Huiswerk

Op de Jaarvergadering van de Vereeniging van Onderwijzend Personeel aan Protestantsch Christelijke Kweekscholen kwam de kwestie van het huiswerk aan de orde. Dat was een goede greep van het Bestuur. Als de scholen weer rustig gewerkt hebben van begin September tot einde December, als dan juist het Kerstrapport aan de leerlingen is uitgereikt, heeft men op bijna alle scholen klachten over te veel huiswerk moeten hooren. Vooral de meisjes, die behalve de gewone vakken ook nog de Nuttige Handwerken hebben te verzorgen, krijgen het te kwaad. De Hoofdinspecteur Brants, die mede op de vergadering aanwezig was en zich in de discussie mengde, was van oordeel, dat do Kweekscholen in het werk, dat ze van de leerlingen vragen, over de grens gaan. Het is wel eens aangenaam, een dergelijke uitspraak uit de mond van iemand, die zoo nauw met heel wat Kweekscholen in aanraking komt, te hooren. We moeten immers ook wel eens hooren, dat nu de Kweekscholen eigen examens hebben, het peil van het onderwijs heel wat gedaald is, wat dan zou blijken uit het feit, dat het staatsexamen heel wat moeilijker zou zijn dan het eindexamen.
Maar aan het woord van den heer Brants is ook een heel onaangename kant. Het is geen geringe beschuldiging aan het adres van leeraren, dat ze te veel van hun leerlingen vergen, wat dan vaak later pas aan de dag komt in zenuwoverspanning, enz. Ook de inleider, de heer Strikwerda, kwam met cijfers van schooluren en huiswerkuren, die de vraag doen rijzen, of de jonge menschen ook nog wel uren overhouden voor een behoorlijke slaap en de noodzakelijke ontspanning.
Men dient zich in dezen voor overdrijving te wachten. Men kan inderdaad te veel van de jonge menschen vragen. Ofschoon er ook een ander uiterste is, n.l. dat men van de meening uitgaat, dat onze opgroeiende schooljeugd toch vooral thuis niets meer te doen moet hebben. De schooluren zouden dan reeds voldoende zijn, om de noodige kennis aan te brengen. De vrije uren, de vrije middagen moeten dan besteed worden voor spel en sport, voor liefhebberijen en vrije lectuur. Nu zal niemand bezwaar hebben tegen wat vrije uren voor de groeiende lichamen, de rijpende geesten. Er moet wat tijd overblijven voor het gaan in een eigen gekozen richting, maar alle uren, die buiten de school vallen, kunnen daarvoor niet opgevraagd worden. Dan vergeet men al te veel, dat niet allen hun tijd goed weten te besteden. Krijgt het voetbalveld dan niet te veel tijd en aandacht? Zeker mag het in het algemeen van belang geoordeeld worden, dat jonge menschen leeren werken, hun tijd bezet hebben, ook thuis zuinig op hun uren leeren worden. Wanneer men er bang voor gaat worden, dat jongelui het flink druk hebben, krijgt men niet veel meer gedaan. Mij is een school bekend, waar men maar weinig huiswerk durft op te geven en om dat nog afgedaan te krijgen, blijven de leerlingen het maar gauw in school maken, onder toezicht van de leeraren. Van zelfstandig werken komt zoo natuurlijk niets terecht, van inspanning, training van de wil, taaiheid valt geen sprake. Men kweekt een slap geslacht, dat voor de toekomst niet veel goeds belooft.
Op bovengenoemde vergadering bleek ook nog, dat er dikwijls een groot bezwaar verbonden is aan de proefwerken, vooral zoo tegen de tijd, dat er een rapport gegeven moet worden. Dan hoopt het werk zich op en de jongelui werken halvenachten. Zoo iets gaat niet en de resultaten van zulk werk moeten teleurstellen. Daarom valt te overwegen de repetities meer regelmatig over de kwartalen te verdeelen. Een belangrijk ding is ook, dat de opgegeven lessen worden overhoord. Wie maar doorgaat met bespreken of dicteeren en dan voor het rapport eens even moet onderzoeken, of de zaak er wel inzit, bezorgt de jongelui bange dagen en zichzelf teleurstellingen, 't Is ook niet altijd billijk, het rapportcijfer te bepalen naar een enkel repetitie-cijfer. Zoo iets weten de jongelui handig aan te voeren, wanneer vader dat ééne cijfer toch wel wat al te laag vindt.
Ik noem er vader bij, want inderdaad hebben we hier een vruchtbaar terrein voor de samenwerking tusschen huis en school. Die twee mogen ook bij het voortgezet onderwijs geen vreemden van elkander zijn. Onderlinge waardeering en eendrachtige samenwerking verdubbelt het resultaat van het werk. De zaak blijft in de Vereeniging van Kweekschoolpersoneel aan de orde. Een volgend jaar wordt er weer over gesproken.
De zaak moet ook in de huisgezinnen aan de orde blijven. In 't algemeen willen de ouders wel, dat de kinderen ook 's avonds wat te doen hebben. Een jeugd in ledigheid doorgebracht, dat zien we wel, levert niet veel goeds. Maar tegen alle overdrijving, tegen afbeulen, om eens een zwaar woord te gebruiken, moet worden gewaakt.

Gr. G. MEIMA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen