Filteren
van 166
Johannes Maccovius - pagina 399
HS7Deo debitum, creaturis, quovis praetextu communicant." ^) En dit nu zoo zijnde, laat het zich volkomen begrijpen, aan Voetius schreef, naar aanleiding van diens Diatribe, „Sententiam illam praefero, quam tueris." dathijEnGoMARus, de leermeester van Voetius, schreef ...
Johannes Maccovius - pagina 398
specificative, siveforraale, perqmasumatur reduplicative, qiiomodo obiectum explicari solitum; denotat; quandoqiüdemMediator formali suo conceptudicitpersonara excellentiaeincreatae, de cuius essentiali maiestate nihil per oecono-micam minor ...
Johannes Maccovius - pagina 400
ut credatur, quomodo Christo mediatori communicatus sit honor adorationis, an secundum naturam divinam, an secundum naturam humanam, an secundum utramque." (p. 521). Hiertegen komt Voetius nu op.Wehebben wel precieste onderscheiden. En daarom zal hij beginnen met een „Examen ...
Johannes Maccovius - pagina 402
390—alzoo dat de terminus nltimus adorationis toch naturae weer de Deitas Christi is. (p. 527). En Voetius kan dan ook niet anders zeggen dan: „Gloriam autem pure divinam Christo diintaxat tribui, qua Deus est."kanaan Christus(p. 528).Degoddelijke ...
Johannes Maccovius - pagina 401
389Enwaarschuwt Voetius: „Quod si quis syncategoremata illa ad quascnnque causas et rationes extendat qnae cum rebus non reciprocentur, putamus subiecti."(p.523).diescommittere." En dit leidt in het onderhavig onderzoek van de vraag of Christus qtia Media ...
Johannes Maccovius - pagina 403
391aan de Socinianen worden toegegeven dat er twee Goden waren, waarvan één de hoogste en de ander onder1**.geschikt was. 2".aan de Remonstranten niet langer verweten kunnen ze eene „duplex religiosa adoratio Christi sedworden datinaequalis" leerden.aan d ...
Johannes Maccovius - pagina 404
392onomwonden hebben verklaard, dat de Christus Mediator, qua Mediator, noch adorabilis, noch aan, die duidelijk enadorandusZanchius, Carïwrigtus, Smiglecius, Suarez, Grau-is.Camero en de Professores Leidenses van dewERus, Pareus,Censura worden all ...
Johannes Maccovius - pagina 406
394:non habenclam, imprimisnihiloticos." (p.inter eruditos et scholas-5M— 548).Quod adYoetius er op dat als oorzaken der dwalingen in zake deze Controvers aan te geven zijn 1. Ignorantia, confusio et abasus terminorum. 2. Maturatio status d wijst ...
Johannes Maccovius - pagina 407
395We behandelden de Polemiek tnssclien Amesius en Maccovius. Maar toch konden we daarom ons niet uitslui-nooclig.tend tot die twee bepalen. De twist te Franeker begonnen is niet te Franeker geëindigd, maar werd naar Leiden overgebracht, en van daar naar Utrecht verplaatst. H ...
Johannes Maccovius - pagina 405
393Met derlijkwordt Maccovius. Maar wel wordt afzonnaar zijne werken verwezen en dienaangaande er geciteerdgevoegd: „ubi obiectiones dissolvit." (p. 537—540). Quod ad b wordt uiteengezet dat de oorsprong van dezen twist is te danken aan de Roomschen, die de natura humana van ...
van 166
