GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 117

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 117

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

m

magazine

mogelijkheid van een wezenlijk contact aanving) merkte prof. Maas op dat de mensen op het ogenblik 'geen leven' hebben en dat berekeningen die aangeven dat 90 procent van de mensen te lijden hebben van welzijnsziekten, nog aan de optimistische kant zijn. 'Wanneer ik zeg dat de mensen geen leven hebben, denk ik aan een aantal uitspraken, die tegen mij zijn gedaan en waarin ik mezelf herken. Wanneer bijvoorbeeld iemand zegt: als ik alleen ben, voel ik me veilig, maar als ik me veilig voel kan ik niet alleen zijn. Zo'n uitspraak geeft aan dat het voor zo iemand nergens goed is. Als iemand anders tegen me zegt - en één keer gebeurde dat drie maal achter elkaar in een week -: 'Als iemand van me houdt, word ik bang; dan weet ik het niet meer.' Een ander voorbeeld: een bejaarde vrouw huilde liefst niet thuis, uit angst dat haar man het zou merken; de man huilde als zijn vrouw er niet bij was. Dat betekende dat ze samen geen verdriet konden hebben. 'Dat het moeilijk is om samen verdriet te hebben, dat is het bezopene.' In onze cultuur, in de manier waarop ouders met hun kinderen omgaan, worden heel fundamenteel {'door mij net zo goed als wie dan ook') dingen kapot gemaakt.

Gevoel Een heel wezenlijk punt is, dat we voortdurend bezig zijn, datgene wat we voelen weg te houden; we delen elkaar niet mee, wat we voelen. Wanneer een kind huilt, vraagt zijn vader of moeder onmiddellijk waarom het huilt. 'In plaats van het kind te troosten wordt eerst gevraagd naar de

verklaring van zijn verdriet. Zo zijn we steeds aan het ontkennen dat voelen belangrijk is; dag in dag uit zijn we op een geraffineerde manier aan het ondermijnen, dat wat we voelen, waar is'. Bovendien hebben we geleerd het gevoel, wanneer we dat dan hebben, te wantrouwen. We zeggen elkaar dan 'redelijk te blijven'. We zijn voortdurend bezig - en we geven het door aan onze kinderen - dat we met het verstand moeten beredeneren. In werkelijkheid doen we dat niet, maar we suggereren het wel. Hoe kun je dan nog met mensen omgaan? Het is een funeste, uitzichtloze zaak. Het enige lichtpunt is, dat de mensen de mogelijkheden om te voelen en lief te hebben altijd behouden. 'Maar op het moment dat het voelen kapot wordt gemaakt, wordt ook het vermogen om lief te hebben kapotgemaakt. We kunnen dan wel zeggen 'we houden van elkaar en dat zal wel waar zijn, maar aan de andere kant zie je, hoe geraffineerd je liefde moet kopen. Ik denk dat er veel meer prostituees zijn dan zij die zich met geld laten betalen. Als ouders, ik net zo goed, tegen hun kinderen zeggen: als je vlug opruimt, ben je lief, dan is dat in feite 'kopen', ik kan het niet anders zien. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat niet meer kan afleren, hoewel ik het probeer. Ik ben er van overtuigd dat dat geestelijke prostitutie is. Dat is onze cultuur. Zo gaan wij in de westerse beschaving met mensen om. Dat is voor mij ook het ziekmakende, als je dat begrip tenminste nog kunt gebruiken. Het is voor mij in ieder geval datgene wat onze cultuur verpest.'

ven vertrouwen, kwaliteiten die steeds verder worden kapotgemaakt en worden overheerst door een streven naar beheersing in de wetenschap. Daarbij is er ook de suggestie dat de wetenschap de menselijke vraagstukken tot een oplossing zou kunnen brengen, terwijl ze in werkelijkheid ontmenselijkt, stukken van mensen afhaalt, hen rubriceert. Prof. Maas besloot zijn toespraak met het volgende fragment uit 'De opkomst van een tegencultuur', dat z.i. concreet weergaf waaraan het schort: 'Blanken hebben zich nooit iets gelegen laten liggen aan land of herten of beren. Als wij, indianen vlees doden, eten we het allemaal op; als we wortels opgraven, maken we kleine gaten. We schudden eikels en denneappels naar beneden, we hakken de bomen niet om. We gebruiken alleen maar dood hout. Maar de blanken ploegen de grond om, trekken bomen uit de grond, maken alles dood. De boom zegt: niet doen, ik heb pijn. Doe me geen pijn. Maar ze hakken hem om en maken hem klein. De geest van het land haat hem. De indianen doen nooit iets pijn, maar de blanken vernielen alles. Ze blazen rotsen op en verstrooien die op de grond. De rots zegt: niet doen, je doet me pijn. Maar de blanken schenken daar geen aandacht aan. Als de indianen rotsen gebruiken, nemen ze kleinere, ronde mee om te koken. Maar hoe kan de geest van de aarde van blanken houden? Overal waar de blanke hem heeft aangeraakt, heeft hij pijn'. Ik denk dat dat weergeeft wat we ook aan elkaar doen: pijn, zonder dat we het merken'.

Wetenschap Prof. Maas zei dat het hem vooral gaat om het voelen en op het gevoel te dur-f)

o

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 117

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's