GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1990 - pagina 437

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1990 - pagina 437

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Samenstelling: Johan de Koning

Straling Wie eens heeft blootgestaan aan nucleaire straling, hoeft daar niet tot in het derde geslacht de gevolgen van te ondervinden. Met andere woorden: de gevolgen zijn waarschijnlijk niet erfelijk. Tot nog toe heeft men vaak gedacht dat dat wel het geval is. Voor Japanners die overwegen in het huwelijksbootje te stappen, is dat zelfs vaak een reden om een privédetective in te schakelen, die moet uitzoeken of de aanstaande partner niet toevallig een nakomeling is van een atoomslachtoffer. Zoals bekend werden er na de Amerikaanse atoombommen op Hiroshima en Nagasaki veel kinderen geboren met bepaalde afwijkingen, zoals zwakzinnigheid, een soort epilepsie en concentratiestoornissen. Het maandblad Iota legt uit dat deze afwijkingen waarschijnlijk zijn veroorzaakt doordat de migratie van hersencellen in het embryo verstoord is. Als een embryo acht tot vijftien weken oud is verhuizen dieper gelegen cellen van de op dat moment ontstane neurale buis naar het hersenoppervlak, alwaar ze de cortex vormen. De gevolgen die door de verstoring van dit proces 38

ontstaan, worden in de publieke opinie vaak verward met erfelijke afwijkingen. Weliswaar blijkt uit dierproeven dat straling erfelijke gevolgen kan hebben, maar grootschalig onderzoek onder nazaten van de bestraalde Japanners toont aan dat deze kinderen gemiddeld niet meer aangeboren afwijkingen hebben dan normaal. Wellicht hebben mensen effectievere reparatiemogelijkheden tot hun beschikking, waardoor de schade voor het nageslacht beperkt blijft.

Maagzuur Omeprazol helpt. Mensen die als gevolg van brandend maagzuur lijden aan chronische slokdarmontstekingen, doen er goed aan dit nieuwe medicijn te slikken. Het maagzuur wordt er fors door onderdrukt en zelfs zeer ernstige slokdarmontstekingen blijken in meer dan negentig procent van de gevallen te genezen. Aldus Elly Klinkenberg-Knol, die bij 112 patiënten onderzoek deed en op 14 september aan de Vrije Universiteit promoveerde op haar conclusies. De medische benaming van de kwaal is refluxziekte. Ze wordt veroorzaakt door het slecht functioneren van de sluitspier die zich tussen maag en slokdarm bevindt. Een deel van de meestal zure maaginhoud (de reflux) komt terug in de slokdarm en veroorzaakt daar irritatie en ontstekingen. Omeprazol remt de produktie van maagzuur. De belangrijkste vraag was of er op lange termijn schadelijke bijwerkingen ontstaan. Want bij ratten veroorzaakt een sterke onder-

drukking van de maagzuurproduktie een stijging van het zuurvormend hormoon gastrine, dat na verloop van tijd leidt tot woekering van bepaalde maagcellen. Gelukkig is dat bij mensen niet het geval. Na meer dan vier jaar continue behandeling van patiënten met omeprazol, concludeert Klinkenberg-Knol dat er geen enkele bijwerking is.

Koesteren Lesbische vrouwen zijn minstens zo tevreden over hun relaties als heteroseksuele mannen en vrouwen. Dat blijkt uit het proefschrift van de Utrechtse psychologe Karlein Schreurs, die op 14 september promoveerde. Ze vroeg 119 lesbische en 50 heteroparen naar de mate van verbondenheid

en zelfstandigheid (autonomie). Wat bleek? In lesbische relaties is veel verbondenheid aanwezig. Volgens de onderzoekster, die misschien weleens iets van L.B. Rubin heeft gelezen, komt dat doordat vrouwen zich niet zoals jongens hoefden los te rukken van de eerste liefdesband met hun moeder. Ook kunnnen vrouwen in lesbische relaties hun zelfstandigheid voldoende behouden. In heterorelaties ontstaat op dit punt weleens wrijving, omdat mannen, volgens Schreurs, ontevreden raken zodra ieder zijn eigen gang gaat, terwijl vrouwen daar juist prijs op stellen. Geen zorgen dus, over lesbische vrouwen. Maar heerste er eigenlijk wel ongerustheid? Nooit iets van gemerkt. Wel van het wijdverbreide idee dat er in lesbische relaties altijd wel een 'mannetje' en een 'vrouwtje' zijn. Is niet waar, concludeert

Schreurs: "Koesteren en gekoesterd worden, financieel ondersteunen en economisch afhankelijk zijn, initiatief nemen op seksueel gebied of afwachten, bij lesbische vrouwen lijkt dat gelijk verdeeld te zijn." Volgende vraag: is dat niet wat saai?

