12 stemmen verworpen.

Hierna heeft de Synode aangenomen een voorstel, door vier leden ondertekend, om de rapporten van de werkcommissies der Synode niet als bijlagen in de Acta op te nemen, tenzij dit voor enig rapport bij afzonderlijk besluit anders wordt beslist.

Dezelfde commissie deed ten aanzien van de vijf rapporten der deputaten benoemd door de Gen. Synode van Amersfoort tot herziening van art. 52 der K.O. en Zendingsorde, terzake waarvan de Part. Synode van Utrecht een voorstel had ingediend om deze rapporten als bijlage bij de Acta der Synode op te nemen, het voorstel, dat waar de rapporten 1, 3, 4 en 5 niet voor de Gen. Synode bestemd zijn en voor opneming alleen rapporten, bestemd voor de Gen. Synode, in aanmerking komen, genoemde rapporten niet op te nemen en ten aanzien van rapport 2 te handelen overeenkomstig het boven voorgestelde. Met 22—10 stemmen besloot de Synode, dat voor elk dezer rapporten afzonderlijk over het al of niet opnemen zal worden beslist.

Preekconsent studenten.

Verder kwam in behandeling het voorstel van het praesidium over de bij de Synode' ingediende voorstellen omtrent het optreden van de studenten der Theol. Hogeschool in de gemeenten. De Part. Synode van Groningen had verzocht hiervoor een regeling te treffen, terwijl de classis Alkmaar-Zaandam had voorgesteld terug te keren tot de regeling van 1908 en 1914, met welk voorstel hadden ingestemd de classis Appingedam en Dordrecht-Gorinchem en de P. S. van Zuid-Holland. De classis Grootegast en de Part. Synoden van Drente en Utrecht hadden voorgesteld met de verlening van preekconsenten voort te gaan, zij het onder bepaalde voorwaarden en beperkingen.

Het voorstel van het praesidiima luidde, dat, gelet op het oordeel der hoogleraren, vermeld in het curatorenrapport, dat het verlenen van preekconsent de vordering van de studie der studenten nadelig beïnvloedt, waardoor het tekort aan predikanten eerder wordt bestendigd dan opgeheven, de Synode zou besluiten dat de besluiten van de Synode van Amsterdam (1908) en van de Synode van Den Haag (1914) behoren te worden onderhouden. (Het besluit van 1908 houdt in, dat het optreden voor de gemeenten niet vyordt toegestaan aan studenten, die nog geen praeparatoir examen voor de classis deden en het besluit van 1914 vermeldt, dat de candidaten bij het genoemd examen een schriftelijke verklaring dienen te overleggen, waaruit blijkt, dat het verbod niet is overtreden, bij gebreke waarvan de classis het examen van bedoelde candidaten voor minstens drie maanden zal opschorten).

In de discussie stonden de meningen tegenover elkaar. Gepleit werd voor de nood der kleine gemeenten en tevens werd betoogd, dat het „preken" door studenten zowel voor henzelf als voor de kleine kerken van groot nut is. Anderzijds werd opgemerkt, dat de nood niet dient te worden opgeblazen, en het de regel der H. Schrift is, dat alleen dienaren des Woords tot de Woordbediening zijn geroepen.

De discussie, welke Dinsdagmorgen werd voortgezet, resulteerde in het aaimemen van het voorstel van het praesidium. De stemverhouding was 17—15, terwijl prof. Veenhof voor het voorstel stemde en de hoogleraren Deddens en Schilder him stem tegen uitbrachten. Met grote meerderheid van stemmen werd aanvaard een amendement van oud. H. Troostheide om deze regeling eerst op 1 Jan. 1952 te doen ingaan.

Een voorstel van ds Doornbos, dat de Synode zou uitspreken, dat zij de besluiten van vorige Synodes over het optreden der studenten zou intrekken, was vooraf met 2 stemmen voor verworpen. De hoogleraren Deddens, Schilder en Veenhof stemden tegen.

Stemmen der hoogleraren.

Ons werd het volgende communique verstrekt:

„Op de vergadering van de Gen. Synode van Donderdag 30 Augustus 1951 deed de praeses een mededeling, dat hij op grond van art. 13a van de vastgestelde Acta (waar opgenomen is het besluit der Synode aangaande de positie der hoogleraren ter Synode) tot het oordeel was gekomen, dat de tekst daarvan hem als praeses noopt niet meer vóór de stemming der Synode de stemmen der hoogleraren afzonderlijk te vragen.

Hierna hebben de in die vergadering aanwezige hoogleraren, prof. P. Deddens, prof. dr K. Schilder en prof. C. Veenhof, de vergadering verlaten. Dit een en ander is op de vergadering der Gen. Synode van Vrijdag 31 Aug. in comité-generaal een onderwerp van discussie geweest.

Deze discussie is geëindigd met het hierna volgende besluit en de hierna eveneens volgende verklaring der betrokken hoogleraren:

De Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland, te Kampen vergaderd:

constaterende:

1. dat er ter Synode verschillende uitleggingen worden gegeven aan art. 13a der vastgelegde Acta,

2. dat de tekst van het besluit daartoe aanleiding geeft, daar deze het onderhavige punt niet speciaal onder woorden brengt,

erkennend het ambt van praeses om de vergadering te leiden;

dit ambt erend door de formulering van een concrete gedragslijn voor de techniek van de vergadermethode dezer Synode op een punt, waar deze ontbreekt,

spreekt voor het onderhavige punt uit, dat zij de praeses verzoekt de practijk, met betrekking tot de positie der hoogleraren te dezer Synode tot 30 Aug. gevolgd, voor de duur dezer Synode te handhaven.

Ondergetekenden spreken uit, dat zij na samenspreking in comité-generaal con amore hun medewerking aan de synodale arbeid zullen voortzetten op de gewone wijze. w.g. P. Deddens, K. Schilder, C. Veenhof.

De vergadering nam hierna met verheuging kennis van de spontane verklaring van de praeses der Synode, dat hij in de gegeven situatie aan het verzoek in het besluit der vergadering gesteld, wilde voldoen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 september 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

De Generale Synode der Gerei. Kerken in Nederland

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 september 1951

De Reformatie | 8 Pagina's