Het calvinisme en de kunst - pagina 60
58 apte accomodaretur alicui, sicut pars corporis ad universum suum, aut calceamentum ad pedem, et similia. Gonf. 1. V c 13. Na zijn bekeering echter is alle schoonheid in het schepsel daaruit te verklaren, dat het schepselen Gods zijn: nulla essent, nisi essent abs Te. Gonf. 1. V. c. 9. In een b ...
Het calvinisme en de kunst - pagina 65
63 èastvo'J ct,7roXy.viTC.t T^I; 'K0y,i(rrii>ivoi; QsPTitroi; Si:i(iXyiBévTcit; é^ ov rifiZcri TOV XOIVOV ccTTxvrav ©f'v, nyJi Six, TOVTO È^eAaS'sWa; uzi rtj? rov Bx(r'tXii)g sivUxi; èy.TrécrovTX,!;;waar duidelijk gedoeld wordt op de g o d d e l i j k e s c h o o n h e i d van Hephestio ...
Het calvinisme en de kunst - pagina 80
78 nere groep, die wy er ten onzent van bezitten, doet vaak een eenzijdig oordeel vellen ovei- zijn kunst. ^') Zie voor Calvijns opinie aanteekening n". 51 en voor de meening onzer puriteinen, wat Voetius oordeelde. Zie aant. n". 10. Dat ons tegenwoordig tooneel geheel ontrouw aan wat het zijn mo ...
De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor de gemeente des levenden Gods - pagina 65
(51 gis deed en dat het toevallig zoo uitkwam, is ze dan niet verachtelijk een schriftuur, die u daai'in Gods majesteit wil doen aanbidden ? ''•") RoTHE, o. 1. p . 286, „Der walire Stand der Saclie ist mitliin dieser : die Verkiindigung k e i n e s e i n z e l n e n A p o s t e l s i s t s c h l ...
Het calvinisme en de kunst - pagina 86
SiIn zijn S i n no- of JVIinne b e e l d en neemt hij toch den mensch o n d e r s c h e i d e n l i j k ; Eerst gelijk hij u i t zijn n a t u u r is; dan gelijk hij door de algem e e n e genade is; en eerst daarna gelijk hij door de b i j z o n d e r e genade wordt. „Ten derde," zoo schrijft hij ...
Het calvinisme en de kunst - pagina 84
82 den Standpunct des asthetischen Urtheils stellt." Hegel daarentegen kiest voor de Poëzie; ook Kant, K r i l i k der U r t h e i l s k r a f t . Leipzig 1838. p. 200: „Unter alle behauptet der Dichtkunst (die fast giinzlich dem Genie ihren Ursprung verdankt) den Obersten Rang." "") Zie over Mil ...
Het calvinisme en de kunst - pagina 58
56 '89 avcc l ' h é r é d i t é du crime" o. 1. p- 11. Een criüek onzerzijds, die ons echter in het minst niet belet Mr. van Swinderens critiek op de pantheïstische rechtsvoorstelling onzer Duitsche naburen hoogelijk te waardeeren. ") Men mag noch aan de oude Christenen, noch aan het geslacht der ...
Het calvinisme en de kunst - pagina 87
85 wat zwart is, bij Bilderdijk voor ons wit Alleen vragen we dit. Wie, klein van vang en kracht, nooit den bergstroom geroken heeft, en geen ander varen kent dan in een op zijn best gerimpeld vlietje, werpe in ingebeeldheid van eigen deugd geen steen op den reusachtigen worstelaar, wiens zonde n ...
Het calvinisme en de kunst - pagina 63
61 strijdt. Bijna waar zegt hij blz. 76: „Gemahnt es uns nicht beim Anblick des Schonen und bei wahrhaft gehobener Stimmung, alsob man die Gottheit selbst schauen müsste, wenn dieser letzte Schleier fiele". Toch is hijzelf, tegen zijn bedoeling ongetwijfeld Pantheïst. Hij stelt een eeuwigheid der ...
Het calvinisme en de kunst - pagina 70
68 als het begrip „God'' voor uitleg vatbaar was, zoudt ge dus deze begripsontieding oolc op het afgeleide begrip van het schoone kunnen overbrengen. Nu niet. Het selioone wordt gehoord, gezien, gevoeld, genoten, bewonderd, maar als ge erover redenecren gaat, toog er reeds een wasem tusschen u en ...