„Dat ook gij een Heere in de hemelen hebt”.
[HEMELVAART]. Gij heeren, doet uwen dienstknechten recht en gelijk, wetende, dat ook gi} ëenen Heere hebt in de hemelen. Col. 4 : I. De hemelvurt van Jezus is de Tioonsbestijging van oneen Koning.Tot dusver was zijn verkeer op ...
„Die door de hemelen doorgegaan is”.
Dewijl wij dan eenen groeten Hoogepriester hebben, die door de hemelen doorgegaan is, namelijk Jezus den Zone Gods, zoo laat ons deze belijdenis vasthouden. Hebr. 4 : 14. Tnsschen de hemelvaart van Jezus en de uitstorting van den Heiligen Geest op den Pinksterdag v ...
„Niet dat ik den Vader voor u bidden zal”.
In dien dag zult'gij in mijnen naam bidden; en ik zeg u niet, dat ik den Vader voor u bidden zal. Joh. l6 : 26. Schijnbaar is hier tegenspraak, lijnrechte tegenspraak xeïfs. Van den éenen kant de belofte, dat Christus „leeft om voor ons te bidden" (Hebr. 7 : 25); d ...
„In mijn Naam”.
Tot nog toe hebt gij niet gebeden in mijnen naam; bidt, en gij zult ontvangen, opdat uwe blijdschap vervuld zij. Joh. i6 : 34. Vooral in de laatste oogenblikkcD, eer de venader toetrad, droog Jezus er bij zijn discipelen op aan, dat zij voortaan bidden zouden „in z ...
„En gij in mij”.
In dien dag zult gij belcennen, dat ik in mgnen Vader ben, en gij in mij, en ik in u. Johannes 14 : 20. In het boogepriesterlijk gebed van Johannea 17 bad Jesus betuigd, dat hij in den Vader was en de Vader in hem, en dat evenioo de Middelaar in tijn geloovigen woo ...
„Blijdschap bij de Engelen Gods”.
Alzoo (zeg ik nlieden) is er blijdscliap voor de engelen Gods over éénen zondaar, die zicli belceert. SMX. . ir : I O . Nu de hooge vierdagen der Christenheid weer achter ocs li^en, is een woord ter herdenking van de .Engelen Gods niet te onpas.De apostel be ...
„God en de Mammon”.
Geen huisknecht kan twee heeren dienen; want 6f hij zal den éénen haten, en den anderen liefhebben; öf hij zal den éénen aanhangen, en den anderen verachten. Gij kunt God niet dienen en den Mammon. Luc. i6 : 13. Niet alle geld is Mammon.Mammon wordt 't geld ...
„Wie u hoort, die hoort mij”.
Wie u hoort, die hoort mij; en wie u verwerpt, die verwerpt mij; en wie mij verwerpt, die verwerpt Dengene, die mij gezonden heeft. Luc. I0 : I6. Het gold hier niet de twaalf, maar de zeventig discipelen. Jezus' woord volgt steeds de vaste lijnen. Bij Elim vond Isr ...
„De volken zullen U loben”.
De volken zullen U, o God, loven; de volken, allemaal, zuUea U loven, Psalm 67 : 4. Dankend mag getuigd, dat de Zending steeds breeder plaats onder ons begint in te nemen. Ons Christenvolk krijgt er hart voor. De offers vloeien. En ook aan de toewijding van de pers ...
„Beiden Grieken en Barbaren een schuldenaar”.
Beiden Grieken en barbaren, beiden wijzen en onwijzen, ben ilc een schuldenaar. - Romeinen i : 14, Onte gemeenschap met Jezus, ja, ouïe liefde voor Jetus lijdt schade, zoo onze geestestichting te eenzijdig wordt. Bij den te veel redeneerenden Christen klopt het hart te zwak. Wie te diep in ...