Voor Kinderen.
IN GOEDE HANDEN. XLI. Zoo had de Heere zijn genade en liefde aan L Geertje verheerlijkt, haar uit de booze wereld E getrokken en overgezet in het ^koninkrijk van V den Zoon der liefde. Dat is altijd een heerlijke W b en wondere gebeu ...
Voor Kinderen.
DE AMERIKAANSCHE LEEUW. III. fSlat.J Wanneer de poema zich aan bloed verzadigd heeft, zoo schijnt hij als 't ware daarvan dronken of althans bedwelmd te worden; hij loopt niet ver meer, maar valt neer en slaapt in.'t Is gelukk ...
Voor Kinderen.
DE WAGENMAKER. II. WAT DE RAADSHEER VERTELDE. „En wat zei men daarop? " vroeg Klaus, „Wel, verscheiden rijkssteden en vorsten uit het noorden vielen ons bij, maar de geestelijke heeren en vorste ...
Voor Kinderen.
EEM TROUWE GETUIGE. XVIII. (Slot). GETROUW TOT IN DEN DOOD. Doch had Lupetino nog op den Raad van Venetië gehoopt, ook dat zou hem ontnomen worden.Zijn laatste verhoor was afgeloopen. Aan het ei ...
Voor Kinderen.
WIE WAS RIJK? I. Nu bijna honderd jaar geleden woonde in een kleine stad een jonkman van een jaar of achttien. Hij had in zijn jeugd weinig of niets geleerd, en kon dus later ook weinig verdienen. Dit verdroot hem zeer, daar zijn grootste lust was veel te be ...
Voor Kinderen.
WIE WAS RIJK? II. (Slot: )Eenige jaren na dezen vrek stierf in een zeer groote stad een man, die geen schatten naliet, maar slechts een kleine som gelds en een aantal boeken.Toen die man nog een jongeling was, had hij ook een sterke begeerte. Hij was door Gods genade reeds vr ...
Voor Kinderen.
VOOR WEETGRAGE LEZERS. WAT OOK NOODIG IS. Zooals we reeds zagen, is het, wil men over iets naar behooren spreken of schrijven, noodig, zijn gedachten wel te verdeelen, zóó, dat het een geregeld op of ook uit het ander volge.Ge ...
Voor Kinderen.
TOCH BETAALD. II. (Slot) Nu bestelde onze vriend wat hij wenschte, schikte zich, terwijl de vrouw weer afdaalde, zoo goed mogelijk in zijn lot, en na een half uur stonden emdelijk spijs en drank, meer dan genoeg, op tafel. De vrouw h ...
Voor Kinderen.
MENSCHEN EN BLOEMEN. VI. Menschen en bloemen behooren bij elkaar. Vandaar dan ook dat er zoo weinig menschen zijn, die met bloemen niet op hebben, en zoo velen die er zich in verlustigen, al is 't dan ook niet met zulk een liefde als ...
Voor Kinderen.
MEDELIJDEN. IV. Tot het gezin van den gevangenbewaarder behoorde ook een dochter, een vriendelijk, goedhartig meisje. Zij had haar vader meermalen over den gevangen graaf hooren spreken, en deze laatste al vast gezien, al ging dit st ...