Van de Voleinding.
X. Spreek en zeg: oo zegt de Heere HEERE: ie, Ik wil aan u, o Pbdraö. Koning van Egypte. dien grooten zeedraak, die in het midden zijner rivieren ligt; die daar zegt: ijne rivier is mijne, en ik heb die voor mij gemaakt. Ezechiël 29 : 3.Toch kunnen we bij he ...
Van de Voleinding.
XLIII. TWEEDE REEKS. V. Welken vangen tot oprichting gesproKen aller igner alle eeuw. de hemel moet ontde tijden der wederaller dingen, die God beeft door den mond heilige profeten ...
Van de Voleinding.
LV. TWEEDE REEKS. XVII. En met eene groote stemme roepende, zeide hij: Wat heb ik met u te doen, Jezus, gij Zone Gods des AUerboogsten? Ik bezweer u bij God, dat gij mij niet pgnigt. Matk. 5 : 7. ...
Van de Voleinding.
XVI. Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hunne overleggingen, en hun onverstandig hart is verduisterd geworden. Rom. I : 21. Tegen de bewering, dat het onderscheid ...
Van de Voleinding.
LXXXV. DERDE REEKS. XXII. Toen zeide Adam: e vrouwe, die Gij bij mij gegeven hebt, die heeft mij van dien boom gegeven, en ik heb gegeten. £n de HEERE God zeide tot de vrouwe: at is dit, dat gij gedaan ...
Pro Hege.
TEN BESLUITE. Ons pleit voor het Koningschap van Christus liep met hetgeen we over de Kunst ten beste gaven, ten einde. Aanleiding tot dit pleidooi gaf, gelijk men zich herinneren zal, de waarneming hoe in het land van den Islam de eere van Mohamed steeds hoog word ...
Van de Voleinding.
XXVII. Maar gij, broeders, gij lijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zoude bevangen. Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis. I Thess. 5 : 4) 5. Onbevredi ...
Van de Voleinding.
CCIV. ZESDE REEKS. XXVII. Toen zeide ik: ee mij, want ik verga; dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is; want mijne oogen hebben den Koni ...
Van de Valeinding.
LXXXII. DERDS REEKS. XIX. Mijnen boog heb ik gegeven in de - wolken. Die zal zijn tot een teeken d«s verbondt tusschen Mij en tusschen de aarde. Gen. 9 : 13.Noach ontving eea tweevoudsgen zegen. ...
Van de Voleinding.
XLIX. TWEEDE REEKS. XI. Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de hemelen zijn het werk uwer handen. Die zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven, en zij alle zullen als een k ...