Van de kennisse Gods - pagina 291
.DE ONEINDIGHEID GODS.289zit, dan is zijn hoofd boven, zijn rug bevindt zich tegen de leuning, hij zit op het kussen, zijn voeten rusten op den grond. Zoo bestaat hij plaatselijk, maar op elke plaats is zijn lichaam slechts voor een bepaald deel. Maar in God isstoel ...
Van de kennisse Gods - pagina 292
;DE DEUGDEN GODS.2QOGod alléén in den hemel, en niet op Maar tegenover de Heidenen, die aarde alleen,aardeis.Integendeel.hun goden op Onze God is nietslechtshadden, wordt hier uitgeroepen: o Heidenen, zooals uwe goden, op aarde, Hij ...
Van de kennisse Gods - pagina 293
DE ONEINDIGHEID GODS.God29Ivermag „Ben Ik een God van nabij, spreekt de HEERE, en niet een God van verre ? Zou zich iemand in verborgene plaatsen kunnen verbergen, dat Ik hem niet zou zien ? spreekt de HEERE vervul Ik niet den hemel en de aarde?" (Jerem. 23 23, 24.) En ...
Van de kennisse Gods - pagina 294
DE DEUGDEN GODS.2Q2leven,zonder datrijkerinrijkerinGodnabijis.Toch openbaart God Zichde plantenwereld dan in de levenlooze natuur, en de dierenwereld dan in de plantenwereld. Noghooger wordt de mensch door ...
Van de kennisse Gods - pagina 299
DE ALMACHTIGHEID GODS.297godvruchtig gemoed, want men stelt haar in verband met de meest dwaze onzinnigheden. Er zijn er, die kwesties als deze hebben opgeworpen of God maken kan dat tweemaal :maar vijf is; of God bewerken kan, dat het twee gedane ongedaan gemaakt wordt, enz. ...
Van de kennisse Gods - pagina 296
DE DEUGDEN GODS.294van Gods almacht uitnemend wel gevoeld. Aan Abrabeloofd het erfelijk bezit van Kanaan, en hem was toegezegd de geboorte van een zoon uit Sara. De vervulling van beide beloften was schijnbaar onmogelijk, de bezwaren waren overwegend vele. Immers, hij kwam in het la ...
Van de kennisse Gods - pagina 300
:298DE DEUGDEN GODS. Maar tegenovertweede uiterste geldt: God wil niet alles wat Hij kan. Onze vaderen maakten eenparig de bekende onderscheiding tusschen de volstrekte en de verordineerde Almacht Gods. Onderde volstrekte Almacht verstonden zij, wat God, in het afgetrokkene g ...
Van de kennisse Gods - pagina 298
!DE DEUGDEN GODS.2g6Zijnijsheenalsstukken; wie zou bestaa?i voor Zijne koude ?"—17.) Vooral deze laatste woorden doen de van Gods almacht uitkomen. Want de diepste beteekenis daarvan is toch deze: de Heere is geweldig in den strijd, w ...
Van de kennisse Gods - pagina 295
DE ALMACHTIGHEID GODS.293welke wel in het beeld Gods zijn medegedeeld, dat de naam van almachtig niet tot misverstand leiden moet. Men zou toch kunnen zeggen de mensch is machtig, maar God is a/machtig, dus hier is iets wel mededeelbaars, want God wordt hier niet gekend uit de tegen ...
Van de kennisse Gods - pagina 297
DE ALMACHTIGHEID GODS.is.Wantallevolkeren te zamenzijn als niets295voor Hem,en ze worden bij Hem geacht minder dan niet en ijdelheid, minder dan een droppel van den emmer, minder dan een stofjeWevan de weegschaal. stelling : ...