Van de Voleinding
LXIV. DERDE REEKS. I. En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de geheele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volkeren; en dan zal het einde komen. Matth. 24 : 14. ...
„Op wast tot een heiligen Tempel”.
Op welken het geheele gebouw, bekwamelijk saamgevoegd zijnde, opwast tot eenen heiligen tempel in den Heere; op welken ook gij mede gebouwd wordt tot eene woonstede Gods in den Geest. Epheze 2 : 21—22. Op de onderscheiden beteekenis van wat uit een wortel opwast, e ...
„De wasdom des Lichaams”.
Uit welken het geheele lichaam, bekwamelijk samen voegd en samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk deel in zijne mate, den wasdom des lichaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing in de liefde. Epheze 4 : i6. Het ...
„Uitderkoren in Hem”.
Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, vtför de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde. Epheze i : 4. Wie van heeler harte de Uitverkiezing belijdt, maar in die belijdenis meer op eigen inzicht doolt, dan zich ...
„Met Christus berdorgen”.
Want gif xijt gestorven, en uw leven is met Chtistus verbergen in God. Colossensen 3:3. Altoos wetr moet 't klaar tot ons bewustz^n doordringen, dat Christus ook wel ons Hoofd in dien sin is, dat hij over ons regeert, maar toch volstrekt niet in dien éénen zin alle ...
Van de Voleinding.
LXIII. TWEEDE REEKS. XXV. Op hope, dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods. Rom, 8 ...
„En gij in mij”.
In dien dag zult gij belcennen, dat ik in mgnen Vader ben, en gij in mij, en ik in u. Johannes 14 : 20. In het boogepriesterlijk gebed van Johannea 17 bad Jesus betuigd, dat hij in den Vader was en de Vader in hem, en dat evenioo de Middelaar in tijn geloovigen woo ...
Van de Voleinding.
LXI. TWEEDE REEKS. XXIII. Weet gij niet, dat wij de engelen oordeelen zullen? I Cor. 6 : 3a. Om de stelling van de engelen in het groote wereldproces, dat op de Voleindi ...
„In mijn Naam”.
Tot nog toe hebt gij niet gebeden in mijnen naam; bidt, en gij zult ontvangen, opdat uwe blijdschap vervuld zij. Joh. i6 : 34. Vooral in de laatste oogenblikkcD, eer de venader toetrad, droog Jezus er bij zijn discipelen op aan, dat zij voortaan bidden zouden „in z ...
„Niet dat ik den Vader voor u bidden zal”.
In dien dag zult'gij in mijnen naam bidden; en ik zeg u niet, dat ik den Vader voor u bidden zal. Joh. l6 : 26. Schijnbaar is hier tegenspraak, lijnrechte tegenspraak xeïfs. Van den éenen kant de belofte, dat Christus „leeft om voor ons te bidden" (Hebr. 7 : 25); d ...