GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 406

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 406

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

niet als er nóód was, maar alleen als wij ze over hadden, overschotten die we anders niet kwijtraakten. Ik zeg het allemaal sterk overdreven, om het goed duidelijk te maken. Het is in wezen het wijzen op bepaalde elementen die óók aanwezig zijn. Dit is niet het volledige beeld, maar mijn ongelijk is dat van de dokter die een longkankerpatiënt ernstig ziek verklaart zonder er overigens bij te vermelden, dat maag, hart, lever, en noem maar op, kerngezond zijn. Er is te veel aanwezig van de kwalen die ik hier noem, er is te veel behartiging van eigenbelang door de rijke landen. Waarschijnlijk zou het grootste deel van de ontwikkelingshulp er niet zijn wanneer die nevenmotieven er niet bij aanwezig waren. Je zou kunnen zeggen, dat bewustzijn van al deze gevaren wel aanwezig is in de rede. Er wordt aangedrongen op multilaterale hulp, maar hel merkwaardige is, dat deze vorm van hulp alleen maar is teruggelopen verhoudingsgewijs. Overigens zijn er ook bij multilaterale hulp wel degelijk bindingen. Er wordt bij Wereldbankleningen zorgvuldig gelet op waar de leningen worden besteed en daarbij maken de rijke landen de dienst uit. Gesteld wordt ook dat particuliere bedrijven niet te vroeg in de ontwikelingslanden moeten komen, want dan kunnen ze veel verstoren. Dat is al heel opzienbarend, dat dat hier al gezegd wordt, de waarschuwing tegen ontwrichting van het sociale bestel. "Geen shock-therapie". Ook juist bleek de opmerking "voordat wij het zouden weten zou men van ons, westerlingen, alleen de ondeugden hebben geleerd - het onevenredig groot belang dat wij hechten aan de materie en aan de rede."It zou kunnen zeggen, dat deze waarschuwing, die zéér terecht was, absoluut aan dovemansoren is geuit. Want precies wat hier gezegd wordt, is gebeurd en gebeurt nog steeds bij de buitenlandse particuliere investeringen in de ontwikkelingslanden. Op dit moment is de discussie dan ook sterk gaande om die hele ontwikkelingshulp te heroriënteren en te gaan richten op de zwakste, de armste groepen in die landen, die allesbehalve iets hebben gemerkt van vooruitgang. Integendeel, in veel gevallen zijn ze achteruitgegaan, terwijl toch altijd met enige trots door de regeringen van de rijke landen wordt gewezen op de stijging van de nationale inkomens van de arme landen. Maar dat zijn gemiddelden, die verhullen dat die stijging vooral ten goede is gekomen aan de rijke bovenlagen in die landen. De onderlagen, 40% van de mensenmassa in de derde wereld, is gelijkgebleven of er op achteruitgegaan. Dat wordt ook door een man als McNamara van de Wereldbank gezegd. Dacht men vroeger eerst aan groei en dan aan herverdeling, thans is de tendens om herverdeling voorop te stellen. Dat is een heel andere oriëntatie.' 38