Het woord 'vrouw' komt in het persbericht over de promotie niet voor. Wel 'huishoudelijke echtgenoot' en - bij samenwoning - 'huishoudelijke partner'. Deze staat dus na de scheiding vaak met lege handen. En al wil Duivendij k niet dat de bedoelde man of vrouw straks voor ieder wisseAfwassen, stofzuigen en wasje de rekening gaat onkruid wieden blijven presenteren, enige aanpasgratis. Althans binnen het sing van de rechtspraktijk huwelijk of de samenwovindt ze wel gewenst. ning. Als de relatie op de Als er sprake is geweest klippen loopt, kunnen de van huwelijkse voorwaarpartners elkaar niet voor dit soort activiteiten de re- den, dan zou de 'huishoudelijke echtgenoot' toch kening aanbieden. Tot een deel van de spaarcendeze slotsom komt de juriste dr. J. van Duivendijk- tjes moeten kunnen krijgen. Als de partners Brand in het proefschrift waarop zij onlangs aan de slechts hebben samengewoond, dan zou een beRijksuniversiteit Leiden drag voor herinrichtingspromoveerde. De intrikosten kunnen worden gerende titel luidt: 'Ontoegekend. genoemde vermogensver-

Levenspartners

Illustratie Aad Meijer

VU-MAGAZINE—NOVEMBER 1990

schuivingen tussen levenspartners bezien in het licht van beëindiging van de relatie'.

VU-MAGAZINE—NOVEMBER 1990

Doorberekenen Een goede manier om de negatieve gevolgen van het autoverkeer terug te dringen, is ze door te berekenen aan de automobilist. Dat zei de nieuwe hoogleraar vervoerseconomie prof.dr. P. Rietveld in zijn inaugurele rede aan de Vrije Universiteit. De werkelijke kosten van het automobihsme hggen volgens hem veel hoger dan de toch alflinkebedragen die automobilisten uitgeven. Denk maar aan de gevolgen voor het miHeu, lawaaioverlast,filesen verkeersongevallen. De kans dat men een ander betrekt in een eventueel dodelijk verkeersongeval zou volgens de econoom bijvoorbeeld kunnen worden uitgedrukt in een dubbeltje per kilometer. Tot nog toe draaien sociale verzekeringen, zoals de WAO en de ziektewet, er grotendeels voor op. Het afschaffen van het reiskostenforfait, de invoering van rekeningrijden of spitsvignetten en het aanscherpen van milieunormen, het zijn stuk voor stuk maatregelen die uitstekend passen binnen Rietvelds benadering. De prijs van de mobiliteit moet volgens hem omhoog. En die verhoging zou overigens niet alleen moeten gelden voor de automobihst, maar ook voor de gebruiker van het openbaar vervoer. Toch is Rietveld het openbaar vervoer gunstiger gezind dan de auto. De opbrengst van de prijsverhoging zou volgens hem niet zonder meer moeten worden besteed aan de aanleg van wegen of de bouw van tunnels. Hij denkt eerder aan een verbetering van de kwaliteit van het openbaar ver-

voer of een algemene belastingverlaging.

Janus Iedereen heeft tegenwoordig de mond vol van afvalpreventie, maar elk verstaat er iets anders onder. Zo denken veel mensen dat het gescheiden ophalen van afval een vorm van afvalpreventie is. Maar helaas wordt de hoeveelheid afval er geen meter minder door. De onlangs in Delft gepromoveerde dr. J.C. van Weenen, concludeert dat de babylonische spraakverwarring rond afvalpreventie een succesvolle invoering ervan in de weg staat. En dat is jammer, want daardoor blijven bedrijven hardnekkig vasthouden aan end of the /7z)7e-oplossingen. IJverig plaatst men luchtfilters en richt men zuiveringssystemen in, om tegemoet te komen aan de door de overheid gestelde normen voor de uitstoot. Terwijl dit volgens Van Weenen ook voor de producent onnodig dure oplossingen zijn. Bij een goede afvalpreventie zou het hele produktieproces moeten worden betrokken, vanaf de winning van grondstoffen tot en met de afbraak van de geconsumeerde produkten. En in iedere fase zou men zowel voor- als achteruit moeten kijken, speurend naar mogelijkheden voor afvalpreventie. Janus, de Romeinse god met de twee gezichten, zou daarbij als patroon moeten gelden. Hij zou heel wat opmerkelijks te zien krijgen, want volgens Van Weenen hebben veel bedrijven momenteel geen goed beeld van hun eigen produktieproces. 39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1990 - pagina 437

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's