(vertaling N.B.G.)
Het heil, de kracht en de heerlijkheid { J zijn Gode, groot en machtig: j 5 rechtvaardig en waarachtig J ^ is 't vuur, de groote hoer bereid. • \ J Gods oordeel overwon j J het rijke Babyion.; Hij heeft van hare hand geëischt i } het bloed ...