Van de Voleinding.
LXVII. DERDE REEKS. IV. En wanneer de duizend jaren zullen geëindigd zijn, zal de satanas uit zijne gevangenis ontbonden worden. Openbaringen 20 : 7. De tweeërlei reeks ...
Van de Voleinding.
LXVIII. DERDE RKEKS. V. En aan een iegelijk werden lange witte kleederen gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog eenen kleinen tijd rusten zouden, totdat ook hunne mededienstknecht ...
Van de Voleinding.
LXIX. DERDE REEKS. VI. De laatste vijand, die te niete gedaan wordt, is de dood. I Corinthe 15 : 26. De inbreuk op het proces van de historie, die Jezus Wederkomst zal t ...
Van de Voleinding.
LXX. DERDE REEKS. VII. Daarom, gelijk door éénen mensch de zonde in de wereld iogekomen is, en door de zonde de .dood; en alzoo de dood tot alle menschen doorgegaan is, in welken al ...
Van de Voleinding.
LXXII. DERDE REEKS. IX. £n God schiep de groote walvisschen, en alle levende wriemelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar hunnen aard; en alle gevleugeld gevogelte, naar zijne ...
Van de Voleinding.
LXXIII. DERDE REEKS. X. Ook schreeuwt elk beest des velds tot U. Joel I : 2oa. Blijkt reeds uit het ter sprake gebrachte voor wat mysterie ons de dierenwereld plaatst, t ...
Van de Voleinding.
LXXIV. DERDE REEKS. XI. Zoo zult gij de inwoners derzelve stad ganschelijk slaan met de scherpte des zwaards, verbannende haar, en alles, wat daarin is, ook hare beesten, met de sch ...
Van de Voleinding.
VIII. De HEERE zal u slaan met onzinnigheid, en met blindheid en met verbaasdheid des harten. Deut. 28 : 28. Buiten tegenspraak doelt de profetie van Israel op de Voleinding. Vergezichten gelijk ze bij Jesaja, Jeremia en in enkele ps ...
Van de Voleinding.
IX. En Ik zal vijandschap zetten tusschen u en tusschen deze vrouwe, en tusschen uwen zade en tusschen haren zade. Datzelve zal a den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen. Gen. 3 : I5. Voorzoover hier en daar uit ...
Van de Voleinding.
X. Spreek en zeg: oo zegt de Heere HEERE: ie, Ik wil aan u, o Pbdraö. Koning van Egypte. dien grooten zeedraak, die in het midden zijner rivieren ligt; die daar zegt: ijne rivier is mijne, en ik heb die voor mij gemaakt. Ezechiël 29 : 3.Toch kunnen we bij he ...