„Volhardende in het bidden”.
Deze allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en met zijne broederen. Hand. i : 14. De tien dagen, die na Jezus' Hemelvaart verliepen, eer de uitstorting van den Heiligen Geest kwam, hadden voor ...
Van de Voleinding.
XIX. Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden. Rom. I : 22. Rijk gestoffeerd is de gedachtenwereld omtrent het einde der dingen onder de beschaafde verstands-en zaken-menschen niet. Men leeft in het heden; mat zich met de ...
„Dat Hij van hen scheidde”.
[HEMELVAARTSDAG 1911]. En het geschiedde, als hij ze 2egende, dat hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. Lucas 24 : ji.Het beslissende oogenblik was nu naderende. Na Golgotha was reeds de bange gedachte door de «iel der jongeren gegaan, alsof ...
Van de voleinding.
XVIII. Verwachtende en haastende tot de toekomst van den dag Gods, in welken de hemelen, door vuur ontstoken zijnde, zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten ! 2 Petr. 3:12. Te ver wenschten wc ons op natuurkundig ...
Van de Voleinding.
XVII. Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan. . Naar uwe verordeningen blijven zij nog heden staan, want zij alle zijn uwe' knechten. Psa m 119 : < jQb en 91Toch Is de vraag, nog wel niet in strikten zin naar de Voleinding, maar dan toch naar ...
„Volg gij mij”.
Jezus zeide tot hem: Indien ik wil, dat hij blijve, totdat ik kome, wat gaat het u aan? Volg gij mij. Joh. 31 : 22. In de dagen na zijn Opstanding wees de Heere zijn jongeren niet alleen terecht, door hun bemoeizucht tegen te gaan en hun willen ingrijpen in Gods ve ...
„Het komt U niet toe”.
En hij zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in zijne eigene macht gesteld heeft. Hand. i : ? .Scherp was de berisping, die Petrus ontving, toen de Heere, Petrus' vraag over Johannes afkeurend, hem op zijn beurt afwoeg: „IVai gaat htt u aaftf ...
Van de Voleinding.
XVI. Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hunne overleggingen, en hun onverstandig hart is verduisterd geworden. Rom. I : 21. Tegen de bewering, dat het onderscheid ...
„Wat gaat het u aan”?
Jezus zeide tot hem: Indien ik wil, dat hij blijve, totdat ik kome, wat gaat het u aan? Volg gij mij. ]oh. 2i : 22. Er lag bestraflSng in die korte vraag: Wat gaat het u aan"? Vooral nu die vraag zich richtte tot Petrus, wiens heistelling in het apostolaat vlak voo ...
Van de Voleinding.
XV. En aangaande Ismaël heb Ik u verhoord. Zie, Ik heb hem gezegend, en zal hem vruchtbaar maken, en hem gansch zeer vermenigvuldigen. Twaalf vorsten zal hij gewinnen, en Ik zal hem tot een groot volk stellen. Gen. 17 : 20. Vooral in ...