GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1984 - pagina 442

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1984 - pagina 442

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit de Hortus

Oleander door Daan Smit ,, Luistert naar mij vrome zonen, en rijst op als rozen die groeien aan de waterstroom." Ecclesiasticus (Jezus Sirach, 39:13-14) Met de,,rozen die groeien aan de waterstroom" uit bovenstaand citaat wordt volgenssommigen een wilgensoort bedoeld, volgens anderen zou dit de oleander (Nerium oleander) moeten zijn. Deze verwisseling zou het gevolg kunnen zijn dat niet bloeiende oleanderstruiken van verre veel gelijkenis vertonen met wilgen. Voorzover is na te gaan wordt er slechts in de Apocrieten van de oleander gewas gemaakt. De altijd groene tot ± 3 m hoog wordende oleander, die algemeen voorkomt in landen rond de Middellandse Zee, voelt zich evenals de wilg het best thuis langs rivieren, waar ze vaak in ogenschijnlijk droge beddingen, op enige diepte ruim voldoende water vinden om zich goed te ontwikkelen. In het Heilige Land zijn ze dan ook overvloedig te vinden langs de oevers van de Jordaan, het meer van Galilea en Tiberias, in Samaria en rond de Dode Zee alsook langs andere stromen, stroompjes en bij waterputten. Dit houtachtige gewas behoorttotdemaagdepaimachtigen (Apocynaceae) en is voorde meesten onder onsgeen onbekende. Velen nemen stekjes mee, als aandenken aan een vakantie in Mediterrane streken. Omdat ze het in die gebieden alstuinplantzo goed doen, is er op het gebied van de veredeling, met name als het gaat om de veelal welriekende bloemen, die in eind-

360

standige tuilen staan, veel aandacht besteed. Zozijn ervormen metrose, rode, witte en zelfs gele bloemen, die in diametervariëren van 2 tot 5 cm en op hun beurtenkel dan welgevuld kunnen zijn. De leerachtige in kransen van drie staande bladeren, zijn langwerpig van vorm en vertonen weinig variatie. Erzijn echtergedrongen selecties bekend met veel kleinere bladeren, evenals wit-en goudbonte vormen. Alle delen van de plant, in het bijzonder het kleurloze melksapdatvrijkomtnahet afbreken van het blad of bij hetdoorsnijden vaneen stengel, zijn uiterst giftig. Het is dus oppassen dat het b.v. tijdenshetsnoeien niet in wondjes, in de mond of ogen komt! in hun natuurlijke groeigebieden-, worden ook veelvuldig vruchten gevormd. Het zijn langwerpige dubbele kokervruchten, die harige zaden bevatten en na het openspringen, aan heteind van de zomer, door de wind worden verspreid. Cultuur Omdat er over het algemeen uitsluitend selecties worden gekweekt, is het raadzaam a priori te kiezen voor de vegatatieve vermenigvuldig ingsmethode (via stek) boven een generatieve (via zaad) voortplanting. Hoe eenvoudig hetook d.m.v. zaad zou gaan, het uiteindelijke resultaat is en blijft een verrassing, daar van tevoren nooit met zekerheid is vast te stellen hoe o.m. degroei en bloeibaarheid van de zaailingen zal zijn. Om daar nu zeker van te zijn is het beter uit te gaan van stekmateriaal van planten waarvan we zeker weten datzemooien rijk bloeien. Zowel top- als tussenstek

komtvoorditdoel in aanmerking. Een lengte van ± 15 cm van de verschillende soorten stekken is reeds voldoende. Het bewortelen zonder groeistoffen in een glas water, dan wel direct gestoken in een potje metvochtige turfmolm, geeft vanaf april t / m augustus vrijwel gelijkwaardige resultaten. Heeft goede beworteling plaatsgevonden dan kunnen de jonge planten worden opgepot in een 5 cm rond potje. In een voedzaam grondmengsel dieo.m. kan bestaan uitgelijke delen bladgrond, oude-goedverteerde koemesten klei, zullen ze zich uitstekend ontwikkelen. Tijdens de groeiperiode is het zaak ze veelvuldig te begieten en zeker om de 2 weken bij te voeden met kunstmest. Vanaf half mei tot half oktober doen we ergoed aan de oleander planten buiten in de tuin of op het balkon te zetten. Op een warme zonovergoten plaatszullen ze u dan — mits ze steeds voldoende wateren voeding krijgen — belonen meteen rijke bloei. Om de groei te stimuleren is het zaak ze regelmatig te verpotten. In sommige gevallen zullen we — bij hetgroterworden

van de planten — onze toevlucht moeten nemen met grote plastic emmers of plastic containers, waarbij het aanbrengen van gaten in de bodem t.b.v. de afvoer van het overtollige gietwater, niet moet worden vergeten. Te grote planten kunnen zonder nadelige gevolgen in het najaarflinkworden teruggesnoeid. De overwintering kan het best op een koele plaats (5 °C) plaats geschieden. Mits de potkiuit aan de droge kant wordt gehouden, stellen ze weinig lichteisen, om reden datdegroeitoch stilstaat. In hetvoorjaar (maart-april) kan dan weer verpot of verkuipt worden. Te droge, warme lucht bevordert aantastingen door schild, dop-en wolluis evenals die van spint. Dit is o.m. te voorkomen doorde gehele plant regelmatig met koud water af te sproeien en in geval van dop- en andere luis, deze met behulp van een watje gedrenkt in brandspiritus, één voor één te verwijderen. Deze handeling een 3-tal keren om de 14 dagen herhalen om zodoende de nakomelingen geen kanste geven zich alsnog te vestigen.

Nerium oleander

vu-Magazine 13(1984) 9 oktober 1 £

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's

VU Magazine 1984 - pagina 442

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's