Omzien op weldoen Twintig jaren discussie over ontwiklceiingshulp Al zijn er in 1953 nog enkele Nederlanders die uit gewoonte of bijgelovigheid hardnekkig blijven praten over 'schijnwelvaart' (het verlies van Indië had rampspoed moeten brengen), acht jaar na de oorlog constateert de Times dat Nederland zich economisch 'glansrijk' heeft hersteld mede dank zij de Marshalldollars, die de V.S. naar Europa lieten stromen om te voorkomen, dat met name te veel Fransen en Italianen communistische denkbeelden zouden opvatten. Het Nederlands nationaal inkomen, dat in 1946 nog stond op 9.930 miljoen, blijkt in 1953 te zijn gestegen tot 20.830 miljoen. Er kan wel een belastingveriaging af van een slordige 500 miljoen, oordeelt de regering. Een lichte bevreemding wekt dit wel in den lande, want de begroting vertoont een tekort van een miljard door de watersnoodramp. Maar de deskundigen zeggen dat het kan en zo stijgt er een geknor van voldoening op in de natie wanneer Koningin Juliana op Prinsjesdag bekendmaakt dat de regering o.a. besloten heeft tot een 'geleidelijker verloop van de progressie' van de inkomsten- en loonbelasting. Rooms en rood werken nog innig samen en al zijn er die verheugd vaststellen dat de 'invloed van de socialistische ministers in het kabinet (. . .) klaarblijkelijk enigszins is afgenomen' (H. Algra, Ned. Gedachten 25 sept. '53j, het is de vraag of dit niet te veel eer is voor de betrokkenen, want het verlangen tot versterking van zijn koopkracht, doortrilt schier het ganse electoraat. Als Trouw eind december het jaar 1953 aanduidt als 'het jaar van de gemiste kans', slaat dat slechts op het niet revalueren van de hard geworden gulden, want 'de gelegenheid om de verhoging van het welvaartspeil in ons land door het buitenland te laten betalen is onbenut voorbijgegaan'. Getuigt de opmerking van inzicht dat rijk worden niet alleen een kwestie is van hard werken, al evenzeer is dit het geval in verklarende commentaren, die wijzen op 'een daling der wereldmarktprijzen'. Betwijfeld moet echter worden of de draagwijdte van dit verschijnsel doordringt tot het volk. Geen politicus spreekt erover; geen krant legt het uit en de televisie, die later als geen ander medium ons volk zal bepalen bij het bestaan van armoede in de wereld, is in 1953 nog een vreemd stuk speelgoed in slechts 2.700 huiskamers en cafe's. Op V.N.-niveau geeft Nederland een bijdrage voor de 'technische hulpverlening' aan laag-

ontwikkelde gebieden o.a. ter 'bestrijding van het communisme' en omdat het ook Nederland 'ten voordele' kan strekken maar dat is geen zaak die het grote publiek beroert. •Slechts een handjevol Nederlanders beseft in 1953 dat we iets te maken hebben met het bestaan elders op de wereld van honger. Een dertigtal belastingplichtigen rond de Haagse Pleingroep (van pater S. Jelsma) maakt zich kwaad over het plan om de belastingen te verlagen. Zij schrijven een boze brief naar de ministerraad waarin geprotesteerd wordt, want het is 'niet geoorloofd tot welvaartsverhoging over te gaan, zolang niet een rechtvaardige bijdrage is geleverd tot opheffing van de diepe armoede, waarin het merendeel der mensheid verkeert.' Uitgerekend wordt hoeveel men er individueel op vooruitgaat, door de belastingveriaging. Dat wordt regelmatig teruggestuurd naar de Minister van Financiën onder het motto 'Eerst Daadwerkelijke Gerechtigheid'. Het trekt nauwelijks aandacht bij het grote publiek. De techniek van actie-voeren staat nog in de kinderschoenen.

Tinbergen In die jaren '53-'54 rijpt bij de directeur van het Planbureau prof. dr. J. Tinbergen het idee zijn baan er aan te geven om zich geheel te kunnen wijden aan het vraagstuk van de arme landen. 'Jullie kunnen het wel zonder mij,' zegt hij tot z'n medewerkers. In een V.N.-commissie doktert hij dan al mee aan een plan voor een ontwikkelingsfonds fSUNFED) voor de arme landen. Het is de tijd waarin voor de meeste Nederlanders de koude oorlog tussen Oost en West het allesbeheersende vraagstuk lijkt. Maar V.N.secretaris-generaal Hammerskjold acht in '54 het arm-rijk conflict 'op de lange duur gevaarlijker dan de conflicten die op het ogenblik onze hele belangstelling opeisen'. In Nederiand steken een voor de UNESCO collecterende Pleingroep en een actiegroep rond ds. J. B. Th. Hugenholz in die jaren de koppen bijeen om zich af te vragen of er niet een organisatie moet komen, die de aandacht van het Nederiandse volk op deze problematiek moet vestigen. Gering is het besef dat men zich waagt aan een hard politiek vraagstuk van de eerste orde. Het is in de jaren, waarin de polirieke tegenstellingen in ons land steeds onduidelijker worden (minister Zijlstra waagt zich in 1954 aan de voorspelling, dat een stijging, van het nationaal inkomen met 20 a 30

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 406

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's