Vrije Universiteitsblad 1938-39 - pagina 190

1152 Antwoord D r v a n Rooijen.

Dr. van Rooijen, de sprekers beantwoordende, zeide, dat waarschijnlijkheidsrekening volgens een eerste opvatting alleen betrekking heeft op verschijnselen, die op oneindig veel wijzen zijn te reproduceeren. Voornamelijk Engelsche statisticie breiden echter kansrekening ook over andere gebeurtenissen uit. Intuïtief schatten van kansen behoort niet tot de wiskunde. O p juridisch terrein is de mathematische kansrekening niet over te brengen. Spr. acht het spreken van een bijzondere voorzienigheid bij lot en kans niet voldoende gemotiveerd. De statistiek beschouwt een object, dat herhaaldelijk is voorgekomen, op een bepaald kenmerk. Daarna komt de expra polatie, die inzicht wenscht te geven omtrent hetgeen in de toekomst zal geschieden. Spr. neigt inderdaad tot een deterministische opvatting van het begrip natuurwet. Hij acht, dat overgang naar de statische interpretatie weinig voordeel zal brengen. O p de zuiver mathematische zijde van het contingentiebegrip is spreker niet ingegaan. Het assurantiewezen kan bezwaarlijk op het exacte mathematische terrein worden getrokken. In enkele publicaties over de verdeeling van priemgelallen maakt men gebruik van kansrekening. De door spreker gegeven definitie van waarschijnlijkheidsrekening maakt gebruik van het woord toeval in subjectieven zin. Daartegen is z.i. geen bezwaar. Men kan voorspellingen doen met een bepaalde zekerheid. Voorspellen met een kans treedt echter in de kansrekening niet op. V r o u w e n V.U.HuIp.

In den namiddag werd de jaarlijksche samenkomst van „Vrouwen V.U.HuIp" gehouden in Maison de Bruyn, waar een groot aantal Hoofden, Helpsters en Spaarsiers aanwezig waren. Blijkbaar had de Regelingscommissie op zoo groole opkomst niet durven rekenen. In letterlijken zin zaten de dames in de vensterbanken en de hall naast de vergaderzaal. De gezelligheid, die deze vrouwenvergaderingen steeds kenmerkt, behoefde daaronder echter niet te lijden. Integendeel. De samenkomst stond onder leiding van de Presidente van de Geldersche Provinciale Commissie, Mevrouw A. H. de Waal Malefijt—Monnik te Arnhem. Bij de opening werd eerst staande door de vergadering getuigenis afgelegd van het credo, waarbij de presidente voorging in het uitspreken van de geloofsbelijdenis van Nicea. Vervolgens las zij Prediker 3 : 1 — 1 4 en Lucas 1 2 : 1 6 — 2 1 . Voorts sprak mevr. De Waal—Malefijt een openingswoord, waaraan we het volgende ontkenen:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen