GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 120

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 120

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met het woord foefje bedoel ik niet iets persoonlijks denigrerends, maar meer dat hij een onbewuste kunstgreep toepast. Ik doel meer op het te kort schieten van de medische wereld. Foudraine vroeg zich in dit verband af, of de medische cultuur hem (de arts) geen denkvormen opdringt, die hem de werkelijkheid die hij tegemoettreedt, dermate doet vertekenen, dat hij niet tot de juiste vraagstelling en evenmin tot de juiste definiëring van de problemen komt. Maar de laatste jaren pogen wij huisartsen steeds vaker iets anders te doen. We weten, dat wanneer de klachten niet in het medische model passen, vaak talrijke problemen ten grondslag liggen aan het 'ziek ervaren' van de patiënt. We trachten dan de klachten te omzeilen en aan de patiënt als het ware zijn problemen te ontfutselen. In een ingewikkeld proces dat Van Lidt de leude zo mooi heeft omschreven als loven en bieden, zet de interactie tussen patiënt en arts zich voort met de bedoeling en in de hoop, dat er op den duur over tastbaarder dingen gesproken kan worden, dan over de vage en ongrijpbare klachten van de patiënt. Wat ons artsen hierbij ontbreekt is een werkmodel.

Klacht 'Om na te gaan of er voor de huisarts geen andere mogelijkheden te vinden zijn, zullen we eerst stil moeten staan bij het vraagstuk van hulp verlenen in het algemeen. Bij iedere hulpverleningsvraag komt de hulpvrager met een klacht of een probleem, waar hij van af hoopt te komen. Hij verwacht dat de hulpverlener hem ervan af zal helpen. Berust het probleem van de helpvrager op een gebrek aan kennis en bezit de hulpverlener deze kennis, of weet hij waar de noodzakelijke kennisbron te vinden is, dan kan de hulpvrager geholpen worden zonder dat de persoon van de hulpvrager op enigerlei wijze in het geding behoeft te komen. Voorbeelden: - iemand heeft behoefte aan woongelegenheid en weet niet waar deze voor een voor hem aanvaardbare prijs te verkrijgen is. - iemand heeft een klacht en hij weet niet, welke ziekte hem deze klacht bezorgt en wat er aan te doen is. Toch komt een hulpvraag in uitsluitend deze zin maar zelden voor. Zelfs bij een uitgesproken ziektebeeld in medische zin, waarbij de patiënt dus kennis komt halen, die hij niet bezit, spelen existentiële belevenissen een rol. De patiënt zit doorgaans niet alleen met de vraag wat het is en wat er aan gedaan moet worden, maar ook wat het voor hem beteke14

nen gaat. Vragen als: 'Ga ik er aan dood'; 'Kan ik mijn normale leven blijven doorleven'; 'hoe griezelig is een operatie', of prozaïscher 'smaken de pillen vies' en 'krijg ik ze gemakkelijk door mijn keel' spelen bij vrijwel ieder geval een rol.

Emotionele problemen Toch zijn dit soort hulpvragen in principe te behandelen volgens het model: 'ik heb de kennis, die jij niet hebt'. Talloze hulpvragen komen echter niet voort uit het gebrek aan kennis. Deze vragen hebben te maken met emotionele problemen van de betrokkene. Hij leeft in (een bepaalde sektor van) zijn leven op een manier die ineffectief is (Carkhuff). Hij is niet in staat dit zelf met de relaties uit zijn omgeving op te lossen. In veel gevallen zijn daarbij de maatschappelijke gegevenheden, waarin hij leeft een grote belemmering bij het oplossen van deze problemen. In dit soort gevallen staat een hulpverlener, die slechts gewapend is met kennis met zijn mond vol tanden. Zijn kennis is geen antwoord op de problemen van de Iiulpvrager. De vraag die aan hem gesteld wordt is in feite niet de vraag wat heb ik, maar van hoe los ik het op. Maatschappelijk werkers en psychotherapeuten worden vooral met deze 'hoevraag' gekonfronteerd en zij hebben geleidelijk aan geleerd om een ander soort hulpverlening toe te passen dan in de medische wereld gebruikelijk is.

Hulpverlener Bij deze wijze van hulpverlening gaat het er niet zozeer om dat de hulpverlener achter het probleem van de hulpvrager komt en er wat mee gaat doen, maar dat hij zich zodanig opstelt, dat juist de hulpvrager zelf zijn problemen gaat ontdekken en anders gaat handelen dan tot nu toe. Het model weter - niet-weter is hierbij geheel verlaten en de hulpverlener is iemand geworden, die door zijn persoon en zijn gedrag in de interactie met de hulpverlener deze in staat stelt zichzelf te exploreren en te veranderen om zo zichzelf te helpen'. Wij keren terug naar het spreekuur. De patiënt komt dus met een klacht als uiting van zijn ziek of mogelijk ziek zijn. De arts begint dan niet bij de ervaring, maar bij het ziektemodel, dat hij tot nu toe geleerd heeft. Hij luistert dus gefilterd naar de patiënt. Hij luistert of hij die dingen hoort, die voor dit ziektemodel van belang kunnen zijn. Hij moet dit o0k wel doen, omdat dit de methode

bij uitstek is om ziekten (in medische zin) op het spoor te komen. De vraag is echter of dit het enige is dat hij doen moet en of dit het eerste moet zijn: het luisteren naar de patiënt vanuit zijn ziektemodel. Door primair zo te werken, gaat de arts er impliciet vanuit, dat de patiënt voor een ziekte komt. Zijn werkwijze is er min of meer op gebouwd dat hij dit volhoudt, totdat het tegendeel bewezen is. Wie op het spreekuur komt niet voor een medische aandoening, of niet in de eerste plaats voor een ziekte in medische zin, wordt op deze wijze miskend. En ook dit laatste komt veel voor: het aanbieden van een ziekte, maar het komen voor iets anders. We hoeven maar aan de begrippen 'deurknopfenomeen' en 'the child as presenting symptom' te denken. De huisarts weet echter niet, waar de patiënt mee komt en de patiënt zelf doorgaans ook niet. Daarom hebben vragen, zoals we die vanuit de anamnese (voorgeschiedenis van een ziekte) gewend zijn, meestal weinig zin, ook al breiden we die uit in de richting van zgn. psychosociale anamnese.

Vanuit patiënt Dit maakt het zo wenselijk, dat we overgaan op een ander soort benadering van de patiënt in de zin van: ik weet niet waarvoor je komt, jij weet het niet, laten we er samen proberen achter te komen. Dit betekent in feite, dat de huisarts moet overgaan tot een client-centred (vanuit de patiënt) benadering i.p.v. de gebruikelijke ziekte gerichte benadering. Dit doet hij dan niet om op iedere patiënt een soort psychotherapie toe te passen, zoals vaak ten onrechte wordt verondersteld, maar om de patiënt te helpen de juiste vraag te stellen. Op het eerste gezicht lijkt het een paradox. De patiënt gaat met zijn klacht naar de arts als deskundige, als weter. En deze arts stelt zich op als 'niet-weter'. Maar het is een schijnparadox, die voortkomt uit het medische ziektemodel. De arts is slechts een 'deel-weter' en de patiënt is de enige, die de mogelijkheid in zich heeft om achter zijn persoonlijk ziek-ervaren te komen. Pas als dit helder is, zal de arts met vrucht zijn functie als weter kunnen waarmaken en dit ook veel duidelijker tegenover de patiënt kunnen stellen. Twee voorbeelden: Een man wordt met een taxi naar het huis van de dokter gebracht en komt de spreekkamer binnen met heftige pijn midden op de borst. Wanneer de arts niet vraagt, maar zich met de patiënt inleeft in deze situatie, blijkt al

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 120

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's