Vrije Universiteitsblad 1953 - pagina 74

80 nieuwe leden voor de minimum contributie van ƒ 25,— per jaar waren gewonnen. Ook de vrouwen voerden haar actie en boekten een winst van 701 nieuwe spaarsters. Bovendien was uit collecten van de kerken in Zuid-Holland een bedrag van ongeveer ƒ9500,— bijeengebracht, dat als feestgave aan de vergadering werd aangeboden. Het behoeft geen toelichting, dat ook van deze mededelingen van Ds Meyster, die in een keurige en geestige toespraak waren verwerkt, met grote dankbaarheid en hartelijke instemming zowel door de vergadering als door Directeuren werd kennis genomen. De huishoudelijke zaken, die in vlot tempo waren afgewerkt, leidden tot verkiezing van de heer J. Wilschut als hd van het College van Directeuren en tot benoeming van Mr Dr H. H. Sillevis Smitt tot lid van de Commissie van toezicht op het geldelijk beheer. Met een voorstel van het Bestuur om in principe te besluiten tot een wijziging van het Huishoudelijk Reglement, waardoor de Commissie van toezicht op het geldelijk beheer tot vijf leden kan worden uitgebreid en de zittingsduur der leden verlengd, ging de vergadering zonder discussie accoord, evenals met het voorstel om het jaarverslag en de daarin opgenomen exploitatierekening over 1952 goed te keuren. Tot slot van de morgenvergadering hield Prof. Dr Ir H. van Riessen zijn aangekondigde rede over het onderwerp 'Wetenschap en practijk'. Hoewel — aldus spreker — een goede harmonie tussen wetenschap en practijk zeer wel mogelijk is — 't zijn immers tot nu toe mannen en vrouwen uit de practijk geweest, die de wetenschappelijke arbeid van de V.U. door hun offers en gebed mogelijk maakten — • bestaat er dikwijls spanning tussen die beide. De wetenschap heeft de mens in alle tijden verleid zich onafhankelijk te maken van de levensovertuiging. Dit was haar streven naar de z.g. neutraliteit en objectiviteit. Aldus bedreigde, zij het leven uit het geloof en droeg zij bij tot de ontwijding van het leven. Dit verschijnsel werd zeer veel ernstiger toen de wetenschap zich op de toepassing ging richten, waar zij de neiging had de wetenschappelijke instelling boven de practische te stellen en de laatste te verdringen. Intussen hebben beide een eigen taak en terrein en hebben zij ieder beperkingen, die uit de bijzonderheid der instelling voortvloeit. De V.U. heeft in dit opzicht tot taak tegenover het streven naar wetenschappelijke onafhankelijkheid en almacht een wetenschap te ontwikkelen, die respectievelijk in christelijke zin haar afhankelijkheid toont en die haar beperkingen onderzoekt en bescheidenheid toont tegenove'- de practJsche instelling. In het bijzonder zal, voorzover nodig en mogelijk, aandacht besteed moeten worden aan het brengen van de wetenschappelijke methode en de resultaten 2374

in zodanige vorm, dat de man uit de praktijk er zelfstandig mee kan werken. Voor het vervullen van deze taak moet de V.U. met allen die haar steunen een ware gemeenschap vormen, d.w.z. zij moet in Christus haar eenheid belijden en in praktijk brengen. Niet de vele partijschappen, maar slechts de ene van Christus is hier geoorloofd. In de middagvergadering sprak Minister Prof. Dr J. Zijlstra over 'Vragen van de dag', daarbij zijn uitgangspunt nemende in een geschriftje van Dr A. Kuyper over 'Handenarbeid'. Kuyper spreekt daar over soeiaUsme en liberalisme en onze houding tegenover die richtingen. In het bijzonder staat hij stil bij de principiële gelijkwaardigheid. Socialisme en liberalisme vloeien uiteindelijk in elkaar over, citeert Kuyper als hij een uitspraak van J h r Six aan Domela Nieuwenhuis aanhaalt. Het is denkbaar, zeide Prof. Zijlstra, dat inderdaad socialisme en liberalisme elkaar zo dicht raken, dat zij elkaar ontmoeten. Hebben wij dan met die situatie rekening gehouden? Bij het bespreken van enkele vragen van de dag, wees spreker op de Europese samenwerking. Bij de vordering van die samenwerking zullen wij, ook als V.U, mee over de grenzen moeten. Het Calvinistisch volksdeel blinkt niet uit in internationale vraagstukken. Energie die naar buiten nodig is mag niet van binnen versplinterd worden. Niet alleen de stichting van de V.U., ook haar voortbestaan en uitbouw zijn vraagstukken van groot belang. De oprichting was een waagstuk in het geloof, maar de voortbouw is ook een geloofszaak. Nu de politieke wetenschappen aan de V.U. zullen worden gedoceerd, hoopte spreker, dat ook op dit gebied de pinnen van de tent steeds verder kunnen worden gestoken. Wij zullen ons niet moeten laten ontmoedigen door de vele vraagstukken welke ons omringen. Wij hebben een boodschap te brengen en een taak te volbrengen. Het is een voorrecht in deze tijd te mogen leven en die taak, welke God ons op de schouders legt, te volvoeren, zeide Prof. Zijlstra. In een kort woord herdacht Prof. Dr J. Waterink in deze samenkomst de onlangs overleden Zuid-Afrikaanse hoogleraar Prof. Dr J. E. du Toit, hem noemende „Uw vriend, ons aller vriend Totius", de eerste Zuid-Afrikaan die aan de Vrije Universiteit promoveerde, cum laude. Prof. Waterink tekende Totius als eenvoudig Christen, als dichter, als Bijbelvertaler en als psalmberijmer. Aan de Universiteit van Potchefstroom werd een brieftelegram gezonden. Burgemeester Van Walsum, die vervolgens het woord voerde, verblijdde zich in het feit, dat Rotter-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen