Voor Kinderen.
VELERLEI GENOEGEN. XX. Trompetgeschal weerklonk, en een oogenblik later verscheen een man, die een paar groote gordijnen wegschoof, zoodat men 't gezicht kreeg op een soort van tooneel, waarom en waarop allerlei poppen en figuren sto ...
Voor Kinderen.
EEN ONGEWENSCHT BEZOEK. XXI. Op een morgen zat Geertje tegen acht uur te ontbijten aan de weivoorziene tafel, waarop een groote koffijkan prijkte — men dronk toen alleen 'smiddags thee — in den vorm van een ronden toren op een voetst ...
Voor Kinderen.
EEN VERKEERDE WEG. XXII. Eenige maanden had Geertje bij de juffrouw gediend. Zij had ervaren, dat de juffrouw, die niet „fijn" was, wel eens heel grof kon wezen. B.v. als 't geld voor de winkel waar niet juist uitkwam, als er een boo ...
Voor Kinderen.
EEN ONGEVAL. XXIII. Het werkwoord „doen", en vooral zijn verleden deelwoord „gedaan", heeft in onze taal zooveel beteekenissen, dat het de moeite zou loonea die eens op te schrijven. Wie er lust toe heeft Mag het dan gerust eens inze ...
Voor Kinderen.
HET NASPEL. XXIV. Een poosje later kwam Geertje in den winkel terug, komfoorloos natuurlijk, en niet zonder vrees voor 'tgeen volgen zou. 't Duurde dan ook niet lang of de juffer vroeg, waar het aan 't meisje toevertrouwde voorwerp v ...
Voor Kinderen.
AAN HET MEER. XXV. Wat nu te beginnen? Een oogenklik kwam bij 't meisje de gedachte.op naar den koster terug te keeren, die altijd goed voor haar was geweest, en haar zeker nu ook niet afwijzen zou. Doch haar trots kwam daar tegen op ...
Voor Kinderen.
IN HET NIEUWE HUIS. XXVI. Nog niet lang was Geertje in haar nieuwen dienst, of zij wist dat het hier een vreemde huishouding was.De kapitein, die het hoofd des huizes was en een man van vrij hooge jaren, maar nog gezond en kra ...
Voor Kinderen.
PASCHEN. Gij komt, o feestdag der verrijzenis. Weer, ieder jaar, met 't harpgezang: Hij leeft Die dood en hel in bond verwonnen heeft, Die beeld en nand des nieuwen levens is. Meer heerlijk dan deez dag de lentezon!Des menschen zoon, thans krachtiglijk Gods ...
Voor Kinderen
EEN BEZOEKER, XXVII. Op een donkeren herfstavond, terwijl het motregende, en er buiten geen geluid vernomen werd, hoorde Geertje, die ter ruste wilde gaan, den wachthond, die dicht bij 't huis vastlag, plotseling aanslaan. Nieuwsgierig luisterde zij, en vern ...
Voor Kinderen.
WEERGEVONDEN. XXVIII. Gij begrijpt uit alles, vrienden, hoe 't niet te verwonderen was, dat ook de knecht eenige voorzorgen nam, en zoo wijs was niet in den donker den eerste den beste maar binnen te laten, die allicht afspraak kon h ...