GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 277

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 277

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Caesar

Biücher

Hlndenburg

begaafdheid en de belangstelling van de jeugd, als het tot nu toe heeft gedaan, dan staat de zaak zo, dat wij vooralsnog ruim voldoende jonge mensen hebben om een Industrialisatieproces door te zetten, maar dan zal de industrie zichzelf vermoorden omdat de industrie de belangstelling van de jonge mensen van de volgende generatie doodt voor wat werkelijk techniek is: de overgave aan de arbeid! Dit is een buitengewoon tragische situatie, alhoewel ik moet zeggen, dat wij voorlopig "materiaal" genoeg hebben.'

Verschillen Het toekomstbeeld dat prof. Waterink schilderde was des te schrijnender, daar hij eerst had vastgesteld, dat relatief 'de technische begaafdheid groter is in eenvoudige leringen dan in die kringen, die op hoger cultureel niveau staan'. De technisch begaafde eenvoudigen hadden alle kans terecht te komen in een industrie die de belangstelling voor techniek doodde. Het verschil tussen enerzijds de psycholoog die individuele verschillen meet met de bedoeling de mogelijkheden van de 'totale mens' rechtte doen wedervarenen anderzijds de maatschappelijke praktijk die zulke verschillen voor iets anders gebruikt, bijvoorbeeld voor het instandhouden van inkomensverschillen of ongelijke kansen op onderwijsgebied, was een van de onderwerpen die VU-magazine aanroerde in het gesprek met drs. Zaal. Deze stelde voorop, dat we zullen moeten leven met het gegeven dat er tussen individuen verschillen bestaan. Ook al zou het gelukken voor ieder een optimale omgeving te creëren, dan zouden daarmee de verschillen niet zijn weggenomen. 'De vraag is, in hoeverre het verschillen zijn die je kunt accepteren. Ower het algemeen meent men, dat wanneer ze te wijten zijn aan verschillen in omgeving, daar iets aan zal moeten worden gedaan. Dat is iets anders dan te menen, dat daarmee die individuele verschillen zouden zijn uitgewist.' De samenhang tussen intelligentie en opleidingskansen was te plaatsen in een geheel waarin de maatschappelijke belangenstrijd een plaats inneemt. In een samenleving waarin zeer ingewikkelde informatie moet worden verwerkt, vooral in het onderwijs, hadden degenen die daarvoor beter waren uitgerust een betere kans op succes dan anderen. 'Dat gegeven op zich lijkt me niet in strijd met de bedoelingen van de psycholoog om de mens in al zijn mogelijkheden tot zijn recht te doen komen. De vraag is opnieuw: wat is verantwoord, billijk en rechtvaardig en wat

Wallensteln

Hannibal

niet. Het is misschien goed in dat verband een tweetal mogelijkheden te noemen waarbij testgegevens niet uitsluitend worden gebruikt om mensen af te wijzen of aan te nemen. Het klassiek testgebruik was gericht op het bepalen van de kans van slagen (of zakken), van geschiktheid of ongeschiktheid. De situatie waaronder de verlangde prestaties moesten worden geleverd, bleef daarbij onveranderd. 'In de eerste benadering die ik wilde noemen, worden de individuele gegevens mede gebruikt om na te gaan welke extra-behandeling, welke aanpassing in de situatie de kans van slagen kunnen verbeteren. Daarmee worden twee bezwaren tegen het "klassiek testgebruik" ondervangen'. 'Verschillen die men aantreft zijn het resultaat van aanleg èn omgeving, waaronder niet-geboden mogelijkheden. Terugvallen op die verschillen betekent voor sommigen het bestendigen van in het verleden opgelopen achterstand en daaraan verbonden ongelijke kansen. In de tweede plaats is er het bezwaar dat lichtvaardig wordt aangenomen, dat verschillen een vaststaand gegeven zijn, waaraan weinig meer te veranderen is.' Drs. Zaal zag een dergelijke ontwikkeling zich langzaam voltrekken, met name in grote bedrijven (herscholings- en trainingscursussen) en vooral in het onderwijs. 'De houding tegenover individuele verschillen en tegenover de psycholoog die ze vaststelt, wordt nog altijd vaak bepaald door het gebruik dat er van wordt gemaakt bij selecties. Dat beeld overheerst bij het grote publiek, het is echter maar één van de gebruiksmogelijkheden.'

Onderwys Het gebruik van individuele verschillen bleef niet beperkt tot het nemen van beslissingen over mensen. In een andere - veel minder bekende - toepassing, aangeduid met 'averechtse diagnostiek', beoordeelde men niet individuen aan de hand van een of ander criterium, maar werd juist dat criterium (schoolprestaties, geschiktheid voor een functie) geanalyseerd op basis van de testgegevens. De psycholoog was in staat bij zulk testgebruik na te gaan of de capaciteiten die men bijvoorbeeld op school wilde ontwikkelen, door de gevraagde prestaties ook werkelijk werden aangesproken. Een ander aspect aan de onderwijskant van de zaak zou moeten zijn, dat belangrijke kennis niet uitsluitend toegankelijk zou moeten zijn voor slechts weinigen, bijvoorbeeld voor de 'probleemoplossers' waarvan al eerder sprake was (overigens was het voor drs. Zaal nog helemaal niet gezegd dat probleemoplossers dezelfden zouden moeten zijn als 23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 277

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's