Van de Voleinding.
XXVII. Maar gij, broeders, gij lijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zoude bevangen. Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis. I Thess. 5 : 4) 5. Onbevredi ...
Pro Hege.
TEN BESLUITE. Ons pleit voor het Koningschap van Christus liep met hetgeen we over de Kunst ten beste gaven, ten einde. Aanleiding tot dit pleidooi gaf, gelijk men zich herinneren zal, de waarneming hoe in het land van den Islam de eere van Mohamed steeds hoog word ...
Van de Voleinding.
LXXXV. DERDE REEKS. XXII. Toen zeide Adam: e vrouwe, die Gij bij mij gegeven hebt, die heeft mij van dien boom gegeven, en ik heb gegeten. £n de HEERE God zeide tot de vrouwe: at is dit, dat gij gedaan ...
Van de Voleinding.
XVI. Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hunne overleggingen, en hun onverstandig hart is verduisterd geworden. Rom. I : 21. Tegen de bewering, dat het onderscheid ...
Van de Voleinding.
LV. TWEEDE REEKS. XVII. En met eene groote stemme roepende, zeide hij: Wat heb ik met u te doen, Jezus, gij Zone Gods des AUerboogsten? Ik bezweer u bij God, dat gij mij niet pgnigt. Matk. 5 : 7. ...
Van de Voleinding.
XLIII. TWEEDE REEKS. V. Welken vangen tot oprichting gesproKen aller igner alle eeuw. de hemel moet ontde tijden der wederaller dingen, die God beeft door den mond heilige profeten ...
Van de Voleinding.
X. Spreek en zeg: oo zegt de Heere HEERE: ie, Ik wil aan u, o Pbdraö. Koning van Egypte. dien grooten zeedraak, die in het midden zijner rivieren ligt; die daar zegt: ijne rivier is mijne, en ik heb die voor mij gemaakt. Ezechiël 29 : 3.Toch kunnen we bij he ...
Van de Voleinding.
XIV. Want het vleesch begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vleesch; en deze 8taan tegen malkanderen, alzoo dat gij niet doet hetgeen gij wildet. Galaten 5 : 17. Ten slotte nog een woord over India, waaronder dan in engeren ...
Van de Voleinding.
LVI. TWEEDE REEKS. XVIII. In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest die nu werkt in de kinderen der ong ...
„het bedenken des Geestes is leden en vrede”.
[PINKSTEREN 1913]. Want bet bedenken des vleesches is de dood; maar het bedenken des Geestes is leven en vrede. Romeinen 8 : 6. Het hooge Pinksterfeest vraagt om tweeërlei vieriog; de ééne in de Natuur, de andere in den Geest, en wel ...